Troonrede 16 september 1975

Leden der Staten-Generaal,

De werkloosheid is in vele landen van de westerse wereld gestegen tot een peil dat niet meer mogelijk was geacht. Een inzinking van tijdelijke aard gaat gepaard met verschijnselen die wijzen op een meer duurzame verstoring van het economische evenwicht. Hoewel voor het komende jaar enige opleving van de economie wordt verwacht, moet daarbij toch gerekend worden met een blijvend tragere groei en het nog voortduren van omvangrijke werkloosheid. Diepgaand internationaal beraad is nodig om te komen tot een gezamenlijk antwoord op deze ontwikkeling die voor arme en rijke landen ingrijpende gevolgen heeft. In het overeen te komen beleid zullen nieuwe inzichten tot uitdrukking moeten komen over het verband tussen groei en werkgelegenheid en over de ondeelbaarheid van de wereldeconomie.

Voor het eerst in de na-oorlogse periode zijn, met de wereldhandel, de Nederlandse uitvoer en produktie gedaald. Reeds in een vroeg stadium van de economische inzinking heeft de regering gepoogd om met stimuleringsprogramma’s de toeneming van de werkloosheid tegen te gaan. Zij heeft daarmee de bestedingen voor nog verder inzakken behoed en op velerlei wijze hulp geboden aan het bedrijfsleven. Deze maatregelen hebben evenwel niet de vermindering van de vraag uit het buitenland kunnen goedmaken.

Het feit, dat een zo groot aantal van ons thans werkloos is, gebiedt ons vele wensen ondergeschikt te maken aan hun toekomst. Het verplicht tot solidariteit in de verdeling van inkomen en werk. De mogelijkheid wordt nader verkend van een betere verdeling van de werkgelegenheid over de beroepsbevolking.

De beleidsvoorstellen die de regering U heden voorlegt zijn in velerlei opzicht gericht op een duurzame verbetering van onze economie en daarmee op het veilig stellen van de basis van onze collectieve voorzieningen. Een van de voorwaarden voor het behouden en scheppen van arbeidsplaatsen is een matiging van de stijging van arbeidskosten. Om dit mogelijk te maken en in het zich van een langzamere economische groei, zal de stijging van de overheidsuitgaven en van de uitgaven voor de sociale voorzieningen minder moeten zijn dan de toeneming, waarvan eerder is uitgegaan.

De regering blijft ernaar streven lacunes in ons stelsel van sociale zekerheid geleidelijk op te heffen. Zij onderzoekt welke maatregelen kunnen leiden tot beperking van de kostenstijging op het terrein van de sociale voorzieningen in brede zin, mede gezien de sterke toeneming van het aantal nietactieven in onze maatschappij.

De regering wil de inkomensverschillen verder verkleinen. Nu er weinig te verdelen valt, is het des te meer noodzakelijk dit weinige rechtvaardig te verdelen. Door deze overtuiging heeft de regering zich laten leiden bij de keus van de prioriteiten in het uitgavenbeleid en bij de verdeling van de lasten. Zij meent dat hetzelfde uitgangspunt ook tot uitdrukking dient te komen in het geheel van de inkomensvorming in 1976. Rond de jaarwisseling zal U een wetsontwerp bereiken om werknemers te doen delen in de vermogensaanwas van ondernemingen. Een voorontwerp van wet op de inkomensvorming zal worden gepubliceerd. Nieuwe wettelijke maatregelen zijn in voorbereiding ter versterking van de positie van de consurnent.

Terwille van de noodzakelijke versterking van onze economie is de stijging van de belastingdruk zo beperkt mogelijk gehouden. De regering is zich bewust van de problemen verbonden aan de financiering van het wederom toenemende begrotingstekort.

Zij onderkent daarvan de risico’s, doch meent dat deze onder de huidige omstandigheden als onvermijdelijk moeten worden aanvaard.

Een belangrijk deel van de maatregelen is erop gericht vermindering van de stijging van prijzen en inkomens mogelijk te maken. Het rijk zal in 1976 opnieuw een groot bedrag aan sociale lasten overnemen. De voor 1976 noodzakelijke verhoging van het 16%-tarief van de omzetbelasting zal pas op 1 juli ingaan. De per 1 april van dit jaar ingevoerde tijdelijke maatregelen in de sfeer van de loon- en inkomstenbelasting en de vervroegde afschrijving worden tot eind 1976 gehandhaafd.

