Troonrede 20 september 1955

Leden der Staten-Generaal,

In de tien jaren, die verstreken zijn sinds het einde van de tweede wereldoorlog, is, met hoeveel vreugde Nederland ook de bevrijding heeft kunnen herdenken, de wereld niet tot rust en tot een gewaarborgde vrede gekomen. De fundamentele tegenstellingen, die de volkeren verdeeld hebben gehouden, zijn blijven bestaan. Nieuwe hoop is echter geput uit de bijeenkomst der Vier Grote Mogendheden, die onlangs te Genève plaats vond. Deze besprekingen hebben de weg gebaand tot ernstig overleg over vraagstukken, waarvan de oplossing tot ontspanning van de internationale verhoudingen kan leiden.

Ik wil hier uiting geven aan de diepgevoelde wens van het Nederlandse volk, dat dit overleg ondanks de moeilijkheden, die zich ongetwijfeld nog zullen voordoen, tot zegenrijke resultaten zal leiden.

De voortzetting van een eensgezind beleid der Westelijke landen blijft intussen van het hoogste belang. In dit opzicht vervult de Noord-atlantische Verdragsorganisatie een onmisbare functie. Verdere verinniging der Europese samenwerking blijft geboden. Het stemt daarom tot voldoening, dat op initiatief van Nederland en de andere Beneluxlanden de mogelijkheden van de vorming van een gemeenschappelijke markt thans worden bestudeerd met het doel te geraken tot nieuwe afspraken en overeenkomsten op dit gebied.

Een overeenkomst met België en Luxemburg tot instelling van een Interparlementair Benelux-orgaan zal dit zittingsjaar aan U worden voorgelegd.

De formulering van een verdrag inzake de Economische Unie is door de Regeringen in studie genomen.

Het streven van de Regering blijft gericht op het totstandkomen van regelingen, die een zo groot mogelijke vrijheid van het handels- en betalingsverkeer waarborgen.

Zij zal voortgaan samenwerking in het kader der Verenigde Naties te bevorderen ten aanzien van alle zaken, waarvan een benadering in wereldverband de meest gewenste is. Zij denkt daarbij in het bijzonder aan het probleem der financiering van de hulp aan minderontwikkelde gebieden. Daarnaast is krachtige voortzetting van de technische hulpverlening noodzakelijk. Nederland vervult hierbij een naar verhouding belangrijke taak.

De Regering hoopt op een verbetering in de verhouding tot Indonesië. Zij blijft overtuigd, dat een goede samenwerking voor beide landen van grote betekenis zou zijn. De wil om daartoe te geraken is in Nederland in brede kringen aanwezig.

De internationals conferentie inzake de vreedzame toepassing van atoomenergie heeft ertoe bijgedragen meer vertrouwen te wekken in de ontwikkeling der internationale betrekkingen. Voor het eerst werd overgegaan tot een ruime uitwisseling van de resultaten van onderzoek op het gebied der atoomkernwetenschappen. Het is duidelijk geworden, dat spoediger dan verwacht werd de praktische toepassingen op verschillende gebieden nieuwe en verheugende perspectieven openen en economisch en sociaal grote gevolgen kunnen hebben. In verband met de uitermate snelle ontwikkeling op dit terrein zal bijzondere inspanning nodig zijn terwille van de plaats van ons land zowel wetenschappelijk als industrieel. Op dit ogenblik hebben wij een achterstand in te halen. Mede daarom worden contacten met andere landen gelegd en versterkt. De Regering zal de eerste bilaterale overeenkomst op atoomgebied, gesloten met de Regering van de Verenigde Staten van Amerika, binnenkort aan U ter goedkeuring voorleggen. Zo mogelijk zullen nog tijdens de komende zitting der Staten-Generaal een of meer overeenkomsten van wijder strekking volgen. Deze overeenkomsten zullen ten goede komen aan de in ons land op gang zijnde activiteiten, die de Regering met kracht zal steunen.

Ook op ander terrein zal het wetenschappelijk speurwerk grote aandacht eisen.

Het verheugt mij, dat Ik binnenkort met mijn echtgenoot andermaal een bezoek aan Suriname en de Nederlandse Antillen zal kunnen brengen. Het bij de Staten-Generaal aanhangig gemaakte ontwerp inzake hulp bij de uitvoering van het tienjarenplan voor de ontwikkeling van Suriname is een uiting van de wil om te handelen in de geest van het Statuut.

Overeenkomstig de verplichtingen, voortvloeiende uit het Handvest der Verenigde Naties, blijft het beleid met betrekking tot Nederlands Nieuw-Guinea gericht op de sociale, economische en politieke ontwikkeling van de bevolking. Belangrijke volksziekten zijn en worden, ook met hulp van gespecialiseerde organisaties der Verenigde Naties, met kracht bestreden. Uitbreiding van de opleidingsmogelijkheden vindt gestadig plaats. Een aantal adviesraden is ingesteld, waardoor de inwoners gelegenheid krijgen zich voor te bereiden op de behartiging van eigen belangen.

De volkshuishouding van ons land wordt gekenmerkt door een krachtige economische expansie. Terwijl de Regering nog slechts enkele jaren geleden, in verband met toenemende werkloosheid, de werkgelegenheidspolitiek als het centrale punt van haar economische beleid zag, is er thans een zo ruime arbeidsgelegenheid, dat verschillende bedrijfstakken met een aanzienlijk tekort aan arbeidskrachten hebben te kampen. Hoezeer ook deze toestand moeilijkheden medebrengt, er is reden om er zich over te verheugen, dat thans vrijwel iedereen arbeid kan vinden, zodat ook vele oudere werkzoekenden en moeilijk plaatsbaren een plaats in het arbeidsproces verkrijgen.

Met alle geschikte middelen tracht de Regering een zo goed mogelijke arbeidsvoorziening te verzekeren en de in enkele delen van het land nog bestaande resten van werkloosheid te doen verdwijnen.

Intussen moet er tegen worden gewaakt, dat de grote vraag naar goederen en diensten in binnen en buitenland, gepaard gaande met de spanning op de arbeidsmarkt, ons kostenpeil zodanig zou beïnvloeden, dat de toekomstige structurele ontwikkeling in gevaar zou worden gebracht. De Regering streeft daarom naar een stabilisatie en waar mogelijk naar een verlaging van de prijzen. Ook de omstandigheid, dat reeds geruime tijd de invoer sterker stijgt dan de uitvoer, noodzaakt tot een voorzichtig economisch en financieel beleid. Met name moet worden voorkomen, dat van de overheidsfinanciën inflatoire krachten uitgaan. De Regering volgt nauwlettend de ontwikkeling van de betalingsbalans, teneinde, zo nodig, tijdig maatregelen te bevorderen, gericht op handhaving van het monetaire evenwicht. Hoewel in de afgelopen parlementaire zittingsperiode een aanzienlijk verdere vermindering van de belastingdruk is verwezenlijkt, is de ontwerp-begroting voor het komende jaar, wat de lopende dienst betreft, nagenoeg sluitend.

De ontwikkeling van de wereldmarkt van agrarische producten wordt mede beïnvloed door overschotten, waarvoor geen koopkrachtige vraag is. Het landbouwbeleid blijft er op gericht een zekere stabiliteit aan de productie en aan de prijsvorming te verlenen, teneinde de in de landbouw werkzamen een redelijke mate van bestaanszekerheid te verschaffen en te bevorderen, dat de landbouw een zo groot mogelijke bijdrage levert aan de nationale economie. Vergroting van de productiviteit blijft een eerste vereiste, in het bijzonder in die streken, waar de productiekosten naar verhouding hoog zijn.

De Sociaal-Economische Raad zal een dezer dagen advies uitbrengen inzake de toekomstige methods van loonvorming. Met de Stichting van de Arbeid zijn op haar verzoek besprekingen gaande over de vraag of en zo ja welke wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden in de naaste toekomst wenselijk en mogelijk zijn. De Regering heeft zich bereid verklaard ook hierover het advies van de Sociaal-Economische Raad in te winnen. Zo enigszins mogelijk dienen beide problemen in onderling verband een oplossing te vinden.

In het afgelopen zittingsjaar kwamen 8 bedrijfschappen en 13 productschappen tot stand, terwijl in de naaste toekomst waarschijnlijk nog 9 bedrijfschappen en enige productschappen zullen volgen. De Regering zal de oprichting met kracht blijven bevorderen. Zij acht het niet bevredigend, dat in de industriële sector tot nu toe nog slechts enkele bedrijfschappen tot stand zijn gekomen.

Aan de hand van het thans gereedgekomen interim-rapport der Commissie Bezitsspreiding zal de Regering het vraagstuk van de bezitsvorming nader onder het oog zien.

De woningnood blijft een donkere schaduw werpen op het overigens in menig opzicht gunstig beeld, dat ons volksleven te zien geeft. Tengevolge van de groei onzer bevolking leidt slechts een beperkt deel van de nieuwgebouwde woningen tot vermindering van het tekort. Wij zullen alle krachten moeten inspannen om sneller daarop in te lopen. Ik doe een dringend beroep op de volle medewerking van allen, die kunnen bijdragen tot leniging van de woningnood. Het is nodig in de bouwnijverheid bij voortduring naar nieuwe wegen uit te zien om de productie op te voeren. Aangezien woningbouw de hoogste prioriteit moet genieten is matiging van bouwactiviteit op elk ander gebied noodzakelijk.

Het snel toenemend aantal gezinnen, dat van Indonesië uit naar Nederland komt, brengt grote moeilijkheden mede, die de bijzondere zorg van de Regering vragen. Zij zal de voorzieningen, welke zijn getroffen ten behoeve van Nederlanders in Indonesië, die in maatschappelijke moeilijkheden verkeren, naar behoefte aan de omstandigheden aanpassen.

Een ontwerp van wet ter vervanging van de Armenwet is in voorbereiding. Op korte termijn zullen U voorstellen bereiken tot herziening van de Grondwet, betreffende haar aanpassing aan de nieuwe rechtsorde voor het Koninkrijk en de bepalingen nopens de buitenlandse betrekkingen. Spoedige indiening kan verwacht worden van wetsontwerpen tot herziening van het kinderstrafrecht en van de kinderbeginselenwet, welke ontwerpen voorlopig een sluitstuk vormen van de vernieuwing van het recht voor de jeugd op justitieel gebied. Een voorontwerp van wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, dat een algemene regeling bevat voor de vacantie van werknemers, is aan de Sociaal-Economische Raad toegezonden.

De zeer snelle ontwikkeling van het wegverkeer en het nog steeds onrustbarend grote aantal verkeersongevallen vergen de bijzondere aandacht der Regering voor al hetgeen tot verhoging van de verkeersveiligheid kan bijdragen.

Een ontwerp-Deltawet zal spoedig worden ingediend.

Zeer binnenkort zijn ook tegemoet te zien een wetsontwerp betreffende het technisch hoger onderwijs en een ontwerp-Monumentenwet.

Bij het treffen van maatregelen ter verbreiding en verbetering van het onderwijs richt de Regering zich in het bijzonder op de opleiding van een voldoend aantal docenten en op de indiening van één wet voor het voortgezet onderwijs. Voorts blijft zij het totstandkomen van een sluitend geheel van voorzieningen, zowel wat het onderwijs als wat de verdere vorming der jeugd betreft, bevorderen en de ontwikkeling van kunsten en wetenschappen krachtig steunen.

Zo zullen, naast de wetsontwerpen, die U reeds zijn voorgelegd, en die veel van Uw tijd en werkkracht zullen vergen, nog verscheidene nieuwe, voor het welzijn van ons volk belangrijke voorstellen Uw aandacht vragen.

Met de bede, dat God U bij Uw arbeid moge sterken, verklaar Ik de gewone zitting der Staten-Generaal geopend.

Troonrede 21 september 1954

Leden der Staten-Generaal,

In deze dagen gaan ons aller gedachten terug naar de Septembermaand van tien jaar geleden, toen na meer dan vier jaren bezetting en onderdrukking een deel van het Nederlandse grondgebied werd bevrijd en de bevrijding van heel ons land nabij scheen. Het mocht echter niet zo zijn. Nog kwamen de beproevingen van de hongerwinter voor het Noorden, de gevaren van een frontgebied voor een groot deel van het Zuiden. Acht maanden verliepen voordat ons volk in overweldigende vreugde zich weer in vrijheid verenigd vond. Het stond toen verarmd in een verwoest en leeggeplunderd land. Talrijk waren de naoorlogse problemen op vrijwel elk levensterrein, waarvoor ook ons land zich gesteld zag.

Er is reden te over om in deze dagen de gedeeltelijke en in Mei 1955 de volledige bevrijding in blijdschap en met grote dankbaarheid te herdenken. Allereerst om de vrijheid zelf, die de offers waard was, die er voor zijn gebracht, maar ook om het vermogen tot herstel, dat ons volk in al zijn geledingen aan den dag heeft gelegd en dat zich opnieuw zo duidelijk heeft afgetekend in de wijze, waarop de gevolgen van de watersnoodramp zijn opgevangen.

Het afgelopen jaar heeft in economisch opzicht opnieuw een grote stap vooruit betekend. Productie, uitvoer, nationaal inkomen, deviezenreserves zijn verder gestegen, terwijl de investeringen zich op een niet onbevredigend niveau bewegen. Dat dit alles mogelijk was, is niet enkel het gevolg van een gunstige internationale conjunctuur, doch tevens het resultant van de activiteit van heel het bedrijfsleven.

Voor het ogenblik is een zodanige uitbreiding van de werkgelegenheid bereikt, dat spanningen optreden wegens een tekort aan arbeidskrachten. In het belang van een doelmatige arbeidsvoorziening bevordert de Regering binnenlandse migratie en scholing. Overigens zal beperking nodig zijn in het ter hand nemen van werken, waarvan de uitvoering thans niet volstrekt noodzakelijk is. Dit ligt ook in de lijn van een gezond conjunctureel beleid.

Deze situatie onzer volkshuishouding mag evenwel geen aanleiding geven het door de Regering gevoerde op economische expansie gerichte beleid te doen verslappen. Zij gaat ook voort met de voorbereiding en registratie van plannen voor aanvullende werken voor het geval werkloosheid van enige omvang zou optreden.

Het snelle tempo, waarin onze beroepsbevolking toeneemt, blijft ons land stellen voor een werkgelegenheidsvraagstuk op lange termijn, voor welks oplossing industrialisatie en exportvergroting, aangevuld door emigratie, nodig zijn.

Ook voor de landbouw zal de Regering het beleid van de voorgaande jaren, gericht op een zo hoog mogelijke productie en een bevordering van de afzet, voortzetten.

In dit verband is voor Nederland vrijere wereldhandel van bijzonder grote betekenis. De buitenlandse economische politiek der Regering is bij voortduring gericht op een vermindering van de bestaande barriëres. Helaas heeft het overleg tot dusver slechts tot beperkte resultaten geleid.

Tegen deze achtergrond verkrijgt de voortgang, die kon worden gemaakt bij de voorbereiding van de Economische Unie met België en Luxemburg een bijzondere betekenis. De ondertekening van de Protocollen inzake de handelspolitiek en betreffende de liberalisering van het kapitaalverkeer tussen Nederland en de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie, was een belangrijke stap op dit gebied.

