Troonrede van 13 februari 1849

Mijne Heeren, de Leden van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal! Naar het uitdrukkelijk voorschrift der Grondwet, is de taak der beide Kamers van de Staten-Generaal, die tot heden bestonden, met dit oogenblik volbragt. Met naauwgezetheid hebben die Kamers Mij, na de aanneming der grondwets-wijzigingen, bijgestaan, en zij verdienen dank voor de hulp, welke …

Troonrede van 16 oktober 1848

Edel Mogende Heeren! Het zal voorzeker uwe goedkeuring wegdragen, dat Ik Mij, bij de opening dezer zitting, onthoude van het gebruik te volgen, om, als tot inleiding der werkzaamheden, een overzigt te geven van den toestand des Lands, en van de voornaamste wetsontwerpen welke zullen worden aangeboden. De bestemming toch dezer Vergadering is van meer …

Troonrede van 18 oktober 1847

Edel Mogende Heeren! Met dankbaarheid aan het Opperwezen, erken Ik het groot voorregt, dat Mij geschonken wordt, van Mij, in herstelde gezondheid, te midden van U Edel Mogenden te kunnen begeven, ten einde deze zitting te openen. Gedurende den afgeloopen tijdkring, hebben zich geene buitengewone omstandigheden, in den algemeenen toestand des Vaderlands, voorgedaan. Nederland verkeert …

Troonrede van 19 oktober 1846

Edel Mogende Heeren! Bij het hervatten der belangrijke taak, welke door de Grondwet aan de Wetgevende Magt is opgedragen, verheugt het Mij aan U Edel Mogenden op nieuw de verzekering te kunnen geven, dat Onze betrekkingen met de andere Mogendheden zich door goede verstandhouding kenmerken. De onderhandelingen met Rusland gevoerd, hebben het verlangde doel mogen …

Troonrede van 20 oktober 1845

Edel Mogende Heeren! Ik gevoel Mij gelukkig aan U Edel Mogenden bij vernieuwing te kunnen verklaren, dat er, over het geheel, zich veel gunstigs in den toestand des Vaderlands voordoet. Nederland blijft met de andere Mogendheden voortdurend op eenen vriendschappelijken voet verkeeren. Het bezoek, hetwelk Ik aan Hare Majesteit de Koningin van Groot-Brittannie bragt, zal, …

Troonrede van 21 oktober 1844

Edel Mogende Heeren! Het is Mij aangenaam U Edel Mogenden, bij de hervatting van derzelver belangrijke taak, de verzekering te kunnen geven, dat er zich vele gunstige punten van beschouwing in den algemeenen toestand des Vaderlands voordoen. Onze staatkundige betrekkingen staan op een’ gewenschten voet. De Zee- en Landmagt geven Mij bij voortduring stof tot …

Troonrede van 16 oktober 1843

Edel Mogende Heeren! Het strekt Mij tot genoegen, bij de opening der tegenwoordige zitting, aan U Edel Mogenden te kunnen mededeelen, dat de vriendschappelijke betrekkingen, waarin Nederland zich tot de andere Mogendheden geplaatst bevindt, geene veranderingen hebben ondergaan. De gemengde Nederlandsche en Belgische Commissien hebben hare taak voleindigd, zoodat men zich thans over de regeling …

Troonrede van 17 oktober 1842

Edel Mogende Heeren! Bij het opener der tegenwoordige zitting der Staten-Generaal, is het eene behoefte voor Mijn hart, in de eerste plaats te gewagen van de Echt-verbintenis, onlangs door Mijne beminde eenige Dochter, met den Erf-Groothertog van Saksen-Weimar-Eisenach gesloten. lk heb alle reden om te vertrouwen, dat deze vereeniging, onder Gods zegen, strekken zal tot …

Troonrede van 18 oktober 1841

Edel Mogende Heeren! De jongste zitting der Staten-Generaal, door veelheid en gewigt van werkzaamheden gekenmerkt, is naauwlijks ten einde geloopen, of het tijdstip, door de Grondwet bepaald, is weder daar, waarop de Wetgevende Magt hare gewigtige taak bij vernieuwing heeft op te vatten. Terugziende op hetgeen in de laatste zitting is tot stand gebragt, en …

Inhuldigingsrede van 28 oktober 1840

Edel Mogende Heeren! De gewigtige dag is verschenen, waarop Ik U Edel Mogenden, vertegenwoordigers des Nederlandschen Volks, mag begroeten, om Ons bij eede wederkeerig te verbinden tot het in stand houden, met vereenden wil en vereende krachten, dier maatschappelijke waarborgen, welke de grondslagen zijn der welvaart van het geliefde Vaderland. De getrouwe Hoofdstad ziet Ons …