De regering zal extra middelen ter beschikking stellen ter verbetering van de onderlinge aanpassing van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en ter verhoging van de kwaliteit van het werk. Naast verdere maatregelen ter opvoering van de bouwactiviteit worden nieuwe initiatieven genomen tot steun aan sectoren en bedrijven. De regering wil bevorderen dat bepaalde ondernemingen gegarandeerde leningen kunnen sluiten om bun krappe financieringscapaciteit te verruimen.

De omvangrijke werkloosheid stelt de overheid voor grote financiële lasten, terwijl daartegenover de ruimte voor vergroting van overheidsuitgaven in de komende jaren beperkt zal zijn.

Daarom zijn niet alleen de meerjarenafspraken herzien maar wordt U tevens voorgesteld enkele belastingen te verhogen. De motorrijtuigenbelasting wordt verhoogd, vooral voor grotere auto’s. De accijnzen op alcohol, wijnen en enige tabakswaren en de assurantiebelasting worden verzwaard. In de loon- en inkomstenbelasting wordt een correctie voor de geldontwaarding voor 8o% toegepast, met een extra beperking voor de hogere inkomens. Deze aanpassing is vooral van belang voor de lagere- en middeninkomens. De tariefpercentages zullen met één punt stijgen met uitzondering van het laagste tarief.

De aftrek van reiskosten in het woonwerkverkeer voor werknemers wordt verruimd. De belastingheffing op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aan gehuwde vrouwen wordt verzacht. De regering wil een eind maken aan de situatie dat bejaarden met geringe aanvullende inkomsten netto minder ontvangen dan bejaarden die uitsluitend AOW-pensioen genieten.

Mede gelet op de moeilijke inkomenspositie van vele ondernemers in het midden- en kleinbedrijf en in de land- en tuinbouw bevat het beleidsprogram voor 1976 een aantal bijzondere voorzieningen ten behoeve van zelfstandigen. De fiscale reserveringsmogelijkheden voor de oude dag worden belangrijk verbeterd. Een groot deel van het bedrijfsvermogen wordt van vermogensbelasting vrijgesteld. De belasting van inkomsten van de in het bedrijf meewerkende vrouw wordt verlicht. De vrijstelling van premiebetaling voor de volksverzekeringen wordt per 1 januari 1976 verruimd, hetgeen kleinere zelfstandigen ten goede zal komen.

Over het U heden gepresenteerde samenstel van beleidsvoornemens wil het kabinet ook in overleg treden met het georganiseerde bedrijfsleven.Nog dit jaar zal een langere-termijnraming van de behoefte aan bouwwerken gereedkomen; mede op basis daarvan wil de regering in 1976 komen tot een meerjarenprogrammering van de bouwproduktie. In de woningbouw wordt voor 1976 gestreefd naar handhaving van het niveau van het aantal in 1975 in aanbouw te nemen woningen, waarbij voor de bouw van wooneenheden voor één of twee personen meer plaats wordt ingeruimd.

De uitvoering van het huur- en subsidiebeleid zal worden voortgezet door invoering van een regeling voor beschermd eigen-woningbezit ten dienste van de lagere inkomensgroepen. Een begin wordt gemaakt met uiteenlopende huurverhogingen voor woningen van verschillende kwaliteit. Mede met het oog daarop is een omvangrijke reorganisatie en uitbreiding van de huuradviescommissies in gang gezet. In de loop van 1976 zal het aangekondigde ontwerp van de huurprijzenwet woonruimte worden ingediend.

U kunt een wetsontwerp tegemoet zien dat ertoe strekt het fonds snelle kweekreactor een langere looptijd en geleidelijk een andere bestemming te geven ter financiering van het nieuwe energiebeleid.

In een binnenkort uit te brengen nota zal het kabinet zijn visie geven op de ontwikkeling en versterking van de economische structuur van ons land. Het gaat daarbij niet alleen om de versteviging van die structuur maar ook om de verdere vermaatschappelijking daarvan. Daarom zullen in deze nota belangrijke vraagstukken op het gebied van de economische orde en met name de vraag naar de gewenste omvang en richting van investeringen worden uitgewerkt.