De gunstige ontwikkeling der bedrijvigheid komt ook tot uiting in de opbrengst der belastingen. Nu de uitgaven voor het herstel van de watersnoodschade grotendeels zijn afgewikkeld en tot enige verlaging van de ramingen voor defensie-doeleinden is overgegaan, acht de Regering een verdere vermindering van de belastingdruk mogelijk. In de loop van het parlementaire jaar zullen U voorstellen bereiken tot verlaging van deze druk, in het bijzonder op het terrein van omzetbelasting, loonbelasting en inkomstenbelasting. De Regering is voorts niet voornemens voorstellen te doen tot verlenging van de belastingverhogingen, die in verband met de zware defensielasten voor een vierjarige periode werden aanvaard, met dien verstande, dat een deel van de destijds ingevoerde verhoging van de vennootschapsbelasting behoort te worden gehandhaafd ten behoeve van een verdere vermindering van de druk van de inkomstenbelasting.

Het verheugt mij, dat het in dit jaar met Suriname en de Nederlandse Antillen gevoerde overleg over de nieuwe rechtsorde in het Koninkrijk geleid heeft tot overeenstemming over een ontwerp-Statuut voor het Koninkrijk, dat in Suriname en de Antillen reeds is aanvaard. De Regering hoopt, dat dit Statuut nog voor het einde van het jaar in werking zal kunnen treden. Zij zal alles in hetwerk stellen om de gedachten van verbondenheid, samenwerking en onderlinge bijstand, die aan het Statuut ten grondslag liggen, te helpen verwezenlijken.

In Nederlands-Nieuw-Guinea wordt, overeenkomstig de bijzondere omstandigheden van het gebied, gestadig gewerkt aan maatregelen ten bate van de geestelijke, economische en sociale vooruitgang der bevolking, in het belang ook van de toekomstige staatkundige ontwikkeling.

Helaas blijft de internationale toestand in velerlei opzicht reden tot zorg geven. Weliswaar is na de wapenstilstand in Korea ook een regeling tot stand gekomen, die in Indo-China een einde heeft gemaakt aan het gewapend conflict, niettemin blijven ernstige spanningen het wereldbeeld beheersen.

Het niet aanvaarden van de Europese Defensie Gemeenschap door het Franse Parlement maakt het noodzakelijk een andere oplossing van het vraagstuk van de medewerking van Duitsland aan de verdediging der Westelijke Wereld te zoeken. Daarbij blijft de Regering streven naar versterking van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie. Wat de verdere Europese samenwerking op politiek en economisch gebied betreft, handhaaft de Regering haar standpunt, dat deze samenwerking een ondeelbare doelstelling is, een doelstelling, welke zij niet zal opgeven, ook al zal men bij het overwegen van stappen naar het doel rekening moeten houden met de lessen, die uit de gang van zaken met betrekking tot de Europese Defensie Gemeenschap zijn te trekken.

Zij blijft daarbij grote waarde hechten aan de versteviging van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

De Raad van Europa, die thans vijf jaar bestaat, heeft bijgedragen tot het onderzoek van velerlei denkbeelden en voorstellen inzake nauwere Europese samenwerking. De Regering blijft dit werk van harte steunen. In het afgelopen jaar heeft zij in deze kring het initiatief genomen tot hulpverlening aan de Europese vluchtelingen. Vurig hoop ik, dat dit in ruime mate gehoor moge vinden bij de overige staten-leden van deze organisatie.

De aandacht van de Verenigde Naties, voorzover niet in beslag genomen door de acute spanningen, die zich in de wereld voordoen, richt zich in toenemende mate op het lage welvaartspeil, dat nog in een groot deel van de wereld bestaat. De achterstand in de ontwikkeling dier gebieden vormt een veelzijdig en hoogst ernstig probleem, dat zich steeds meer opdringt aan de vrije wereld.

Internationale hulp bij hun ontwikkeling is noodzakelijk. Nederland zal bereid moeten zijn tot ruimere medewerking aan programma’s voor de technische en wetenschappelijk hulpverlening en aan de financiering van de economische en sociale ontwikkeling. De Regering bezint zich er op hoe zij dit het beste tot uiting kan brengen.

Op het gebied van onderwijs, kunsten en wetenschappen neemt de internationale samenwerking in het kader van de bilaterale en multilaterale verdragen geleidelijk vastere vorm aan.

Overleg tussen de delegaties van Nederland en Indonesië heeft geleid tot de totstandkoming van een accoord, dat beoogt de Unieverhouding tussen beide landen te vervangen door een andere regeling hunner betrekkingen. Een wetsontwerp tot goedkeuring van deze overeenkomsten zal U spoedig bereiken.

Wanneer het Statuut voor het Koninkrijk zal zijn aanvaard en bevestigd, zult Gij spoedig een voorstel ontvangen tot aanpassing van de Grondwet aan de daarin neergelegde nieuwe rechtsorde van het Koninkrijk met betrekking tot Suriname en de Nederlandse Antillen.

Een voorstel tot verhoging van het ledental der Tweede Kamer van de Staten-Generaal, alsmede enkele andere voorstellen tot wijziging van de Grondwet, waarvan afdoening in eerste lezing nog in de lopende parlementaire periode eveneens wenselijk is, zullen U mede in dit zittingsjaar bereiken.

Indiening van een zestal wetsontwerpen, betrekking hebbende, op de door Prof. Meijers ontworpen Inleidende Titel en de eerste vier boeken van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, is binnenkort te verwachten.

De woningnood is het nijpendste probleem, waarvoor wij binnenslands nog gesteld zijn. Ook in het komenden jaar zal de Regering door premies en bijdragen de woningvoorziening zo krachtig mogelijk bevorderen. Zij streeft naar de verwezenlijking van een programmer, dat 65.000 woningen bevat. Beperking van de totstandkoming van andere bouwwerken zal voor de vlotte uitvoering van dit programmer noodzakelijk blijken.

In overweging is een verdere huurverhoging. De Regering denkt daarbij aan de mogelijkheid van een bestemmingsheffing teneinde een deel van de verhoging, wellicht via een egalisatiefonds, ten bate te doen komen van de financiering van nieuwe woningen. Tevens is in studie welke compensatiemaatregelen tegenover de huurverhoging nodig en mogelijk zouden zijn.

De Regering blijft het als een belangrijke zaak beschouwen, de totstandkoming van bedrijfslichamen, als bedoeld in de Wet op de Bedrijfsorganisatie te bevorderen. Zij verheugt zich er over, dat in het afgelopen zittingsjaar de eerste zes bedrijfschappen konden worden ingesteld. Zij vertrouwt er op, dat de bedrijfsgenoten ook in andere sectoren van het bedrijfsleven op korte termijn initiatieven zullen ontwikkelen om tot instelling van bedrijfslichamen te geraken.

Naar aanleiding van het advies van de Stichting van de Arbeid ter zake van de toekomstige vorm van loonbeleid, dat de Regering spoedig hoopt te ontvangen, zal – eventueel na raadpleging van de Sociaal-Economische Raad – de Regering haar standpunt bepalen en zo nodig voorstellen bij de Staten-Generaal aanhangig maken.

Ontwerpen van wet met betrekking tot de definitieve ouderdomsvoorziening en de kinderbijslag voor zelfstandigen zijn in voorbereiding.

Het maatschappelijk werk in Nederland ontplooit zich gestadig. Aan particuliere organisaties, werkzaam op dit terrein, zal de nodige hulp worden verleend.

De Regering heeft haar instemming betuigd met het plan van de Nationale Contactcommissie voor Gezinsbelangen betreffende de instelling van een Gezinsraad. Zij verwacht, dat deze Raad spoedig tot stand zal komen. De Staatscommissie Vervanging Armenwet heeft haar rapport vastgesteld, dat binnenkort zal worden gepubliceerd.

De aandacht blijft bij voortduring gericht op de voorzieningen ten behoeve van Nederlanders in Indonesië, die in maatschappelijke moeilijkheden verkeren.

De voorbereiding van werken, die een blijvende beveiliging van het door de watersnood getroffen gebied beogen, heeft snelle voortgang. Een wetsontwerp met betrekking tot het plan tot afsluiting van zeearmen is in voorbereiding. De Regering zal aandacht schenken aan de daarmede verband houdende vraagstukken en bezwaren.

Het beleid van de Regering blijft er op gericht het Nederlandse volk in zo groot mogelijke mate te doen deelhebben aan de verschillende vormen van onderwijs, kunsten en wetenschappen. De verdere vorming van de thans leerplichtvrije jeugd zal de bijzondere aandacht hebben. De Regering zal voorstellen de lichamelijke opvoeding van de jeugd ook buiten onderwijsverband financieel te steunen. Zij zal de opleiding van voldoende leerkrachten voor het lager en het voortgezet onderwijs, de aanpassing van het gehele onderwijs aan de maatschappelijke behoeften en steun aan beoefenaren van wetenschappen en kunsten krachtig blijven bevorderen.

Zij is er zich van bewust hoezeer naast de economische en sociale ontwikkeling het stimuleren van de culturele verheffing van ons volk van betekenis is voor zijn toekomst.

Ook dit jaar zult Gij Uw oordeel hebben te geven over vele en moeilijke vraagstukken, zowel van nationaal als van internationaal karakter.

Met de bede, dat Gods zegen op Uw werk moge rusten, verklaar Ik de gewone zitting der Staten-Generaal geopend.

Troonrede 15 september 1953

Leden der Staten-Generaal,

Met gespannen aandacht volgen wij allen de ontwikkeling van de internationale toestand, die ook voor ons volk van zo grote betekenis is.

Nog valt niet te zeggen of de wijzigingen, die zich in het afgelopen jaar hebben voorgedaan, zullen leiden tot een werkelijke ontspanning.

Op Korea is intussen, na moeizame onderhandelingen, een wapenstilstand bereikt, waardoor althans de mogelijkheid tot herstel van de vrede voor het zwaargeteisterde Koreaanse volk is geopend. Met diepe dankbaarheid herdenk ik onze dappere vrijwilligers uit Nederland en Suriname, waarvan zovelen zijn gevallen in deze strijd voor de collectieve veiligheid.

Het beleid der Regering richt zich onverminderd op een voortzetting der internationals samenwerking, zowel in de Verenigde Naties als in Atlantisch en Europees verband.

Binnen het kader van de Noord-Atiantische Verdragsorganisatie gaat de opbouw der defensie regelmatig voort.

Economische integratie ziet de Regering als een van de voornaamste doelstellingen bij de vorming ener Europese Gemeenschap. Desbetreffende voorstellen harerzijds zullen met andere belangrijke vraagstukken, welke aan de vorming van een dergelijke gemeenschap verbonden zijn, onderwerp uitmaken van het op gang zijnd overleg tussen de Regeringen, waarvoor de arbeid der Assemblée ad hoc een waardevolle bijdrage heeft geleverd.

In West-Europa is nauwe samenwerking noodzakelijk, ook met landen, die niet deelnemen aan de integratiepogingen. De Organisatie voor Europese Economische Samenwerking en andere intergouvernementele organisaties benevens de Raad van Europa blijven dan ook van groot belang.

Overleg tussen de Regeringen der Benelux-landen heeft geleid tot overeenstemming omtrent tijdelijke maatregelen ter vermindering van gerezen moeilijkheden. Nauwere coördinatie van het interne en externe economisch beleid zal daarop moeten volgen.

Totstandkoming van de voorgestelde interparlementaire adviesraad zal een wezeniijke stimulans kunnen zijn voor de groei der Beneluxgedachte in de drie landen.

Wetsontwerpen, betrekking hebbende op de beoogde regelingen, zullen U spoedig bereiken.

Het Regeringsbeleid blijft gericht op het onderhouden van goede betrekkingen met Indonesië en het zoveel mogelijk verbeteren dier betrekkingen. De Regering heeft aan de Landsregeringen van Suriname en de Nederlandse Antillen voorstellen gedaan om te komen tot hervatting van het overleg over de nieuwe rechtsorde in het Koninkrijk. Er is grond voor de verwachting, dat de besprekingen spoedig kunnen aanvangen.

Maatregelen in het belang van de economische, geestelijke en sociale verheffing van de bevolking van Nieuw-Guinea zullen geleidelijk en in onderling verband worden getroffen. Een belangrijke taak is weggelegd voor Zending en Missie. Aan de mogelijkheden voor een toekomstige politieke ontwikkeling zal de Regering bij voortduring aandachtschenken.

De reeds op verschillend gebied aangevangen exploratie-werkzaamheden ter bevordering van de economische openlegging van het land zuilen voortgang hebben. In het bijzonder is de aandacht gericht op verbetering en uitbreiding van de landbouw voor eigen voorziening, naast winning van exportproducten.
De Regering zal, waar zulks in het belang is van het land, particulier initiatief aanmoedigen en steunen.

Voor ons land zal 1953 in de herinnering voortleven als het jaar van de watersnood, die zoveel leed bracht en zoveel schade aanrichtte. Onafscheidelijk zal daarmede echter verbonden blijven de heugenis aan het ontroerend medeleven in binnen- en buitenland, aan de warme spontaniteit waarmede hulp werd geboden en aan de betoonde offervaardigheid.

Het Rampenfonds en het Rode Kruis hebben veel gedaan om de getroffenen tegemoet te komen.

De Regering vertrouwt, dat het wetsontwerp inzake de schaderegeling spoedig in behandeling zal komen.

In de worsteling om een snel herstel van de geteisterde waterkeringen en een spoedige drooglegging van de overstroomde gronden te verwezenlijken zijn de beste tradities van ons volk gehandhaafd. Met dankbaarheid kunnen wij constateren, dat thans de dijken op één uitzondering na gedicht zijn. Er bestaat goede hoop, dat vóór de najaarsstormen de sluiting voltooid zal zijn. Dit ware de schoonste beloning voor de onvermoeide arbeid van velen.

Alle krachten worden ingespannen voor het herstel der getroffen gebieden, ook op het gebied van landbouw en wederopbouw. Tevens is het oog gericht op de noodzakelijkheid om voor de toekomst grotere veiligheid te verzekeren.

De ramp stelt hoge eisen aan de schatkist en heeft verschillende takken van de agrarische productie ernstig getroffen. De wijze waarop de schok is opgevangen getuigt echter van de economische weerstandskracht, waarover ons volk thans weer beschikt.

De wijziging ten goede, die reeds eerder in het buitenlands betalingsverkeer was opgetreden, zette zich voort.

De goud- en deviezenreserve nam gestadig toe. Dientengevolge was het mogelijk enkele verzachtende maatregelen ten aanzien van het deviezenbeleid te treffen. De Regering gaat na of verdere verruiming mogelijk is. Productie en werkgelegenheid liggen op een hoog niveau. De hulp, die ons land in de jaren 1949 tot en met 1952 van de Verenigde Staten van Amerika ontving en die tot het economisch herstel in zo belangrijke mate heeft bijgedragen, kon worden bedindigd.

Het behoud van het verkregen evenwicht en de voortzetting van de normale groei der economische bedrijvigheid eisen bij voortduring aandacht. De sterke toeneming van onze bevolking maakt het nodig de totstandkoming van nieuwe en de uitbreiding van bestaande welvaartsbronnen met kracht te blijven bevorderen. De aanhangige voorstellen inzake verlaging van de belastingdruk op het bedrijfsleven zullen daartoe kunnen bijdragen.

Onmisbare voorwaarde voor een blijvend gunstige ontwikkeling is een verdere vergroting van de export en een zo ruim en vrij mogelijk internationaal handels- en betalingsverkeer. De Regering is voortdurend bedacht op het stimuleren en steunen van maatregelen in die richting. Het ligt in het voornemen op korte termijn een ontwerp van wet houdende regelen omtrent de economische mededinging bij de Staten-Generaal aanhangig te maken ter vervanging van het op dit gebied nog steeds geldende bezettingsrecht.

Een nota over het middenstandsvraagstuk zal U dit zittingsjaar bereiken. Op grond van met het bedrijfsleven gevoerd overleg heeft de Regering goede hoop, dat de door haar gewenste verwezenlijking van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie op basis van vrijwilligheid zal kunnen geschieden. Op korte termijn zal zij naar aanleiding van door de Sociaal-Economische Raad uitgebrachte adviezen de instelling van een aantal bedrijfslichamen bevorderen.

Het vraagstuk van de bezitsvorming is in studie, in samenwerking met de Commissie Bezitsspreiding.

Het streven der Regering blijft gericht op het scheppen van zodanige economische voorwaarden, dat de landbouw en de visserij in staat worden gesteld de grootst mogelijke bijdrage aan de nationale welvaart te leveren. Hiertoe bevordert zij krachtig het landbouwonderwijs, de voorlichting en het onderzoek.

Was in de jaren na de laatste wereldoorlog de markt voor producten van de landbouw en de visserij gunstig, thans moet met een dalende tendens rekening worden gehouden. Het streven naar verlaging van kostprijzen en het voeren van een actief afzetbeleid vormen dan ook nog meer dan tevoren een belangrijk onderdeel van de landbouwpolitiek.

Maatregelen tot verbetering van de toestand in de zeevisserij zijn in voorbereiding.

Ter voorziening in het nog steeds nijpende gebrek aan woningen bevordert de Regering verwezenlijking van een bouwprogramma van 65.ooo woningen. Daarbij zal zij bijzondere aandacht schenken aan de bouw ter vervanging van de door de oorlog en de watersnood verloren gegane huizen.

Het ligt in de bedoeling in dit zittingsjaar een ontwerp-Woningwet en een ontwerp-Ruimtewet in te dienen.

De Regering overweegt of wijzigingen in het systeem of in de organisatie van de tot dusver gevolgde loonpolitiek gewenst zijn. Hierbij zijn het werkgelegenheidsaspect en het behoud van de arbeidsvrede, die tot dusver zo voorbeeldig gehandhaafd bleef, van veel belang.

De invoering van de werkloosheidswet, de ziektewet en de kinderbijslagwet door de bedrijfsverenigingen verloopt in het algemeen bevredigend. In overweging is thans een voorstel om ook de landen tuinbouwongevallenverzekering ter uitvoering aan de bedrijfsverenigingen over te dragen.

De indiening van een wetsontwerp tot het verbod van arbeid in de industrie voor 14-jarige meisjes is te verwachten.

De gezondheidstoestand van ons volk blijft zich gunstig ontwikkelen. De over het gepubliceerde vóórontwerp-Ziekenfondswet ontvangen adviezen hebben de noodzaak aangetoond dit ontwerp nader in beschouwing te nemen.

De verbreding en verdieping van het maatschappelijk werk, gericht op individu en gezin, zal de Regering zoveel mogelijk bevorderen.

Bijzondere aandacht zal zij besteden aan die gebieden in Nederland, waar achterstand aanwezig is op maatschappelijk, cultureel en hygiënisch terrein.

Voorstellen in de geest van het rapport van de Commissie Achterstallige Betalingen zullen U bereiken.

Ten aanzien van de maatschappelijke moeilijkheden, waarin een aantal Nederlanders in Indonesië verkeren, worden maatregelen voorbereid, welke tot een meer gecodrdineerd beleid kunnen leiden. De in 1951 aangenomen vervoerswetten, die het mogelijk maken krachtiger dan tot dusver een goede vervoersvoorziening na te streven, zullen spoedig tot een begin van uitvoering komen.

De organisatie Bescherming Bevolking zal in de loop van het aanstaande zittingsjaar haar voltooiing naderen, mede dank zij de gebleken bereidheid van velen zich vrijwillig hiervoor beschikbaar te stellen.

De Regering is voornemens een ontwerp-Politiewet aanhangig te maken. Zij zal binnenkort haar standpunt bepalen ten aanzien van de Friese taal in het rechtsverkeer.

Op het gebied der justitie zal, zowel bij de wetgeving als daarbuiten, het beleid gericht blijven op vernieuwing en op aanpassing aan de maatschappelijke behoeften.

Mede als gevolg van de uitgaven voor het Rijk, voortvloeiend uit de stormramp, sluit de begroting 1954 met een aanzienlijk tekort. Het beeld van deze begroting, op zich zelf genomen, is dan ook zeker niet gunstig. De kosten van de rampschade zijn echter uitgaven voor eenmaal, terwijl de uitgaven voor herstel van de oorlogsschade binnen afzienbare tijd zullen verminderen. Rekening houdend met deze omstandigheden en met de aigemene financieel-economische toestand van het land, acht de Regering het verantwoord het complex van ingediende belastingmaatregelen aan te vullen met een wetsontwerp betreffende de inkomsten- en loonbelasting, waardoor een geleidelijker verloop van de progressie wordt verkregen. Dit zal een voelbare vermindering van de druk betekenen, in het bijzonder ook voor de lagere inkomstenklassen en de middengroepen.

Voorstellen zullen U bereiken inzake de compensatie voor van overheidswege gepensionneerden en voor degenen, die bij de wet vastgestelde sociale uitkeringen ontvangen. Daarbij zullen ook verschillende vraagstukken, die met de kinderbijslag verband houden, een oplossing moeten vinden.

Het ligt in het voornemen der Regering daarbij aan een relatief achterblijven van de positie der grote gezinnen een eind te doen komen.

Zij zal voorstellen indienen tot wijziging van de Pensioenwet 1922 op punten waarover in het interim-rapport der desbetreffende Staatscommissie is geadviseerd.

Ten aanzien van het televisiebestel hoopt de Regering binnenkort haar plannen aan de Staten-Generaal voor te leggen. Tijdens de overgangsperiode, aanvangende op 1 October 1953, zullen de televisie-uitzendingen met steun van de overheid voortgang vinden.

Op het gebied van het onderwijs zal veel van Uw werkkracht worden gevergd, met name door de wetsontwerpen op het kleuteronderwijs, het voorbereidend hoger onderwijs en het hoger onderwijs. Daarnaast zullen U wetsvoorstellen tot wijziging der regelingen voor school- en collegegelden en voor het toekennen van studiebeurzen bereiken, terwijl een ontwerp tot wijziging van de nijverheidsonderwijswet in voorbereiding is. Ook overigens zal grote aandacht vereist zijn voor de geestelijke en lichamelijke vorming van de jeugd in en buiten schoolverband. Daarnaast hoopt de Regering door een krachtige steun aan de wetenschap en door de bevordering en spreading van de kunst bij te dragen tot de versteviging van de geestelijke waarden van ons volk.

In het komende jaar wacht U een veelomvattende arbeid, met grote verantwoordelijkheid voor de te nemen beslissingen. Moge de wetenschap bij te dragen aan voor de toekomst van ons volk belangrijke besluiten U in Uw werk stimuleren.

Dat God U wijsheid en sterkte moge schenken om Uw taak te verrichten als goede vertegenwoordigers des volks! Met deze bede verklaar ik de zitting van de Staten-Generaal voor geopend.

Troonrede 16 september 1952

Leden der Staten-Generaal,

Bij het overzien van de ontwikkeling in de achter ons liggende periode is er, naast grond voor bezorgdheid, ook in meer dan één opzicht reden tot voldoening en dankbaarheid.

In de internationale toestand is helaas geen ontspanning ingetreden, maar aan de samenwerking tussen de vrije volken kon tastbaarder gestalte worden gegeven. De grondslagen voor de veiligheid van het Westen werden door voortgezette opbouw der Atlantische strijdkrachten bevestigd en uitgebreid.
De voortschrijdende integratie van West-Europa zal die grondslagen verder versterken en houdt, indien zij ook op economisch gebied wordt voortgezet, tevens de belofte in van een blijvende bijdrage tot verhoogde welvaart der daaraan deelnemende volken.

In het betalingsverkeer met het buitenland is een wending ten goede opgetreden.

Ook in de voor ons liggende periode zal de ontwikkeling der internationale betrekkingen in belangrijke mate haar stempel drukken op het beleid. Teneinde in het kader van de Noord-Atlantische verdragsorganisatie een versterking der Westeuropese defensie te bereiken, werd de Europese Defensie Gemeenschap voorbereid. Een ontwerp van wet tot ratificatie der in dit verband aangegane overeenkomsten zal binnenkort de Staten-Generaal bereiken.

Aan een nauwe samenwerking met België en Luxemburg in Beneluxverband blijft de Regering grote waarde hechten.

Nu belangrijke structurele wijzigingen in de internationale verhoudingen met toenemende snelheid tot ontwikkeling komen, zal het aan de behartiging van het buitenlands beleid ten goede komen, indien de wijziging van de bepalingen in de Grondwet betreffende de buitenlandse betrekkingen, welke reeds in eerste lezing door de Staten-Generaal is aanvaard, zo spoedig mogelijk van kracht wordt.

De Regering is bereid de besprekingen met Indonesië over de Nederlands-Indonesische Unie en daarmede samenhangende kwesties, welke in Februari j.l. werden opgeschort, te hervatten met het doel een nieuwe basis voor de betrekkingen tussen Nederland en Indonesië te leggen.

De Regering zal zowel de geestelijke en sociale ontwikkeling der bevolking van Nieuw-Guinea als de economische vooruitgang van het land bevorderen. Het ligt in het bijzonder in de bedoeling zo spoedig mogelijk een ontwikkelingsplan voor dit gebiedsdeel vast te stellen.

Door een en ander dient de grondslag te worden gelegd voor de mogelijkheid, dat op den duur de bevolking in staat zal worden gesteld zelve over haar toekomst te beslissen.

Hiermede wordt tevens gehandeld in overeenstemming met artikel 73 van het Handvest der Verenigde Naties.

In overleg met de Regeringen der Nederlandse Antillen en van Suriname zal er naar gestreefd worden de voorbereiding van de nieuwe rechtsorde in het Koninkrijk voortgang te doen vinden.

Het ligt in de bedoeling met spoed de instelling te bevorderen van de Commissie voor het voortgezet overleg, waartoe de Conferentie Nederland-Suriname-Nederlandse Antillen besloot.

Tengevolge van in 1951 getroffen maatregelen, de gunstige ontwikkeling van de ruilvoet met het buitenland en een aantal slechts tijdelijk werkende factoren, zal waarschijnlijk in 1952 voor het eerst na de bevrijding de betalingsbalans een overschot vertonen. De goud- en deviezenvoorraad is echter in verhouding tot de totale handelsbeweging nog aanzienlijk kleiner dan voor de oorlog. Daarenboven is de internationale economische toestand vol onzekerheden, terwijl de dichtheid en de snelle groei van onze bevolking voortdurende toeneming der economische bedrijvigheid voor ons land dringend noodzakelijk maken. Het feit, dat de productie reeds geruime tijd gelijk is gebleven en dat de werkloosheid zich gemiddeld in 1952 op een hoger niveau bevindt dan vorige jaren, noopt er toe de werkgelegenheidspolitiek steeds meer als het centrale punt in het sociaaleconomische beleid te zien. Primair is de ontwikkeling van het normale bedrijfsleven. Met het oog hierop zal dan ook met name de industrialisatiepolitiek met kracht worden voortgezet, waarbij de mogelijkheid van voldoende investeringen zal zijn te bevorderen, mede door participatie van de overheid in de investeringen waar de omstandigheden daartoe nopen. Naar een versnelde uitvoering van de planner voor de ontwikkelingsgebieden wordt gestreefd.

De bereidheid bij het bedrijfsleven om tot nieuwe investeringen over te gaan is uiteraard in belangrijke mate afhankelijk van de verwachtingen omtrent de afzet der producten. Daartoe zal handhaving en zo mogelijk verhoging van de koopkracht der bevolking van belang zijn, terwijl tevens de export zal zijn op te voeren. Dit geldt met name voor de uitvoer naar de Verenigde Staten van Amerika en Canada, aangezien ook bij een overigens gunstige betalingsbalans het dollartekort nog blijft bestaan. Een zo snel mogelijk totstandkomen van de wettelijke voorzieningen, genoemd in de Exportnota, die in de afgelopen zittingsperiode aan de Staten-Generaal werd overgelegd, is daarom gewenst.

De Regering zal, terwille van de toeneming van het handelsverkeer, krachtige steun verlenen aan pogingen om internationaal tot verlaging van invoerrechten te komen.

Waar nodig wordt de uitvoering van openbare, in het bijzonder ook cultuurtechnische werken versneld en de voorbereiding van nieuwe planner wordt ter hand genomen.

Voortzetting van een actief emigratiebeleid acht de Regering geboden. Het landbouwbeleid blijft gericht op een zo groot mogelijke bijdrage van de landbouw in de nationale productie, met inachtneming van de bestaanszekerheid voor de werkers in deze bedrijfstak.

In het bijzonder door een consequente voortzetting en uitbreiding van het vestigings- en credietbeleid zal getracht worden de economische positie der middenstandsbedrijven zoveel mogelijk te verstevigen. Op het gebied van de woningbouw zal gestreefd worden naar de bouw van tenminste 55.000 woningen.

Een passende verhoging van de huren zal aanhangig worden gemaakt met compensatie van kosten voor die groepen huurders, ten aanzien van welke dit mogelijk en nodig is.Om de krotopruiming dienstbaar te maken bestrijding van werkloosheid, wanneer in komende jaren de bouwbedrijvigheid zou teruglopen, zal de voorbereiding van saneringsplannen worden ter hand genomen. Het zal naar het oordeel van de Regering ook tijdens het komende begrotingsjaar geboden zijn een deel van de lopende inkomsten van het Rijk aan te wenden voor het dekken van kapitaalsuitgaven. Het is twijfelachtig of zonder deze financieringswijze de middelen voor de woningbouw en voor werken, noodzakelijk ook terwille van de werkgelegenheid, in voldoende mate zouden kunnen worden verkregen, terwijl het tevens aanbeveling verdient, de nog steeds hoge staatsschuld zo beperkt mogelijk te houden.

In verband met de zware lasten, die op de bevolking drukken, zal bij de uitgaven grote soberheid zijn te betrachten.