Een wetsontwerp betreffende de samenstelling en bevoegdheden van ondernemingsraden zal U nog dit kalenderjaar bereiken. Voor de veiligheid en gezondheid van werknemers en de verbetering van hun werkomstandigheden komen nieuwe wettelijke maatregelen.

Dezer dagen zal een voorstel worden ingediend tot invoering van de gebruikswaarde als grondslag voor de vergoeding bij onteigening. Gelijktijdig zal U worden voorgesteld een voorkeursrecht voor gemeenten bij de verkoop van daartoe aangewezen onroerend goed in te voeren. Toekenning van een voorkeursrecht aan andere overheidslichamen kan elders worden geregeld, zoals in het aangekondigde wetsontwerp stadsvernieuwing.

Het wetsontwerp tot reorganisatie van het binnenlands bestuur zal worden ingediend. Bij de voor te stellen herverdeling van taken en bevoegdheden tussen provincies-nieuwe stijl en gemeenten gaat de regering tevens uit van het streven naar verdere decentralisatie van rijkstaken en van de erkenning dat rijk, provincie en gemeente staan voor de vervulling van een gemeenschappelijke taak.

Het welzijnsbeleid zal hoge prioriteit behouden ondanks de beperkingen die de huidige economische situatie ons oplegt. De bevolking moet betere mogelijkheden krijgen om deel te nemen aan sociaal-culturele activiteiten. Speciale aandacht zal worden gegeven aan hen die buiten het arbeidsproces kwamen te staan en aan hen die anderszins in moeilijke omstandigheden verkeren.

De opening van bureaus voor rechtshulp en de experimenten op het gebied van de sociale advocatuur zijn erop gericht om voor mensen in maatschappelijk kwetsbare posities de rechtsbijstand te vergemakkelijken. Het voorstel tot instelling van pen ombudsman, die als commissaris van onderzoek klachten over het optreden van de centrale overheid behandelt, zal nu spoedig worden ingediend. Voor klachten over het optreden van de onafhankelijke rechter wordt een afzonderlijke regeling in het wetsontwerp opgenomen.

Om de emancipatie van de vrouw ook na dit jaar te bevorderen, zal in aansluiting op het wereldactieplan van de Verenigde Naties voor vrouwen een vijfjarenplan worden voorbereid. Over gelijke kansen en behandeling in de arbeid worden in brede kring adviezen ingewonnen.

Een voorstel is in voorbereiding de leeftijd van meerderjarigheid te verlagen tot 18 jaar en in verband daarmee, de financiële verplichtingen van ouders jegens hun meerderjarige kinderen nader vast te stellen.

De vooral dit jaar toegenomen migratie uit Suriname stelt onze samenleving voor ernstige problemen.

De regering waardeert het dat zovelen willen meewerken de noodzakelijke oplossingen te vinden voor opvang en begeleiding, huisvesting en werkgelegenheid.

De regering hoopt dat aan de hand van de gepubliceerde nota over het onderwijsbestel een brede gedachtenwisseling op gang zal komen over aard, taak en opzet van ons onderwijs in de toekomst. Een voorontwerp van wet op het onderwijs voor 4 tot 12-jarigen wordt ter discussie gesteld.

Er komt een wetsontwerp ter verbetering van de aansluiting tussen het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs.

De vernieuwing van het buitengewoon onderwijs voor gehandicapte kinderen zal grote aandacht krijgen.

Voor de eerste maal wordt U, tegelijk met de begroting, het wetenschapsbudget aangeboden. De regering wil het wetenschappelijk potentieel in zijn huidige omvang in stand houden maar belangrijke accentverschuivingen aanbrengen, opdat het wetenschappelijk onderzoek zich beter kan richten op vraagstukken die samenhangen met de beoogde selectieve groei.

De wil tot behoud en herstel van onze steden krijgt gestalte in de komende Verstedelijkingsnota, het spoedig in te dienen wetsontwerp op de stadsvernieuwing en het in werking treden van een subsidieregeling voor de voorbereiding en uitvoering van een stadsvernieuwingsplan.