Naast de toenemende krachtsinspanning voor de verdediging en op materieel gebied komt de noodzaak tot behoud en versteviging van de geestelijke waarden van ons volk sterk naar voren. Voorzieningen, die hieraan dienstig kunnen zijn, zijn in de afgelopen jaren voorbereid en, wat betreft de vernieuwing van het onderwijs, ten dele reeds in de vorm van wetsontwerpen aan de Staten-Generaal voorgelegd. Het ligt in het voornemen de verdere uitwerking hiervan ook in de komende Regeringsperiode met voortvarendheid ter hand te nemen.

Voortgang zal worden gemaakt met het treffen van maatregelen, opdat de Nederlandse bevolking zoveel mogelijk aan de verschillende vormen van onderwijs, kunsten en wetenschappen deel kan hebben.

Onderzocht zal worden of voor leerlingen van de lagere school – wellicht voor alle leerplichtige leerlingen – het schoolgeld ware af te schaffen dan wel de regeling ware te vereenvoudigen. Tevens zal worden overwogen of meer belastingfaciliteiten nodig zijn voor kinderen, die in opleiding zijn, of ter tegemoetkoming in de kosten van eigen studie. Verruiming van studietoelagen zal worden bevorderd.

Aan de bemoeiingen van de overheid op het terrein van de vrije jeugdvorming zal een wettelijke basis zijn te geven.

Een wetsontwerp tot regeling van de omroep en een ontwerp van wet tot heffing van kijkgeld hoopt de Regering in dit zittingsjaar aan te bieden.

Ook overigens wacht op het gebied van de wetgeving Regering en Staten-Generaal een omvangrijke taak. Naast de reeds genoemde wetsontwerpen zijn o.a. aanhangig een ontwerp inzake de omzetbelasting, dat heffing daarvan bij de detaillist wil beëindigen, een ontwerp op de vervreemding van landbouwgronden om het ontstaan van onrendabele bedrijven te voorkomen, benevens voorstellen betreffende herziening van het burgerlijk procesrecht en van de cassatieprocedure.

Nadere voorstellen aangaande het burgerlijk procesrecht worden voorbereid.

In verband met de voorgenomen herziening van het Burgerlijk Wetboek zullen in de vorm van vraagpunten een aantal principiële kwesties aan de Tweede Kamer ter behandeling worden voorgelegd.

Gestreefd wordt naar een spoedige indiening van wetsontwerpen betreffende een algemene regeling van de administratieve rechtspraak. Een Staatscommissie zal een onderzoek instellen nopens in ons kiesstelsel aan te brengen wijzigingen. Voorts zal mede in verband met het vraagstuk van de samenvoeging van gemeenten de meest gewenste bestuursvorm voor de grote gemeenten in onderzoek worden genomen.

Een herziening der pensioenwetgeving is in voorbereiding.

Een definitieve regeling van de ouderdomsvoorziening, ook voor zelfstandigen, op de grondslag van de sociale verzekeringsgedachte zal worden voorbereid, zodra het advies van de Sociaal-Economische Raad is ontvangen. Op dezelfde grondslag zal een definitieve regeling van de kinderbijslag voor zelfstandigen worden bevorderd. Vereenvoudiging van de administratie van de sociale verzekering en de belastingen wordt voorbereid.

De regeling van het ziekenfondswezen en de organisatie der gezondheidszorg zullen zijn te herzien.

Op het gebied van de landbouw zijn o.a. voorbereid een Landbouwarbeidswet, een Landbouwwet – ter vervanging van de zogenaamde crisiswetgeving – welke aangepast zal zijn aan de wetgeving inzake de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, en een herziening van de Pachtwet.

Een krachtige doorvoering van de bedrijfsorganisatie zal worden bevorderd, opdat deze binnen een redelijke termijn over de gehele linie van het bedrijfsleven wordt verwerkelijkt. Tevens zal bijzondere aandacht worden geschonken aan het vraagstuk van de bezitsvorming.

Steeds groter wordt de kring van problemen, die U ter beoordeling worden voorgelegd. Niet alleen binnenlands, maar ook internationaal vragen voortdurend meer onderwerpen de aandacht van de Regering en Volksvertegenwoordiging. Temidden van de dagelijkse zorgen en ingewikkelde problematiek wordt het steeds moeilijker het geheel te blijven overzien. Nog moeilijker is het tegenover de vraagstukken van deze tijd de nodige afstand te bewaren en aandacht te schenken aan verdieping van eigen inzicht. Moge God U wijsheid schenken en Gij als goede vertegenwoordigers des volks in het komende zittingsjaar tot zegen van het Koninkrijk en – voor zover het in ons vermogen ligt – van de wereld werkzaam zijn.

Onder deze bede verklaar ik de zitting van de Staten-Generaal voor geopend.

Troonrede 18 september 1951

Leden der Staten-Generaal,

Weer ligt een jaar achter ons van scherpe tegenstellingen in de wereld en van toenemende zorgen van ons volk.
De internationale spanningen duren voort en werken ongunstig in op de economische en sociale verhoudingen. Geestelijke zowel als materiële waarden worden bedreigd.

Daartegenover zijn echter ook bemoedigende verschijnselen waar te nemen. Het besef wint veld, dat voor de bescherming van vrede, vrijheid en welvaart een nauwe internationale samenwerking geboden is, waarbij staten en volkeren zich bereid moeten tonen collectief offers te brengen.
De strijdkrachten der Verenigde Naties hebben in Korea het hoofd geboden aan agressie en bewezen, dat een politiek van geweld niet straffeloos kan worden voortgezet. Met trots denk ik aan onze landszonen, die deelnemen aan de vervulling van deze gemeenschappelijke taak. Het Nederlandse detachement, waarvan ook strijders uit Suriname deel uitmaken, heeft zich bijzonder onderscheiden, maar ook smartelijke verliezen geleden. Eerbiedige dankbaarheid zijn wij verschuldigd aan wie vielen.

Ingrijpende defensiemaatregelen, ook in regionaal verband, zijn nodig gebleken en komen tot stand allereerst in het kader van het Noord-Atlantisch Verdrag.
De vorderingen, die gemaakt zijn met de opbouw van een gemeenschappelijk defensiestelsel geven goede hoop, dat voldoende paraatheid, die kan bijdragen tot het voorkomen van een nieuwe wereldramp, tijdig kan worden bereikt.
Ook aan de burgerlijke verdediging wordt volle aandacht geschonken.

De samenwerking, zowel in Atlantisch als in Europees verband, zal ook worden gericht op het waarborgen van een redelijk welvaartspeil en op de geleidelijke verhoging daarvan en zal ook op cultureel gebied de volkeren nader tot elkaar kunnen brengen.

Een eerste belangrijk voorbeeld van functionele integratie is het 18 April j.l. te Parijs ondertekend verdrag tot oprichting van de Europese gemeenschap voor kolen en staal. Aan de spoedige behandeling van het voorstel, dat daaromtrent bij de Staten-Generaal aanhangig is gemaakt, hecht de Regering grote waarde.

Het bedindigen van de staat van oorlog met Duitsland en het totstandkomen van het vredesverdrag met Japan openen de weg deze landen op voet van gelijkheid in de gemeenschap der volkeren te doen medewerken.

De Regering van de Republiek Indonesië heeft verzocht overleg te plegen over wijziging van de ter Ronde Tafel Conferentie gesloten overeenkomsten, Zij heeft daarbij doen blijken, dat zij de samenwerking met Nederland niet wenst te verbreken, maar veeleer meent, dat de belangen van beide landen door een samenwerking op een andere basis dan de bestaande op betere wijze kunnen worden gediend.

Hoewel de Regering betreurt, dat thans dit overleg over verbintenissen, die nog zo kort geleden zijn tot stand gekomen, wordt gevraagd, hoopt zij, dat een gezamenlijke bestudering van dit vraagstuk, waarbij het belang van een goede samenwerking op de voorgrond moet staan, tot een voor beide partijen bevredigende oplossing kan leiden.

Het ten vorigen jare uitgesproken vertrouwen, dat de handelsbetrekkingen tussen Nederland en Indonesië zich in toenemende mate zullen blijven ontplooien, is in vervulling gegaan.

Grote waardering verdienen de moed en de volharding, die door Nederlandse werkers in Indonesië, in het bijzonder op ondernemingen, worden betoond bij hun arbeid, die veelal in zeer moeilijke omstandigheden wordt verricht.

De ongunstige situatie, ontstaan als gevolg van het conflict in Korea, dat tot sterke stijging van de prijzen der grondstoffen heeft geleid, heeft belemmerend gewerkt op de voortgang van de liberalisatie van de handel. Aanvankelijk is Nederland daarin voorgegaan, maar tengevolge van hoge invoerrechten elders en van het inkoopbeleid in landen, waar de staatshandel een grote piaats inneemt, zag het zijn uitvoer niet in dezelfde mate werkelijk vrij worden als zijn invoer. Bovendien werd de ruilvoet aanzienlijk slechter.
Onder deze omstandigheden kan ons land voorlopig niet overgaan tot verhoging van het liberalisatiepereentage in de Europese Betalingsunie van 6o tot 75%. Ook in het Beneluxverband moesten enige maatregelen van tijdelijke aard worden overeengekomen.
Tijdens de jongste Ministersconferentie is gestreefd naar een constructieve oplossing. Vertrouwd mag worden, dat ons land binnen afzienbare tijd op verstevigde basis zijn bijdrage aan verdere vrijmaking van de Europese handel zal kunnen leveren.

Voor het verkrijgen van evenwicht in de betalingsbalans waren voorts, zoals in de Regeringsverklaring van Maart in uitzicht werd gesteld, maatregelen nodig tot beperking van consumptie en investeringen. Naast deze op zichzelf negatieve methode dient het positieve element te staan van actieve bevordering van verdere verhoging van de productie en van de uitvoer op agrarisch zowel als industrieel gebied. Alleen langs deze weg immers kan op langere termijn zonder aantasting van het levenspeil der bevolking een meer stabiele situatie worden bereikt. De volle medewerking van heel ons volk is hierbij dringend geboden.

De werkgelegenheid heeft zich in het afgelopen jaar in het algemeen op een bevredigend peil gehandhaafd. Vooral de industrie heeft hierin een groot aandeel gehad. De terwille van uitvoer en werkgelegenheid noodzakelijke investeringen zullen dan ook mogelijk moeten blijven. In enkele bedrijfstakken, waar de afzet tijdelijk was toegenomen, is enige teruggang merkbaar. De Regering ziet er echter scherp op toe, dat geen algemene verlaging van het niveau der bedrijvigheid plaats vindt, ook door bij het geven van militaire opdrachten met dit grote belang rekening te houden.
Voor gebieden waar structurele tekorten aan werkgelegenheid bestaan zullen aan de Staten-Generaal soortgelijke voorstellen worden aangeboden als het reeds aanvaarde ontwerp betreffende het ontwikkelingsplan voor Z.O.Drenthe.

De algemene prijsontwikkeling is de laatste maanden van then aard, dat, zolang de huidige omstandigheden voortduren, geen grond bestaat voor verdergaand ingrijpen op dit gebied. Wel zal het toezicht op de ontwikkeling van het binnenlandse prijsniveau onverzwakt worden gehandhaafd. Dat in de totale kosten van het levensonderhoud sinds April een zekere stabilisatie is ingetreden, komt aan de rust in het bedrijfsleven ten goede.
De middenstand heeft echter gedurende de afgelopen maanden een moeilijke tijd doorgemaakt, terwijl ook thans nog in vele bedrijven, in het bijzonder door stagnatie van de afzet bij sterk gestegen inkoopprijzen, ernstige liquiditeitsmoeilijkheden worden ondervonden. Het grillige prijsverloop, dat in het bijzonder voor duurzame consumptiegoederen gedurende de afgelopen maanden viel waar te nemen, heeft het risico in het bedrijfsleven in het algemeen en in de detailhandel niet in de laatste plaats sterk doen toenemen. De Regering gaat in overleg met het betrokken bedrijfsleven na, welke maatregelen, gegeven de algemene financieel-economische politiek, kunnen worden genomen teneinde aan de liquiditeitsmoeilijkheden in de middenstand zoveel mogelijk het hoofd te bieden.
Een ontwerp van een nieuwe vestigingswet, waarin rekening is gehouden met de bezwaren, die in en buiten de middenstandskringen tegen de wet van 1937 bestaan, zal nog in dit jaar aan de Staten-Generaal worden aangeboden.

Het verheugt de Regering, dat in bepaalde sectoren van het bedrijfsleven plannen zijn voorbereid om te komen tot publiekrechtelijke organen en dat de Sociaal-Economische Raad deze voorbereiding krachtig steunt. Het zal voor organische verhoudingen in de Nederlandse volkshuishouding van grote betekenis zijn als in de naaste toekomst bedrijf- en productschappen tot ontwikkeling komen, ook in die delen van het bedrijfsleven waar de voorbereidende werkzaamheden thans nog niet zijn aangevangen.

Dat de begroting voor het jaar 1952 niet alleen sluitend is, maar zelfs in een dekking van een deel der uitgaven van de kapitaaldienst door middelen van de gewone dienst voorziet, moet onder de huidige omstandigheden als het voldoen aan een gebiedende eis worden gezien. Militaire werken zijn niet rendabel. De staatsschuld is reeds abnormaal hoog. Bovendien is het wenselijk de krappe kapitaalmarkt zoveel mogelijk voor dringende behoeften van de lagere publiekrechtelijke lichamen en van het particuliere bedrijfsleven te reserveren. Geschiedde zulks niet, dan zou niet alleen de financiering van primaire belangen als de bouw van woningen en scholen en de industrialisatie in gevaar komen, maar zou bovendien het herstel van het monetaire evenwicht worden bemoeilijkt. De bijdrage, die van ons land in het kader van de militaire inspanning van de Westerse wereld wordt verwacht, stelt zware eisen aan de schatkist en noopt tot beperking van uitgaven, die onder normale omstandigheden als wenselijk zouden worden geschouwd. Hoe groot echter ook de offers zijn, welke ons volk bereid is hiervoor te brengen, vast staat dat in het bijzonder met het oog op de betalingsbalans de verdere uitvoering van het militaire vierjarenplan zonder buitenlandse financiële hulp bezwaarlijk zou zijn te volbrengen.

Waar grote krachtsinspanning wordt gevraagd voor de verdediging van onze beschaving zullen ook de geestelijke waarden zelf levend moeten worden gehouden. Dit geldt in het bijzonder voor de jeugd, die ook in deze verwarde tijd haar vertrouwen in de toekomst niet mag verliezen. Vernieuwing van ons onderwijsstelsel dient met bekwame spoed te worden bevorderd. De vootzieningen, die in een algemene nota hierover zijn geschetst, zullen nader worden ontwikkeld en in wettelijke regelingen worden belichaamd.

Met het oog op de toegenomen betekenis van de techniek in onze beschaving zullen meer dan voorheen de algemene vorming, de bevordering van de handvaardigheid en het technisch onderwijs nauwlettende zorg vereisen.

Aan de wetenschap zal bijzondere aandacht worden geschonken, ook om de internationale positie van ons land te versterken.

Bevordering van hetgeen kan strekken tot bescherming van het hoge goed der rechtshandhaving heeft de bijzondere aandacht der Regering. Op sociaal terrein is het nauwe contact tussen de overheid en de organisaties van werkgevers en arbeiders, dat sinds de bevrijding zo goede vruchten heeft gedragen, ook dit jaar van betekenis geweest.

De Sociaal-Economische Raad heeft op verzoek van de Regering advies uitgebracht over de economische gevolgen van de invoering der Werkloosheidswet. Dit advies is thans in overweging. De organisatie van de uitvoering dezer wet zal worden vergemakkelijkt indien het ontwerp Reorganisatiewet Sociale Verzekering, dat bij de Staten-Generaal aanhangig is, spoedig tot stand zal kunnen komen.

In verband met de snelle bevolkingsgroei is naast de industrialisatie toeneming van de emigratie zeer gewenst. Zij vertoont reeds een sterk stijgende lijn. Met het oog daarop dient de organisatie van de emigratie te worden verbeterd, mede door regeling van de samenwerking tussen het Rijk en daartoe gedigende maatschappelijke organisaties. Een daartoe strekkend wetsontwerp is bij de Staten-Generaal ingediend.

Het streven van de Regering is er op gericht de Noodwet Ouderdomsvoorziening te vervangen door een wettelijke verzekering. De Regering hoopt eerlang een voorontwerp dienaangaande om advies naar de Sociaal-Economische Raad te zenden.

Een voorontwerp Ziekenfondswet is reeds bij die Raad aanhangig gemaakt. Ook overigens heeft de zorg voor de volksgezondheid bijzondere aandacht. In het algemeen blijft deze zich gunstig ontwikkelen.

Ten aanzien van voorzieningen in de sector van het verkeer en de waterstaat dwingen de tijdsomstandigheden tot verdere beperking van investeringen, die nog uitstel gedogen. Naast de uitgebreide normale arbeid op deze gebieden vinden echter ook belangrijke nieuwe werken, als b.v. de drooglegging van de Oosterpolder, voortgang.

Ook de omvang der bouwbedrijvigheid ondervindt de terugslag van de noodzaak om investeringen te beperken. In het bouwprogram voor het komende jaar is gerekend op de bouw van 40.000 woningen. Het zal van het grootste belang zijn indien binnen het kader der financieringsmogelijkheden het aantal kan worden opgevoerd. Dit onderstreept de noodzakelijkheid om te blijven streven naar verdere verlaging van de bouwkosten en om een zo groot mogelijk aantal woningen als duplex-woningen in te richten teneinde met de beperkte middelen, die ter beschikking staan, een hoger nuttig effect te bereiken.

Aangaande de voorbereiding van het overleg voor de vestiging van de nieuwe rechtsorde van het Koninkrijk heeft de Nederlandse Regering contact opgenomen met de Landsregeringen van Suriname en de Nederlandse Antillen. Voor dit overleg zal een conferentie worden bijeengeroepen zo spoedig als een deugdelijke voorbereiding dit toelaat.

In de Nederlandse Antillen is de Interimregeling in werking getreden, alsook de Eilandenregeling, waardoor de eilandgebieden zelfstandigheid verkrijgen ten aanzien van de verzorging van eigen locale aangelegenheden. Aan de opstelling van een ontwikkelingsplan voor Suriname wordt met voortvarendheid gewerkt.

Het stemt tot voldoening, dat met de uitvoering van de plannen tot inpoldering van een gedeelte van het kustgebied van het district Nickerie zomede met de uitvoering van de projecten van het Welvaartsfonds goede vorderingen worden gemaakt. Uit hoofde van zijn verantwoordelijkheid voor Nieuw-Guinea zal Nederland zijn plichten nakomen ten aanzien van de geestelijke en materiële verheffing en de politieke ontwikkeling der bevolking.

Ook dit jaar wacht U een uitgebreide taak. Naast de reeds aanhangige en in uitzicht gestelde wetsontwerpen, de veeleisende begrotingsarbeid en de internationale vraagstukken, waarmede de Staten-Generaal meer dan vroeger in aanraking komen, zal een herziening van de Grondwet, zij het van beperkte strekking, Uw aandacht vragen. Gij zult bij Uw werk staan voor menige moeilijke beslissing, omdat velerlei belangen zijn af te wegen, die in deze tijdsomstandigheden niet alle kunnen worden behartigd op de wijze, die ons lief zou zijn.

Veel ook wordt gevraagd van heel ons volk, veel aan persoonlijke en financiële lasten, veel tevens aan bereidheid tot nieuwe krachtsinspanning. lk doe daarvoor een dringend beroep op de eensgezindheid der Natie.

Als onze democratie zich in haar bestuursorganen en vertegenwoordigende lichamen krachtig, besluitvaardig en rechtvaardig toont, als in ons volk een ieder naar vermogen medewerkt aan het beschermen van de vrede en het handhaven van de vrijheid, aan het versterken van onze geestelijke krachten en aan de versteviging van onze economie en de verbetering van onze sociale verhoudingen, mogen wij de toekomst met vertrouwen tegemoet zien.

Met de bede, dat God Uw arbeid en ons volk moge zegenen, verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal voor geopend.

Troonrede 19 september 1950

Leden der Staten-Generaal,

Bij het eerste lustrum na de bevrijding gaf het economisch, maatschappelijk en geestelijk leven van Nederland een beeld te zien, dat getuigde van de veerkracht, waarmede ons volk door alle teleurstellingen en tegenslagen heen vele gevolgen van oorlog en bezetting te boven wist te komen. Gedurende een groot deel van het achter ons liggende jaar vond het herstel op verheugende wijze voortgang. De gezondheidstoestand van ons volk kan in het algemeen gunstig worden genoemd. De woningbouw vorderde. De industriale en agrarische productie ontwikkelden zich bevredigend, ook handel en verkeer namen toe. Op sociaal gebied bleef een goede samenwerking bestaan. Wel deed zich na de devaluatie een prijsstijging gevoelen, maar aangenomen mocht worden, dat deze binnen zekere grenzen kon worden gehouden en onder de invloed van de ruimere productie na enige tijd voor een daling zou plaats maken. Ook in de financiële toestand tekende zich een verdere verbetering af, al werd die o.a. door de devaluatie ongunstig beïnvloed.

Thans doen zich echter ook in ons land de gevolgen gevoelen van de toeneming der internationale spanningen, in het bijzonder na de aanval op Zuid-Korea, een oorlogsdaad, die voor de eerste maal heeft geleid tot een snel militair ingrijpen van de zijde der Verenigde Naties.

Op de vrije volkeren rust de taak om in zo nauw mogelijke aaneensluiting de collectieve veiligheid te verzekeren en het kostbare erfdeel der vrijheid te beschermen tegen mogelijke aanranding van buiten en ondermijnende actie van binnenuit.

Voor Nederland, dat sinds de bevrijding doelbewust tot internationaal samengaan met gelijkgezinde mogendheden heeft besloten, betekent deze ontwikkeling geen principiële wijziging in het beleid. Wel is het duidelijk geworden, dat de volkeren van West-Europa en van de Atlantische gemeenschap hun politieke, economische, financiële, sociale en militaire samenwerking in sneller tempo dienen te verwezenlijken.

Op de weg naar de Economische Unie tussen Nederland, België en Luxemburg is dit jaar weder belangrijke voortgang gemaakt. De organisatie op grond van het Brusselse pact, waarin de Benelux met Groot-Brittannië en Frankrijk is verenigd, is een waardevolle vorm van coöperatie gebleven, al is een gedeelte van haar arbeid overgenomen door de grotere gemeenschap der Noord-Atlantische volkeren, waarin de internationale ontwikkeling de stoot heeft gegeven tot een versterking en versnelling van de gezamenlijke defensie-maatregelen.

In West-Europa wint het begrip voor de noodzakelijkheid van practische samenwerking veld. Een sterke wil daartoe is onder meer tot uiting gekomen in de Raad van Europa.

Op het gebied van de economische integratie van Europa zijn belangrijke vorderingen gemaakt, in het bijzonder door het besluit tot vorming van een Europese Betalingsunie, die het economisch verkeer tussen de Europese landen in velerlei opzicht vergemakkelijkt, al blijft de tariefpolitiek van verschillende landen nog een belemmering. Ook het plan voor de integratie van de productie van de twee belangrijkste industriële grondstoffen, staal en kolen, kan van grote waarde blijken. Nederland heeft aan de uitwerking dezer plannen een actief aandeel genomen en tevens een eigen initiatief ontwikkeld door indiening van het plan van actie voor Europese economische integratie. De Regering acht het van groot belang, dat zo spoedig mogelijk ook Duitsland ten volle wordt betrokken bij de nauwere aaneensluiting van Europa. Het economisch verkeer tussen Nederland en Duitsland is reeds in sterke mate verruimd.

In de eeuwenoude verhouding tussen Nederland en Indonesië heeft zich door de souvereiniteitsoverdracht een definitieve verandering voltrokken. Deze ommekeer heeft het onvermijdelijk gemaakt, dat tal van feitelijke en persoonlijke verhoudingen werden beëindigd of aan de veranderde toestanden aangepast. In veler levensomstandigheden heeft dit diep en pijnlijk ingegrepen. De Regering tracht de gevolgen daarvan zoveel in haar vermogen ligt te verzachten.

Problemen van de overgangstijd hebben tot moeilijkheden aanleiding gegeven. Voorts houdt het vraagstuk Nieuw-Guinea de beide landen verdeeld. Niettemin mag de hoop worden gekoesterd, dat het belang, dat voor beide Staten in een goede samenwerking gelegen is, op den duur over de moeilijkheden zal doen zegevieren.

De eerste Unieconferentie, die dit jaar in Djakarta gehouden is, heeft de practische betekenis van de bijzondere relatie, die tussen beide landen bestaat, in het licht gesteld. De Regering hoopt, dat volgende Unie-conferenties zich zullen kenmerken door eenzelfde goede sfeer en even belangrijke practische resultaten als de eerste.

De handelsbetrekkingen tussen beide landen ontwikkelen zich bevredigend. De Regering vertrouwt, dat zij zich in de toekomst in toenemende mate zullen kunnen ontplooien, waarbij de mogelijkheden, die Nederland als Beneluxpartner heeft, van invloed kunnen zijn.

De in Suriname reeds ingevoerde en voor de Nederlandse Antillen spoedig te verwachten Interimregeling geeft in afwachting van de totstandkoming van de nieuwe rechtsorde aan deze gebieden een belangrijke en zelfstandige positie, welke naar de overtuiging der Regering de banden met Nederland zal versterken. De samenwerking op economisch en cultureel gebied met Suriname en de Nederlandse Antillen ontwikkelt zich gunstig. De plannen tot verdere ontginning van Surinames hulpbronnen nemen geleidelijk vaste vorm aan. Enkele projecten zijn reeds in uitvoering. De activiteit, die de Landsregering in goede samenwerking met het Welvaartsfonds en de Stichting voor de machinale landbouw op dit gebied aan de dag legt, heeft de warme belangstelling en steun van Nederland. Het stemt tot diepe bezorgdheid, dat zo spoedig na de afloop van de wereldoorlog en zo onmiddellijk volgende op de bedindiging van het conflict in Indonesië, opnieuw van Nederland grote offers voor de defensie moeten worden gevraagd. Versnelling van de opbouw en versterking in het bijzonder van de strijdkrachten te land en in de lucht is ter hand genomen. Hetgeen op dit gebied verder zal dienen te worden gedaan, verkrijgt vorm en inhoud door voortdurend overleg met de landen, met welke Nederland in het Noord-Atlantisch Verdrag is verbonden.

Naast de steun, welke andere landen ons willen geven, heeft Nederland eigen prestaties te vergroten. Zowel bij de defensie als bij de ordehandhaving en bij de burgerlijke verdediging zal vrijwillige medewerking van grote betekenis kunnen zijn. Met dankbaarheid gedenk ik hoevelen hun militaire dienst overzee met inzet van hun gehele persoon hebben verricht, en ook thans nog gedurende de laatste en wellicht zwaarste periode van hun verblijf in Indonesië vervullen. Met eerbied stel ik vast, hoevelen bereid bleken om als vrijwilligers deel te nemen aan het Nederlandse aandeel in de strijdmacht der Verenigde Naties in Korea. De Regering weet zich door de wilskracht der natie gesterkt in haar streven om Nederland zijn plaats te doen innemen in de kring der landen, die zich doelbewust opmaken om de kans op het behoud van de vrede te vergroten door de zekerheid te scheppen, dat een aanval gezamenlijk zou worden weerstaan.

De gang van zaken in de wereld stelt Nederland ook op economisch, sociaal en financieel gebied voor nieuwe vraagstukken. Behalve aan de noodzaak tot opvoering der nationale weerbaarheid is daarbij vooral te denken aan de sterke stijging der prijzen van vele grondstoffen op de wereldmarkt, een stijging, waartegen Nederland alleen niets vermag, en die voor ons land een bijzonder ongunstige uitwerking heeft, omdat het zelf zo weinig grondstoffen voortbrengt.

Onder deze omstandigheden eist het te volgen beleid hernieuwde nauwgezette overweging.

Een herziening van de rangorde in dringendheid der uitgaven op het gebied der overheidswerkzaamheid, met inbegrip van die der lagere overheden, zal onvermijdelijk zijn. Een verdere verlaging van de belastingdruk zal om gelijke oorzaak voorshands niet in vooruitzicht kunnen worden gesteld. De handhaving van het monetaire evenwicht, in de laatste jaren bevorderd door de Marshallhulp, zal onder de gewijzigde omstandigheden moeilijker worden. Het is echter een gebiedende eis, dat dit evenwicht wordt bewaard, zowel als voorwaarde voor het herstel van het nog steeds ontbrekende evenwicht in de betalingsbalans, als omdat een stijgend prijspeil noodlottige gevolgen medebrengt voor het levensniveau van cen groot deel van ons volk. In verband daarmede zal ook in de financiële politiek aan sociale gezichtspunten bijzondere aandacht moeten worden besteed.

Evenzeer is op economisch gebied grote waakzaamheid geboden. Mocht de ontwikkeling dieper en meer omvattend overheidsingrijpen wenselijk doen zijn, dan zal de Regering niet aarzelen hiertoe over te gaan.

Na urgent gebleken maatregelen op het gebied van de loon- en prijspolitiek te hebben genomen, heeft de Regering over het verder te dezen aanzien te voeren beleid het advies gevraagd van de dit jaar tot stand gekomen Sociaal-Economische Raad. Ter bereiking van een doeltreffende maatschappelijke organisatie is het van groot belang, dat lichamen, als bedoeld in de Wet op de Bedrijfsorganisatie, tot stand komen. De Regering zal de bedrijfsorganisatie zoveel mogelijk bevorderen, mede door bij nieuwe wettelijke maatregelen, waar mogelijk, bevoegdheden aan bedrijfslichamen toe te kennen. De bevordering van de industrialisatie, die tot nog toe niet onbevredigend verloopt, blijft een kernpunt van de economische politiek. Ook op verdere verhoging van de productiviteit van landbouw en visserij blijft het streven der Regering gericht.