De regering blijft zich ook verder inspannen om de gemeenten de nodige financidle armslag te geven voor de vervulling van hun vele taken. De verhoging van de diverse uitkeringen zal naar verhouding vooral ten goede komen aan gemeenten met bijzondere problemen.

Het beleid is gericht op beteugeling van de groei van het autoverkeer en bevordering van het openbaar vervoer, vooral in stedelijke gebieden. Een meerjarenplan voor het personenvervoer wordt U binnenkort voorgelegd. Het gebruik van de fiets en de veiligheid van de voetganger krijgen daarin een belangrijke plaats.

De in 1973 begonnen daling van het aantal dodelijke ongelukken in het verkeer heeft zich in 1974 en ook dit jaar gelukkig voortgezet. Een nationaal beleidsplan om een verdere vermindering van het aantal slachtoffers te bereiken zal U binnenkort worden aangeboden.

De werkzaamheid voor het behoud van onvervangbare natuurgebieden en waardevolle cultuurlandschappen wordt versterkt. Dit parlementaire jaar zal de regering haar plannen voor het Waddengebied bekendmaken.

In het belang van het milieu alsook ter besparing van grondstoffen en energie worden beleidsmaatregelen voorbereid om het ontstaan van afvalstoffen te beperken en elementen daarvan opnieuw te gebruiken. Een wetsontwerp geluidhinder wordt spoedig ingediend.

In aansluiting op de nota over de structuur van de gezondheidszorg zal een zestal wetsontwerpen worden ingediend, waaronder die tot regeling van de gezondheidsvoorzieningen en van een volksverzekering tegen ziektekosten.

De ondertekening van de slotakte van de conferentie over veiligheid en samenwerking in Europa kan een belangrijke stap betekenen op de weg naar ontspanning en samenwerking tussen Oost en West. Voorwaarde daartoe is de bereidheid om het overeengekomene ook in daden om te zetten. Te betreuren is dat op het punt van de veiligheid weinig concrete afspraken tot stand zijn gekomen. Des te meer is het van belang dat de impasse in de Weense conferentie over wederzijdse en evenwichtige vermindering van strijdkrachten spoedig wordt doorbroken. Met het oog hierop acht de regering het van belang dat ook tactische nucleaire wapens in het onderhandelingspakket worden opgenomen. De in de Defensienota 1974 vervatte plannen op langere termijn zullen worden bijgesteld. Om financiële redenen zijn ook voor 1976 reeds enkele ingrepen in de bestaande plannen noodzakelijk. Daarover wordt overleg gepleegd met de Atlantische bondgenoten.

Bij het overleg over de totstandkoming van een Europese Unie zal de regering zich inspannen om het integratieproces nieuwe impulsen te geven. De noodzaak van een democratischer en doelmatiger besluitvorming staat daarbij voorop.

Daarom ook hecht de regering grote betekenis aan de afspraak om in 1978 te komen tot rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement.

De gevolgen van de economische crisis treffen de armste landen het hardst. Des te groter is de betekenis geworden van het door Nederland gesteunde plan van de Verenigde Naties voor een nieuwe economische wereldorde. De voorbereiding van de conferentie van producenten- en consumentenlanden wordt spoedig hervat. De regering acht het van wezenlijk belang dat niet alleen energie- maar ook grondstoffen- en ontwikkelingsproblemen in deze dialoog worden betrokken. De Nederlandse hulpverlening aan ontwikkelingslanden zal in 1976 verder worden verhoogd en het niveau bereiken van 1 1/2 % van het nationale inkomen.

De hoofddoelstelling van de ontwikkelingssamenwerking is onverminderd dat zij ten goede moet komen aan de armste landen en bevolkingsgroepen.

Naar verwachting zal Suriname spoedig volledig onafhankelijk worden. De regering hoopt dat de nieuwe staat, gegrond op een bestel waarin de fundamentele rechten en vrijheden zijn verankerd, zich voorspoedig zal ontwikkelen. Door te sluiten verdragen zal een bijzondere band met het Koninkrijk blijven bestaan. Het Statuut voor het Koninkrijk blijft voor Nederland en de Nederlandse Antillen van kracht.