De werkgelegenheid bleef zich in het algemeen, in aanmerking genomen het grote aantal gedemobiliseerden, dat geplaatst moest worden, gunstig ontwikkelen. Waar zich in enkele gebieden van ons land met veelal eenzijdige bestaansbronnen regionale structurele werkloosheid begon af te tekenen, werden voorzieningen getroffen om deze gebieden aantrekkelijker te maken voor industrievestiging. Op dit gebied zijn reeds enkele resultaten van betekenis bereikt.

De sterke bevolkingsgroei en de beperktheid van de beschikbare grond blijven krachtige bevordering der emigratie eisen.

Voorstellen tot het voortzetten van landaanwinningen en inpoldering zullen worden gedaan.

Nu de liquidatie van de gevolgen van oorlog en bezetting steeds verder voortschrijdt, kan meer dan in vorige jaren aandacht en energie worden gewijd aan de aanpassing van ons recht aan de ontwikkeling der maatschappelijke verhoudingen. Op cultureel gebied zal het beleid gedragen blijven door de overtuiging, dat kunsten en wetenschappen van hoge waarde zijn voor ons volk.

Aan de Staten-Generaal zal worden voorgelegd een nota betreffende het geheel van onderwijsvoorzieningen, die voor de toekomst van onze jeugd en met het oog op de behoeften onzer maatschappij wenselijk zijn.

De verdere uitwerking van het door het Kabinet bij zijn optreden ontwikkelde program van wetgeving en bestuur, waarvan reeds verscheidene punten werden verwezenlijkt, zal voortgang hebben. In de Memoriën van Toelichting bij de begrotingshoofdstukken worden daaromtrent nadere mededelingen gedaan. Veel zal daardoor ook in het nieuwe zittingsjaar van Uw werkkracht worden gevraagd.

Vast staat, dat een grote krachtsinspanning van heel ons volk nodig zal zijn om aan de gewijzigde verhoudingen het hoofd te bieden. Uit hetgeen mogelijk is gebleken in de vijf jaar, waarin Nederland zich uit de diepste ellende omhoog heeft gewerkt, mag het vertrouwen worden geput, dat onze volkskracht ook tegen deze verzwaarde taak opgewassen zal blijken te zijn.

De Regering harerzijds zal het mogelijke doen om een redelijk evenwicht te bevorderen tussen de eisen, gesteld voor de medewerking aan de collectieve veiligheid, en het economische, sociale en culturele welzijn van ons volk.

Met de bede, dat God ons allen in onze arbeid moge sterken, verklaar ik de gewone zitting der Staten-Generaal voor geopend.

Troonrede 20 september 1949

Leden der Staten-Generaal,

Toen ik het vorige jaar voor de eerste maal na mijn inhuldiging in Uw midden verscheen, sprak ik van de moeilijkheden, waarvoor het Koninkrijk gesteld is in een wereld, die, in tegenstelling met de bij het einde van de oorlog gekoesterde verwachtingen, nog geen wezenlijke vrede kent.
De tegenstellingen, die zich nog steeds openbaren en tengevolge waarvan het politieke en economische herstel is vertraagd, hebben geleid tot fundamentele veranderingen in de internationale verhoudingen, waarbij Nederland ten nauwste betrokken is.

Deze veranderingen hebben de stoot gegeven tot nieuwe vormen van staatkundige, economische en militaire samenwerking.

Ook Nederland heeft in verband daarmede verdere schreden gezet op de weg van bijzondere statengroeperingen en zal naar vermogen bijdragen tot de versterking van deze bindingen van constructief karakter.

Naast de samenwerking met onze Zuidelijke buren in het verband van de Benelux is die tussen de vijf mogendheden van het Verdrag van Brussel verder gegroeid. In het afgelopen jaar trad Nederland toe tot de raad van Europa en het Noord-Atlantisch Verdrag. De ontwikkeling van de organisatie van Straatsburg, waarbij 12 Europese landen zijn aangesloten houdt beloften in voor de groei der zozeer noodzakelijke grotere eenheid in Europa.

In het Noord-Atlantisch Pact is samenwerking verkregen tussen een aantal staten in West-Europa en op het Westelijk halfrond. Toen het duidelijk werd, dat de Verenigde Naties de collectieve veiligheid vooralsnog niet voldoende zouden kunnen garanderen, heeft Nederland in deelneming aan deze beperktere, maar niettemin ruime kring, een aanvullende waarborg voor zijn veiligheid gezocht en, naar vertrouwd wordt, ook gevonden. Een waarborg, die medebrengt, dat Nederland ook zijnerzijds zijn krachten inzet voor de bescherming van veiligheid, vrede en recht.

Deze nieuwe aaneensluitingen passen in het bestel van het Handvest der Verenigde Naties. Dat de belangstelling voor het buitenlands beleid, dat voor ons land van grote en steeds groeiende betekenis is, sterk toeneemt, stemt tot voldoening. Nauwere samenwerking met de Volksvertegenwoordiging, ook op dit terrein, zal de Regering gaarne bevorderen.

Andermaal zal Nederland in het komende jaar de zeer gewaardeerde hulp ontvangen van de Verenigde Staten van Amerika onder het Europees Herstelprogramma. Alleen door een gezamenlijk West-Europees optreden zal dit programmer de maximale vruchten kunnen afwerpen. Ondanks onvermijdelijke onvolkomenheden is de nog jonge Organisatie voor Europese Economische Samenwerking het aangewezen lichaam voor de vervulling van deze grootse taak; daarnaast zal van de Raad van Europa een stimulerende invloed kunnen uitgaan.

De Regering stelt zich onveranderd ten doel de verwezenlijking van de volledige Economische Unie tussen België, Luxemburg en Nederland zo krachtig mogelijk te bevorderen.
Niettegenstaande verheugende vorderingen, die reeds gemaakt werden, zijn nog grote moeilijkheden te overwinnen. De verdere ontwikkeling der algemene Europese samenwerking kan aan een snelle verwerkelijking ten goede komen.

Het is geboden ook Duitsland, zij het voorlopig slechts West-Duitsland, meer en meer te betrekken in de West-Europese gemeenschap, mits gewaarborgd blijve, dat Duitsland de Europese veiligheid niet opnieuw in gevaar zal kunnen brengen. Een ruimere ontwikkeling van het economisch verkeer tussen Nederland en Duitsland is in het belang van beide landen en tevens van een gezonde Europese economie.

Zwaar is de druk, die nog steeds op de volkeren van Nederland en Indonesië rust als gevolg van het uitblijven van definitieve overeenstemming over een nieuwe rechtsorde. Smartelijk zijn in het bijzonder de verliezen aan mensenlevens. Met dankbaarheid en eerbied denk ik aan hen, die vielen als slachtoffer van hun plichtsvervulling.

Het bijeenkomen van de Ronde Tafel Conferentie, die thans hier ter stede wordt gehouden, heeft echter de hoop doen herleven, dat, hoe ernstig en ingewikkeld de vraagstukken ook zijn, die zij tot oplossing moet brengen, partijen er in zullen slagen spoedig een bevredigend eindresultaat te bereiken. Moge daaruit voortkomen een samenwerking op voet van gelijkheid tussen de volkeren van een vrij en souverein Nederland en van een vrij en souverein Indonesië, die in de geschiedenis zal kunnen gelden als een voorbeeld van zegenrijk samengaan van Oost en West.

Ten aanzien van Suriname en de Nederlandse Antillen is de weg, die tot een nieuwe rechtsorde leidt, reeds uitgestippeld. De Regering hoopt, dat een interim-regeling, die aan deze gebieden volledig autonomie geeft, en die tevens betrekking heeft op de behandeling van gemeenschappelijke aangelegenheden, spoedig in werking zal kunnen treden, nadat gerezen moeilijkheden uit de weg zullen zijn geruimd.

De met deze interim-regeling te verkrijgen ervaring zal van groot nut kunnen zijn bij de nadere overweging van de wijze, waarop de nieuwe opbouw van het Koninkrijk zal kunnen worden verwezenlijkt.

Met het oog op het zo gewenste monetaire evenwicht stemt het tot voldoening, dat de Rijksbegroting voor het jaar 1950 voor het eerst na de bevrijding sluitend is. Het niveau, waarop de lopende uitgaven en de middelen tot dekking daarvan zich bevinden, is echter abnormaal hoog en stemt vooral in verband met de conjunctuurphase, waarin de wereld verkeert, tot bezorgdheid.

Ondanks de belangrijke stijging der productie en de verbetering, die is ingetreden in de verhouding tussen in- en uitvoer, vertoont voorts de betalingsbalans, in het bijzonder met de dollargebieden, nog een groot tekort, dat vooralsnog slechts overbrugd kan worden dank zij de hulp, die ons land ten deel valt in het kader van het Europees Herstelprogramma. Deze hulp is echter van tijdelijke aard. Zij is reeds verminderd en zal over enkele jaren aflopen. Na de sanering van het geldwezen en van de begroting is thans allereerst die van de betalingsbalans geboden. Grote moeilijkheden staan ons volk hierbij te wachten, moeilijkheden, die slechts bij een gecoördineerde actie op verschillende terreinen van Regeringsbeleid en grote krachtsinspanning van allen zullen zijn te overwinnen. Met de gewijzigde economische noodzakelijkheden zal op realistische wijze rekening moeten worden gehouden. In de aanhangig gemaakte belastingontwerpen is zowel aan deze omstandigheden als aan sociale overwegingen aandacht gegeven.

Ook bij de militaire verplichtingen, die Nederland in het belang van de collectieve veiligheid op zich neemt in internationaal verband zal rekening zijn te houden met hetgeen economisch en financieel kan worden gedragen. Vertrouwd mag echter worden, dat de vervulling van die verplichtingen door te verkrijgen materiële hulp zal worden vergemakkelijkt. De zoëven genoemde economische noodzakelijkheden worden in sterke mate beheerst door het feit, dat de concurrentie op de wereldmarkt voortdurend in kracht toeneemt. De verkopersmarkt heeft zich in een kopersmarkt gewijzigd. Onder deze omstandigheden zal Nederland zijn zware exporttaak moeten vervullen op straffe van een aanzienlijke daling van het tegenwoordige voorzieningsniveau en het ontstaan van werkloosheid. Hier ligt een waarlijk nationale taak waaraan een ieder op de plaats waar hij is gesteld, zal moeten medewerken.

De wijzigingen op monetair gebied, die bezig zijn zich te voltrekken in overleg met het Internationale Monetaire Fonds, zullen zonder twijfel invloed uitoefenen op de concurrentiepositie der onderscheidene landen. Ook Nederland zal de omstandigheden, waaronder het handels- en betalingsverkeer met het buitenland zich voltrekt, in menig opzicht zien wijzigen.

Nochtans zal de taak, waarvan ik zoëven sprak, slechts ten volle kunnen worden vervuld, indien de krachten worden gericht op het bereiken en handhaven van een in internationaal verband concurrerend niveau der productiekosten en vergroting van de productie. Verhoging van de arbeidsproductiviteit, mede door opvoering van de efficiency, zal daartoe noodzakelijk zijn. Ook omvangrijke investeringen voor vervanging, modernisering en uitbreiding zijn hiertoe vereist. Deze investeringen zullen een uitvoerbevorderend of invoerbesparend karakter moeten dragen. Zij dienen vooral in de industrie tot stand te worden gebracht. Ook met het oog op de werkgelegenheid, die voor de snel toenemende bevolking moet worden geschapen en die in het bijzonder van beslissend belang is voor de positie der arbeiders, acht de Regering de bevordering van de industrialisatie een van de kernpunten van het te voeren economisch beleid. Daarnaast zal zij aan de emigratie bijzondere aandacht schenken.

Het stemt tot verheugenis, dat ondanks de naoorlogse spanningen en moeilijkheden de arbeidsvrede kon worden behouden. Dat dit in de jaren na de bevrijding mogelijk is geweest, heeft in belangrijke mate bijgedragen tot wat aan herstel van de welvaart des lands is bereikt. Handhaving van een goede samenwerking tussen Overheid, werkgevers- en arbeidersorganisaties zal ook voor de verdere ontwikkeling van grote betekenis zijn. Ook over de nieuwe situatie, die een gevolg zal zijn van de zich wijzigende monetaire verhoudingen, zal met de Stichting van de Arbeid overleg worden gepleegd.

Pogingen om tot verruiming en vrijmaking van het internationale goederen- en dienstenverkeer te geraken worden door Nederland krachtig gesteund. Binnenslands wordt een einde gemaakt aan detailbemoeienissen, die zijn voortgevloeid uit de schaarste-economie, maar die thans verstarrend zouden kunnen werken en gemist kunnen worden.

De positie van de middenstand, die aan de ene kant door de liquidatie der schaarstemaatregelen ruimer armslag krijgt, doch aan de andere kant door toenemende concurrentie, gepaard met zware bedrijfslasten, in sommige opzichten voor financiële moeilijkheden komt te staan, zal de bijzondere aandacht van de Regering vragen.

Verdere stimulering van de vakbekwaamheid, in het bijzonder ook in het ambacht, moet, mede met het oog op de bevordering van de export, van grote betekenis worden geacht.

De toenemende behoefte aan voeding voor het snel in aantal groeiende Nederlandse volk en de belangrijke bijdrage in de uitvoer, welke de landbouw moet leveren, maken het noodzakelijk, dat de productie op eigen grond en met eigen arbeid zo hoog mogelijk wordt opgevoerd. Het landbouwbeleid blijft er op gericht de voorwaarden daarvoor te scheppen door te streven naar bestaanszekerheid op lange termijn door middel van productie- en marktordening en voortgaande verbetering van onderzoek, onderwijs en voorlichting.

Ofschoon op dit ogenblik de internationale verhoudingen, het Indonesische vraagstuk en het financieel-economisch beleid zeer in het bijzonder de aandacht vragen wordt met kracht doorgewerkt aan de verdere verwezenlijking van het programma ten aanzien van wetgeving en bestuur, dat het vorige jaar werd ontwikkeld. Ook andere onderwerpen in verband met de ideële en materiële belangen van ons volk dan toen werden genoemd, zijn op verschillende Departementen ter hand genomen.

Hoezeer de economische en financiële toestand beperkingen oplegt, het mogelijke zal worden gedaan om het herstel van onze volkskracht, stoffelijk zowel als geestelijk, dat zich in de sedert de oorlog verstreken jaren op een in menig opzicht verheugende wijze heeft voltrokken, verdere voortgang te doen hebben en om ons uit nood en verwoesting herrezen land een waardige plaats te doen innemen in de internationale samenleving.

Uw taak zal ook in de komende jaren veelomvattend en moeilijk zijn.Met de bede, dat Gods onmisbare zegen op onze gemeenschappelijke arbeid moge rusten, verklaar ik de gewone zitting der Staten-Generaal voor geopend.

Troonrede 21 september 1948

Leden der Staten-Generaal,

Slechts korte tijd is verlopen sedert ik, nadat mijn Moeder afstand deed van de troon en de regering door mij werd aanvaard, in Uw midden de eed aflegde en werd ingehuldigd.