Leden van de Staten-Generaal,

Wetsontwerpen hebben U bereikt en nieuwe zijn U heden aangekondigd, waaraan de regering grote betekenis hecht. Geringere economische mogelijkheden zullen leiden tot minder materiële vooruitgang. Des te meer komt het nu aan op de verwezenlijking van een ontwikkeling naar meer gelijkwaardigheid en zichtbare solidariteit van de sterken met de zwakken.

In goed overleg zullen beslissingen moeten worden genomen, waarvan vele met ver reikende gevolgen.

Met het uitspreken van de hoop dat wij daartoe de kracht zullen ontvangen, verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal geopend.

Troonrede 17 september 1974

Leden der Staten-Generaal,

Ons land is opgeschrikt door een daad van terreur, waarbij het leven van onschuldigen wordt bedreigd. Het optreden van de regering is voor alles gericht op de ongedeerde vrijlating van de gegijzelden. Ons volk hoopt en bidt dat dit mag gelukken.

Het conflict in het Midden-Oosten en de strijd om Cyprus hebben opnieuw bewezen hoezeer het behoud van de vrede en de opbouw van de internationale rechtsorde een niet aflatende inspanning vergt.

Verheugend en bevrijdend is het dat in Portugal en Griekenland regeringen aan het bewind zijn gekomen die de democratie willen herstellen. De onafhankelijkheid van de Portugese gebieden in Afrika is binnen bereik gekomen. Dekolonisatie en democratisering moeten gepaard gaan met versterking van de banden van beide landen met de Europese Gemeenschap. Hoezeer winst voor de democratie in Europa en de ontwikkeling in Afrika nieuwe perspectieven openen, er is nog een moeilijke weg te gaan. Dat geldt ook voor het overwinnen van de onaanvaardbare tegenstelling tussen arme en rijke landen. Ook in dat licht wil de regering het gezag en de doeltreffendheid van de Verenigde Naties helpen versterken.

De Nederlandse hulpverlening zal in het komende jaar met bijna een derde worden verhoogd. In het vierjarenplan dat U heden ontvangt is de doelstelling verwezenlijkt dat de ontwikkelingshulp met ingang van 1976 1 1/2 % van het nationale inkomen zal bedragen. De keuze van landen waaraan Nederland rechtstreeks ontwikkelingshulp verleent zal meer dan voorheen worden bepaald door de mate van armoede, de behoefte aan bijstand en door het aldaar gevoerde beleid. De mogelijkheden voor onmiddellijke hulpverlening bij hongersnoden en overstromingen worden verruimd. Nederland zal bijdragen aan structurele maatregelen ter bestrijding van de toenemende voedselschaarste.

De scherp gestegen prijzen van grondstoffen en energie hebben in de wereld het gevaar opgeroepen van economische teruggang en grote werkloosheid. Internationale samenwerking gericht op behoud van werkgelegenheid is thans geboden. In ons land heeft de ongekende invoerprijsstijging het voorgenomen beleid tot vermindering van inflatie en werkloosheid doorkruist. Al heeft Nederland de energiecrisis naar verhouding goed doorstaan, de uitvoering van het wetgevend program van het kabinet is er wel door vertraagd. Met de plannen die de regering nu ontvouwt beoogt zij de binnenlandse bestedingen te vergroten, de werkloosheid terug te dringen en de uitvoering van haar program vaart te geven.

De rijksbegroting is voor het eerst geplaatst in het perspectief van beleidsafspraken voor een vierjarige periode. De principiële uitgangspunten van het kabinet komen tot uitdrukking in een sterke verhoging van de uitgaven voor welzijn en onderwijs, ontwikkelingshulp en sociale voorzieningen, subsidies voor volkshuisvesting, openbaar vervoer en stadsvernieuwing. De ontwikkeling naar een samenleving met minder ongelijkheid, zoals dit kabinet die voor ogen heeft, krijgt hierin gestalte. De begroting 1975 doet de uitgaven van rijk en gemeenten aanzienlijk stijgen en schept ruimte voor een toeneming van het vrij besteedbaar inkomen. Om deze inkomensverbetering te verwezenlijken zonder de inflatie aan te wakkeren, is gekozen voor een verlichting van lasten in de sfeer van belastingen en sociale premies. De regering acht deze verlichting temeer gewenst nu de aardgasprijzen uit een oogpunt van een verantwoord energiebeleid moeten worden verhoogd.