Met ontroering en dankbaarheid denk ik terug aan de wijze, waarop het 5o-jarig regeringsjubileum van mijn Moeder werd gevierd en bij de troonwisseling alom uiting werd gegeven aan warme gevoelens van aanhankelijkheid ten opzichte van Haar – en aan de wijze, waarop men mij heeft welkom geheten. De herinnering aan dit alles zal mij sterken bij het vervullen van de taak, die op mijn schouders is gelegd.

Groot zal de inspanning zijn, die van ons allen wordt gevergd om het hoofd te bieden aan de moeilijkheden, waarvoor het nog zo waar onder oorlogsgevolgen lijdende Koninkrijk gesteld is in een wereld, die nog geen wezenlijke vrede kent. De grote verwachtingen, die de samenwerking der Geallieerden in de strijd had opgewekt ook ten aanzien van samenwerking in de vrede, zijn niet in vervulling gegaan. Scherpe tegenstellingen blijven zich openbaren. De Regering zal voortgaan om in het kader der Verenigde Naties te streven naar versterking der internationals gemeenschapsgedachte.

Bijzondere aandacht wijdt zij aan de ontwikkeling van de kernen van internationale aaneensluiting, die in de Unie tussen Nederland, België en Luxemburg en de samenwerking der Vijf-Mogendheden ingevolge het Verdrag van Brussel reeds haar levensvatbaarheid hebben bewezen. Een spoedige totstandkoming van de Economische Unie met België en Luxemburg acht de Regering van groot gewicht. Zij werkt met kracht mede aan het wegnemen van de hinderpalen, die aan de realisering dier Unie in de weg staan.

Ook op sociaal-cultureel gebied wordt nauwer samenwerking binnen de Benelux, zowel als in verband met het Vijf-Mogendhedenverdrag voorbereid. In het bijzonder op het gebied van de gezondheidszorg is de werkzaamheid van Nederlandse zijde in de internationale sfeer toegenomen, mede door de totstandkoming van de Wereld Gezondheids Organisatie.

De toestand van ’s lands financiën noopt er toe de militaire krachtsinspanning, voor wat betreft de Landmacht, vrijwel uitsluitend te blijven richten op het in Indonesië onderhouden van een voor haar taak berekende krijgsmacht. Voor zover betreft de Koninklijke Marine en de Luchtstrijdkrachten wordt daarnaast een begin gemaakt met de vorming van een bijdrage aan de gemeenschappelijke verdediging van de vijf door het pact van Brussel verbonden West-Europese Mogendheden.

In aansluiting aan de kortelings tot stand gekomen grondwetsherziening zal krachtig worden voortgewerkt aan het scheppen van een nieuwe rechtsorde tussen Nederland, Indonesië, Suriname en de Nederlandse Antillen, ter verwerkelijking van het gerechtvaardigde streven der volkeren overzee naar vrijheid, gelijkwaardigheid en zelfstandigheid.

Met verheuging mag worden geconstateerd, dat de staatkundige opbouw van de federalistische gebieden in Indonesië gestadige voortgang heeft gevonden. In al deze gebieden kan ook een bevredigend, zij het onderling gevarieerd, herstel van het economisch leven worden waargenomen.

De verhouding tot de Republiek blijft bij voortduring zorg baren. De op grondslag van de Renvillebeginselen gevoerde onderhandelingen hebben nog niet de zozeer gewenste oplossing kunnen brengen.

De herhaalde bemoeienis van de Veiligheidsraad met de Indonesische kwestie, ook nadat een Commissie van Goede Diensten in Indonesië haar werkzaamheden was begonnen, heeft niet steeds bijgedragen tot een weloverwogen behandeling van de ingewikkelde vraagstukken, welke zijn ontstaan door de groei van nieuwe verhoudingen in Zuid-Oost Azië. Vertrouwd mag intussen worden, dat onze ernstige wil om aan de gerechtvaardigde vrijheidsaspiraties der volkeren overzee te voldoen op een wijze, die tevens waarborg biedt voor recht en veiligheid, ook internationaal in toenemende mate begrip ontmoet.

Nog steeds moeten in Indonesië zware offers worden gebracht. Hulde zij hun gebracht, die – en hierbij denk ik in het bijzonder aan de strijdkrachten ter zee, te land en in de lucht – veelal onder zeer moeilijke omstandigheden met geduld en volharding hun plicht vervullen.

Met eerbied gedenk ik hen, die daarbij het offer van hun leven brachten, terwijl mijn warme medegevoelen uitgaat naar hun nabestaanden. Een krachtig optreden tegen orde- en rustverstorende elementen blijft noodzakelijk.

Een regeling van de rechtspositie van ambtelijke en particuliere werknemers onder het nieuwe bestel is in voorbereiding.

De Nederlandse en Surinaamse Regeringen beraden zich op een nauwere handelspolitieke samenwerking, waarmce gepaard gaat een regeling van het onderlinge betalingsverkeer. Het ligt in het voornemen om ook met de Nederlandse Antillen soortgelijke regelingen te treffen.

Het in de naaste toekomst wederom sluitend maken van de betalingsbalans met het buitenland blijft een voorwerp van aanhoudende zorg. Hoewel de resultaten, die tot nu toe, dank zij een gemeenschappelijke krachtsinspanning, konden worden bereikt, tot dankbaarheid stemmen, moet nog een moeilijke weg worden afgelegd. Nog steeds moet in belangrijke mate een beroep worden gedaan op vreemde hulpmiddelen. Indien de Amerikaanse hulpverlening niet tijdig ware geschied, zou een ernstige terugslag in het herstel van de volkswelvaart onvermijdelijk zijn geweest. Ons land is dan ook grote dank verschuldigd aan het Amerikaanse volk, dat op grootse wijze zijn daadwerkelijke belangstelling voor Europa toont. Zowel uit een oogpunt van exportbevordering als ter waarborging van voldoende werkgelegenheid voor de steeds groeiende bevolking is krachtige industrialisatie dringend noodzakelijk. Hoewel de Regering de technische vraagstukken, die hierdoor worden opgeroepen, geenszins onderschat, is zij van mening, dat het industrialisatie-vraagstuk in de eerste plaats een economisch probleem is. Zij acht het daarom een belangrijk deel van haar taak, voor zover dat in haar vermogen ligt, economische omstandigheden te scheppen, die het bedrijfsleven tot een gezonde uitbreiding der industriële capaciteit prikkelen.

Op het gebied der productie en der consumptic zal al het mogelijke worden gedaan om meer normale verhoudingen te herstellen, een en ander naarmate de deviezenpositie zulks toelaat. Afneming van de schaarste zal het mogelijk maken de overheidsbemoeiing met het bedrijfsleven te verminderen. Beperking van de invoer zal echter, als gevolg van het tekort aan buitenlandse betaalmiddelen, nog onvermijdelijk blijven.

De indiening van verschillende wetsontwerpen op het gebied van de middenstandspolitiek is in de loop van dit zittingsjaar te verwachten.

Gestreefd wordt naar verbetering van de materiaalpositie in de bouwnijverheid en mede daardoor naar opvoering van de arbeidsproductiviteit, teneinde het bouwprogramma, speciaal voor wat betreft woning- en bedrijfsbouw, te kunnen vergroten.

Met het oog zowel op de voorbereiding van de Economische Unie met de Benelux-partners als op de noodzakelijkheid tot verlichting van de lasten voor de schatkist, zullen de subsidies op levensmiddelen geleidelijk worden verminderd of beëindigd. De Regering zal daarbij nauwgezet rekening houden met gevolgen daarvan door de kosten van levensonderhoud en bij de te volgen loon- en prijspolitiek de instandhouding van sociaal gerechtvaardigde en economisch verantwoorde loon- en prijsnormen blijven bevorderen.

De zorg voor de behoeften van de kinderrijke gezinnen heeft de bijzondere aandacht van de Regering. Overwogen wordt op welke voet aan daartoe door werkgevers in het leven geroepen fondsen gelegenheid is te geven uitkeringen te doen in individuele gevallen, waarin mede als gevolg van de omvang van het gezin de inkomsten beneden het sociaal gerechtvaardigde peil blijven. Voorts is een wijziging van de wettelijke kinderbijslagregelingen in overweging, teneinde in die regelingen de nodige correcties aan te brengen. In aansluiting aan een enkele maanden geleden uitgebracht rapport wordt een algemene herziening van de sociale verzekeringen ter bevordering van meer eenheid en tot uitbreiding dier verzekeringen tot daarvoor in aanmerking komende groepen van zelfstandigen verder voorbereid, mede ten einde te voorzien in een duurzame regeling ten behoeve van de ouden van dagen bij bedindiging van de thans geldende tijdelijke voorziening.

De voorbereiding van een wetsontwerp op de ziekenfondsen, zomede van een nieuwe wettelijke organisatie van de gezondheidszorg, zal met bekwame spoed worden voortgezet.

De landbouwpolitiek van de Regering zal gericht zijn op verhoging van een rationele bodemproductie, op intensivering van het landbouwbedrijf, alsook op het verzekeren van bestaanszekerheid van boeren en tuinders in goed geleide bedrijven, mede door een zekere mate van productie- en marktordening, waarbij in het bijzonder aandacht zal worden geschonken aan het vraagstuk van de kleine boeren.

Door voorstellen tot verbetering van de ruilverkavelingswetgeving en van de pachtwetgeving, alsmede door het beheersen van pacht- en koopprijzen verwacht de Regering een doelmatig gebruik van de grond te bevorderen. Gezien de gunstige ontwikkeling van de binnenlandse productie en de toestand op de wereldmarkt mag een voortgaande verbetering in de voedselvoorziening worden verwacht.

Ofschoon de financiële toestand moeilijk is, vertoont de begroting voor 1949 een belangrijk gunstiger beeld dan die over het lopende jaar, een resultant, dat ten dele werd verkregen door gunstiger verwachtingen met betrekking tot de middelen en anderdeels door beperkingen in de uitgaven. Met vooropstelling, dat de bevordering van de volkswelvaart van primair belang is en dat aan de eisen der sociale rechtvaardigheid niet te kort mag worden gedaan, zal aan een verdere inkrimping van de overheidsuitgaven bij voortduring aandacht moeten worden geschonken.

Intussen dient er op te worden gerekend, dat voor het herstel van Indonesië ook in het komende jaar een beroep op Nederland voor financiële hulp in de vorm van credietverlening zal worden gedaan.

Hoewel dank zij de buitenlandse credietverlening en het verbeterde begrotingsbeeld het gevaar voor inflatie is geweken, dient te worden voorkomen, dat opnieuw inflatoire krachten de overhand krijgen. Zo zal met name in verband met de verdere afwikkeling der geldzuivering voorzichtigheid mocten worden betracht.

Op het gebied der belastingheffing zal worden voortgegaan met een herziening in sociale en economische zin. Enige verlaging van het tarief van de inkomsten- en loonbelasting is in overweging, evenals een tegemoetkoming aan het bedrijfsleven met betrekking tot de berekening van de belastbare winst. Voorts zal gestreefd worden naar een vergroting van de rechtszekerheid voor de belastingplichtigen en naar een vereenvoudiging van de bestaande belastingwetgeving.

De geboden uiterste soberheid leidt er toe, dat in het komende jaar in hoofdzaak slechts werkzaamheden, die nodig zijn voor behoud van bestaande verkeersverbindingen en andere waterstaatswerken of ter voltooiing van reeds aangegane overeenkomsten, zullen kunnen worden uitgevoerd. De indijking der Zuiderzee wordt verder voorbereid. Op korte termijn kan de indiening worden verwacht van een wetsontwerp betreffende samenwerking van gemeenten onderling en van gemeenten met andere lichamen.

De regeling van de verdeling van de taak en van de organisatie van de politie zal opnieuw onder het oog worden gezien. Daartoe zal een commissie worden ingested welke de Regering op korte termijn advies zal hebben uit te brengen.

Voorstellen zullen worden gedaan ter uitvoering van artikel 195a der Grondwet.

Aan een in te stellen commissie zal worden opgedragen de Regering van advies te dienen omtrent vereenvoudiging der pensioenwetgeving.

Werden in het voorjaar 1948 enkele maatregelen tot verbetering van de salarispositie van het Rijkspersoneel aangekondigd en reeds ten dele geëffectueerd, de verwezenlijking van de toegezegde technische herziening kan, naar het zich laat aanzien, binnenkort worden verwacht.

Het probleem der politieke delinquenten heeft de voortdurende aandacht der Regering. Een aanvang wordt gemaakt met, de behandeling der gevallen van de jeugdige delinquenten, ten aanzien van wie een onderzoek naar de mogelijkheid van reclassering zal worden ingesteld.

Liquidatie van de buitengewone maatregelen op het gebied van het recht en de rechtsbedeling zal met kracht worden nagestreefd.

Wettelijke voorzieningen betreffende het gevangeniswezen zijn in vergevorderde staat van voorbereiding.

Bij de verschillende typen van onderwijs heeft het opvoedings- en vormingsaspect de bijzondere belangstelling van de Regering. Ter vervulling van de functie van het onderwijs ten opzichte van enkeling en gemeenschap zijn nauwe verstandhouding en samenwerking tussen de leerkrachten bij de onderscheiden soorten van onderwijs nodig.

De Regering streeft er naar, dat uitzonderlijke aanleg in onze maatschappij vroegtijdig wordt onderkend en dat er meer gelegenheid wordt geboden om die begaafdheid tot ontplooiing te brengen.

Om aan de eisen van de steeds verder voortschrijdende specialisering op wetenschappelijk gebied het hoofd te kunnen bieden, zal het nodig zijn om, zonder inbreuk te maken op de vrijheid van het onderwijs, in overleg met de instellingen van hoger onderwijs, op een taakverdeling aan te sturen.

Tot behoud en verhoging van het peil van het culturele leven zal aan de zorg voor de kunst bijzondere aandacht worden besteed.

In gevorderde staat van voorbereiding zijn wetsontwerpen tot regeling van het kweekschoolonderwijs, tot regeling van het voorbereidend hoger en algemeen vormend middelbaar onderwijs, tot regeling van het zuiver wetenschappelijk onderzoek en tot regeling van het tuchtrecht bij het perswezen.

Reeds zijn tal van belangrijke wetsontwerpen bij U aanhangig, op welker afdoening de Regering prijsstelt. lk noem in het bijzonder de ontwerpen inzake de regeling der materiële oorlogsschade, de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie, de ondernemingsraden, de wachtgeld- en werkloosheidsverzekering, de bedrijfspensioenfondsen, de afwikkeling der geldzuivering, rechtshandelingen landbouwgronden, het tegengaan van lichtvaardige echtscheidingen, de wijziging van het ontslagrecht, de regeling voor de opsporing, de vervolging en de berechting van economische delicten, de credietverstrekking aan Nederlandsch-Indië, de oprichting van de Nederlands-Indonesische Maatschappij tot financiering van het herstel in Indonesië, en de tijdelijke voorzieningen ten behoeve van de wederopbouw en de bevordering van de bouwnijverheid. Veel zal dus van Uw werkkracht worden gevraagd.

Met de bede, dat God ons allen de kracht en de wijsheid moge schenken, nodig voor het vervullen van onze taak, verklaar ik de gewone zitting der Staten-Generaal geopend.

 

Inhuldigingsrede 6 september 1948

Leden van de Staten-Generaal,

Dat ik hier op het ogenblik in uw midden ben om de eed op de Grondwet af te leggen, vervult mij met weemoed. Want het is een gevolg van het feit, dat mijn lieve Moeder een halve eeuw lang haar krachten in dienst van het Vaderland en het Rijk heeft gegeven in een mate, dat zij nu eindelijk de zware last niet verder dragen kan. Maar het vervult mij ook met de troost, dat ik haar mag verlichten door die last met mijn onervaren handen, maar sterkere want jongere kracht, over te nemen en dat ik daarmee iets voor mijn Moeder doen kan – voor haar, aan wie ik samen met de goede mens, die mijn Vader was, het levenslicht en alles te danken heb.

Inhuldiging Koningin Juliana in de Nieuwe Kerk te Amsterdam op 6 september 1948

Sedert eergisteren ben ik geroepen tot een taak, die zó zwaar is, dat niemand die zich daarin ook maar een ogenblik heeft ingedacht, haar zou begeren, maar ook zó mooi, dat ik alleen maar zeggen kan: wie ben ik, dat ik dit doen mag?

Paleis op de Dam te Amsterdam na de tekening van de acte van abdicatie

De mogelijkheden, die mij hierdoor worden gegeven-om in het algemeen welzijn werkzaam te kunnen wezen, zijn zo groot, dat ik na veel innerlijke strijd bereid ben deze roeping te volgen, – waarop mijn ouders mij met zorg hebben voorbereid.

Overeenkomstig de bepalingen van de Grondwet ben ik tot het Koningschap geroepen, maar de moed om deze roep te volgen vind ik in vertrouwen op God en in de grote liefde, waarmede ons volk mij te gemoet treedt. Deze liefde heeft mij mijn hele leven begeleid. Ik leefde in de warmte daarvan in tijden van voorspoed en geluk, maar nooit bleek de kracht er van sterker, dan in tijden van tegenspoed en verdriet. Daarnaast ben ik gelukkig in mijn man een levensgezel naast mij te hebben die een grote steun voor mij is en hebben wij het voorrecht zelf al onze zorgen te mogen wijden aan onze vier kinderen.

Ik wil hier met nadruk vaststellen, dat voor een Koningin haar taak als moeder even belangrijk is, als voor iedere andere Nederlandse vrouw.

Lieve Moeder, – Geleid door de liefde, de wijsheid en het verstand van Grootmoeder, zijt ge uw zware taak begonnen met later naast u Vaders gezegende persoonlijkheid. Hoe moeilijk ge het hebt gehad in-een wereld van conventionele Vooroordelen, waardoor speciaal de tijd waarin ge begon, zich kenmerkte, weet ik nog maar alleen en dat zeer ten dele. Met uw scherpe visie en uw in de grond van uw hart zo sterke verbondenheid met de medemens hebt ge echter onverstoord voor het heil der gemeenschap gewerkt.

Ik zelf en allen hadden altijd het gevoel dat ge er waart, als een rots. Toen de stormen kwamen, merkte men dat pas goed. Want die rots stond daar onwrikbaar: Saevis tranquillus in undis, rustig te midden der woedende golven.

Ik weet, dat ge in uw overgrote bescheidenheid en nederigheid, na een halve eeuw van offeren en dienen en nooit u zelf zoeken, van onafgebroken werken, zwoegen en scheppen, zegt: Maar ik heb toch immers niets gedaan. Waarvoor dan al deze dank?

Nederland en de Rijksdelen over zee hebben u een halve eeuw als ‘de Koningin’ gekend en zelfs reeds acht moeilijke jeugdjaren daarvoor. Nu hoopt ge op een welverdiende rust, het geven van eigen zinvolle vorm aan uw levensavond. Een uiterlijk zinnebeeld, hoe ontoereikend ook, moge u nog sterker gevoel van verbondenheid geven met de besten uwer wapenbroeders in de grote strijd.

In de hoop dat uw bescheidenheid u niet zal beletten het te aanvaarden, worde u thans als symbool van het hoogtepunt van uw regering, uw leiderschap in de zwarte tijd van oorlog en onderdrukking, het ridderkruis der Militaire Willemsorde, Eerste Klas, aangeboden. Het tekenen van dit besluit was mijn eerste regeringsdaad als Koningin.

Na haar abdicatie trekt Koningin Wilhelmina zich terug op Paleis Het Loo te Apeldoorn

Leden van de Staten-Generaal,

Wij bevinden ons op dit ogenblik van de wereldgeschiedenis in een toestand, waarin alles aankomt op onze houding tegenover het onheil van het jongste verleden en tegenover de dreiging van nieuwe onheilen. Nederland moet niet alleen drijvende blijven op de wilde golven van het wereldgebeuren. Het moet zeif zijn koers bepalen en bovendien trachten met de andere volken samen de koers uit te zetten van de ganse wereldvloot. Wij moeten er, niet op zien of dat offers kost. Als het nodig blijkt, moeten wij bereid zijn ballast uit te werpen. Alle hens aan dek: ‘Eendracht en nog eens eendracht’ heeft Koningin Wilhelmina ons op het hart gebonden.

Veel goede voornemens worden geuit, veel plannen worden gemaakt. Zullen wij ze ook waar maken: bij bet nastreven van sociale rechtvaardigheid, culturele ontwikkeling en economische welvaart in ons kleine land met zijn grote bevolking, in het regelen op voet van vrijheid, zelfstandigheid en gelijkwaardigheid van onze verhouding tot de volkeren van Indonesië, Suriname en de Nederlandse Antillen, in, het vervullen van onze taak tussen de volken, in de wijde ruimte der wereldverhoudingen?

Ja, wij kunnen en zullen waar maken, wij kunnen en zullen verwezenlijken, wat in onze macht is om te bereiken. God helpe hen, die zich zelf helpen.

Doen wij dit niet en zien wij te veel op de offers, die het ons kosten zal, dan lopen wij het gevaar in de golven onder te gaan.

In de laatste twintig jaren hebben in de wereldgemeenschap misdaden plaats gegrepen zó groot, dat men zich die te voren niet had kunnen voorstellen. Als een kwaadaardige besmetting heeft deze misdadigheid om zich heen gegrepen en een verwildering der geesten ten gevolge gehad, die ook ons volk – ondanks een heldhaftig verweer – niet geheel onaangetast heeft gelaten.

Geen betere wijze om dit kwaad te bestrijden dan bet opvoeden van onze jeugd tot vrije mensen met een geestelijk fundament, met een sterk verantwoordelijkheidsgevoel voor de medemens, met eerbied voor alles wat leeft en groeit en voor cens anders diepste overtuiging.

Ons volk is zeer onderscheiden naar godsdienst en wereldbeschouwing. De Staten-Generaal geven. daarvan de weerspiegeling en kennen om met Willem van Oranje te spreken: ‘die gelegenheijt des lands ende de humeuren van de ingesetenen het best’. Het is daarom aan hen te verwezenlijken die eenheid in verscheidenheid, het in eendracht behartigen van ‘s lands belang.

Zo dadelijk zal ik mijn eed afleggen in honderd jaar oude bewoordingen. Daarbij zal mij voor ogen staan het zinnebeeld, waarmede ik de regering van mijn Moeder kenmerkte en dat voor mij het wezen van het Nederlandse koningschap weergeeft: de rots te midden der woelige baren.

Leden der Staten-Generaal, te zamen zullen wij werken voor het heil van Nederland en het Rijk.

Moge God onze arbeid zegenen.

Inhuldigingsrede 6 september 1948

Leden van de Staten-Generaal,

Dat ik hier op het ogenblik in uw midden ben om de eed op de Grondwet af te leggen, vervult mij met weemoed. Want het is een gevolg van het feit, dat mijn lieve Moeder een halve eeuw lang haar krachten in dienst van het Vaderland en het Rijk heeft gegeven in een mate, dat zij nu eindelijk de zware last niet verder dragen kan. Maar het vervult mij ook met de troost, dat ik haar mag verlichten door die last met mijn onervaren handen, maar sterkere want jongere kracht, over te nemen en dat ik daarmee iets voor mijn Moeder doen kan – voor haar, aan wie ik samen met de goede mens, die mijn Vader was, het levenslicht en alles te danken heb.

Inhuldiging Koningin Juliana in de Nieuwe Kerk te Amsterdam op 6 september 1948

Sedert eergisteren ben ik geroepen tot een taak, die zó zwaar is, dat niemand die zich daarin ook maar een ogenblik heeft ingedacht, haar zou begeren, maar ook zó mooi, dat ik alleen maar zeggen kan: wie ben ik, dat ik dit doen mag?

Paleis op de Dam te Amsterdam na de tekening van de acte van abdicatie

De mogelijkheden, die mij hierdoor worden gegeven-om in het algemeen welzijn werkzaam te kunnen wezen, zijn zo groot, dat ik na veel innerlijke strijd bereid ben deze roeping te volgen, – waarop mijn ouders mij met zorg hebben voorbereid.

Overeenkomstig de bepalingen van de Grondwet ben ik tot het Koningschap geroepen, maar de moed om deze roep te volgen vind ik in vertrouwen op God en in de grote liefde, waarmede ons volk mij te gemoet treedt. Deze liefde heeft mij mijn hele leven begeleid. Ik leefde in de warmte daarvan in tijden van voorspoed en geluk, maar nooit bleek de kracht er van sterker, dan in tijden van tegenspoed en verdriet. Daarnaast ben ik gelukkig in mijn man een levensgezel naast mij te hebben die een grote steun voor mij is en hebben wij het voorrecht zelf al onze zorgen te mogen wijden aan onze vier kinderen.

Ik wil hier met nadruk vaststellen, dat voor een Koningin haar taak als moeder even belangrijk is, als voor iedere andere Nederlandse vrouw.

 

Lieve Moeder, – Geleid door de liefde, de wijsheid en het verstand van Grootmoeder, zijt ge uw zware taak begonnen met later naast u Vaders gezegende persoonlijkheid. Hoe moeilijk ge het hebt gehad in-een wereld van conventionele Vooroordelen, waardoor speciaal de tijd waarin ge begon, zich kenmerkte, weet ik nog maar alleen en dat zeer ten dele. Met uw scherpe visie en uw in de grond van uw hart zo sterke verbondenheid met de medemens hebt ge echter onverstoord voor het heil der gemeenschap gewerkt.

Ik zelf en allen hadden altijd het gevoel dat ge er waart, als een rots. Toen de stormen kwamen, merkte men dat pas goed. Want die rots stond daar onwrikbaar: Saevis tranquillus in undis, rustig te midden der woedende golven.

Ik weet, dat ge in uw overgrote bescheidenheid en nederigheid, na een halve eeuw van offeren en dienen en nooit u zelf zoeken, van onafgebroken werken, zwoegen en scheppen, zegt: Maar ik heb toch immers niets gedaan. Waarvoor dan al deze dank?

Nederland en de Rijksdelen over zee hebben u een halve eeuw als ‘de Koningin’ gekend en zelfs reeds acht moeilijke jeugdjaren daarvoor. Nu hoopt ge op een welverdiende rust, het geven van eigen zinvolle vorm aan uw levensavond. Een uiterlijk zinnebeeld, hoe ontoereikend ook, moge u nog sterker gevoel van verbondenheid geven met de besten uwer wapenbroeders in de grote strijd.

In de hoop dat uw bescheidenheid u niet zal beletten het te aanvaarden, worde u thans als symbool van het hoogtepunt van uw regering, uw leiderschap in de zwarte tijd van oorlog en onderdrukking, het ridderkruis der Militaire Willemsorde, Eerste Klas, aangeboden. Het tekenen van dit besluit was mijn eerste regeringsdaad als Koningin.

Na haar abdicatie trekt Koningin Wilhelmina zich terug op Paleis Het Loo te Apeldoorn

 

Leden van de Staten-Generaal,

Wij bevinden ons op dit ogenblik van de wereldgeschiedenis in een toestand, waarin alles aankomt op onze houding tegenover het onheil van het jongste verleden en tegenover de dreiging van nieuwe onheilen. Nederland moet niet alleen drijvende blijven op de wilde golven van het wereldgebeuren. Het moet zeif zijn koers bepalen en bovendien trachten met de andere volken samen de koers uit te zetten van de ganse wereldvloot. Wij moeten er, niet op zien of dat offers kost. Als het nodig blijkt, moeten wij bereid zijn ballast uit te werpen. Alle hens aan dek: ‘Eendracht en nog eens eendracht’ heeft Koningin Wilhelmina ons op het hart gebonden.

Veel goede voornemens worden geuit, veel plannen worden gemaakt. Zullen wij ze ook waar maken: bij bet nastreven van sociale rechtvaardigheid, culturele ontwikkeling en economische welvaart in ons kleine land met zijn grote bevolking, in het regelen op voet van vrijheid, zelfstandigheid en gelijkwaardigheid van onze verhouding tot de volkeren van Indonesië, Suriname en de Nederlandse Antillen, in, het vervullen van onze taak tussen de volken, in de wijde ruimte der wereldverhoudingen?

Ja, wij kunnen en zullen waar maken, wij kunnen en zullen verwezenlijken, wat in onze macht is om te bereiken. God helpe hen, die zich zelf helpen.

Doen wij dit niet en zien wij te veel op de offers, die het ons kosten zal, dan lopen wij het gevaar in de golven onder te gaan.

In de laatste twintig jaren hebben in de wereldgemeenschap misdaden plaats gegrepen zó groot, dat men zich die te voren niet had kunnen voorstellen. Als een kwaadaardige besmetting heeft deze misdadigheid om zich heen gegrepen en een verwildering der geesten ten gevolge gehad, die ook ons volk – ondanks een heldhaftig verweer – niet geheel onaangetast heeft gelaten.

Geen betere wijze om dit kwaad te bestrijden dan bet opvoeden van onze jeugd tot vrije mensen met een geestelijk fundament, met een sterk verantwoordelijkheidsgevoel voor de medemens, met eerbied voor alles wat leeft en groeit en voor cens anders diepste overtuiging.

Ons volk is zeer onderscheiden naar godsdienst en wereldbeschouwing. De Staten-Generaal geven. daarvan de weerspiegeling en kennen om met Willem van Oranje te spreken: ‘die gelegenheijt des lands ende de humeuren van de ingesetenen het best’. Het is daarom aan hen te verwezenlijken die eenheid in verscheidenheid, het in eendracht behartigen van ‘s lands belang.

 

Zo dadelijk zal ik mijn eed afleggen in honderd jaar oude bewoordingen. Daarbij zal mij voor ogen staan het zinnebeeld, waarmede ik de regering van mijn Moeder kenmerkte en dat voor mij het wezen van het Nederlandse koningschap weergeeft: de rots te midden der woelige baren.

Leden der Staten-Generaal, te zamen zullen wij werken voor het heil van Nederland en het Rijk.

Moge God onze arbeid zegenen.