De overheidsbijdrage aan het Ouderdomsfonds wordt met ruim f 500 mln. extra vergroot, waardoor premiestijging bij de AOW zal verminderen.Een verlaging van de loon- en inkomstenbelasting wordt voorgesteld waarvan de lagere inkomens naar verhouding het meest zullen profiteren. De inflatiecorrectie bij de loon- en inkomstenbelasting zal voor 8o% worden toegepast. In afwachting van de komende beslissing over de invoering van een vermogenswinstbelasting zal het dit jaar verhoogde tarief in de vermogensbelasting voor 1975 worden gehandhaafd.

De regering vertrouwt erop ook na het vervallen van de machtigingswet te kunnen rekenen op de medewerking van de sociale partners. Zij wil met hen de komende maanden intensief overleg plegen. Daarbij wenst zij ook de problemen te betrekken die voortvloeien uit sterk uiteenlopende rendementen en onevenredige winsten in ondernemingen. Zij wil een strak prijsbeleid handhaven. Zij hecht grote waarde aan de totstandkoming van een centraal akkoord over het arbeidsvoorwaardenbeleid in 1975, zowel ter beteugeling van de inflatie als voor de voortzetting van een inkomensbeleid dat in beginsel alle inkomensgroepen omvat. Op mogelijkheden en grenzen van een verdere verkleining van de inkomensverschillen zal nader worden ingegaan in de eind van dit jaar uit te brengen interimnota.

De regering acht het behoud van een gezond en breed gespreid midden- en kleinbedrijf, ook in de landbouw, maatschappelijk van grote betekenis. Op de scherpe inkomensdaling in de landbouw heeft zij gereageerd met een aantal maatregelen, die door verdergaande regelingen in Europees verband zullen moeten worden gevolgd.

Overigens wil de regering de positie verbeteren van de zelfstandigen in het algemeen. Van de aangekondigde fiscale en sociale maatregelen zullen ook zij voordeel hebben. De regering wil daarenboven een deel van het bedrijfsvermogen vrijstellen van vermogensbelasting en de mogelijkheid tot reservering ten behoeve van de oudedagsvoorziening verder verbeteren. Nog dit kalenderjaar zal zij een wetsontwerp indienen voor een volksverzekering tegen arbeidsongeschiktheid. Aan de Sociaal-Economische Raad zal zij advies vragen over de wens te komen tot een werkloosheidsvoorziening voor zelfstandigen die hun beroep of bedrijf hebben moeten beëindigen.

De werkloosheid treft velen hard. De bestrijding ervan staat in het regeringsbeleid centraal. De in de begroting voorziene verhoging van de overheidsuitgaven zal aan rond 45.000 mensen werk kunnen geven, mede door een aantal verbeteringen in de financiële situatie van de gemeenten. De U dezer dagen aan te bieden interimnota over de werkloosheid bevat een nieuw program voor aanvullende werkgelegenheid en maatregelen gericht op het beter doen functioneren van de arbeidsmarkt. Speciale maatregelen worden genomen ter vergroting van werkgelegenheid in de bouw. Voor dit samenstel van maatregelen is een bedrag van f 6oo mln. beschikbaar. Knelpunten van procedurele aard die de voortgang van overheids- en particuliere investeringen belemmeren, zullen worden weggenomen. Nog voor het einde van dit jaar komt de regering met voorstellen voor een meer fundamentele aanpak van de zo hardnekkige structurele werkloosheid. Het industriebeleid gericht op herstructurering van bedrijfstakken zal worden versterkt en aan het regionale beleid zullen extra stimulansen worden gegeven. Voorgesteld wordt de wet selectieve investeringsregeling, zij het in gewijzigde vorm, op 1 januari aanstaande in te voeren.

In de spoedig aan te bieden energienota stelt het kabinet een integraal beleid voor om te komen tot een vertraging van de groei van het verbruik en een vergroting van de zekerheid van de energievoorziening. Binnenkort zal U een ontwerp van wet bereiken dat de mogelijkheid biedt regelen te stellen met betrekking tot prijzen voor aardgas, zowel voor afzet in Nederland als voor export. Het aandeel van de overheid in de opbrengsten van het aardgas wordt aanzienlijk vergroot.

In deze tijd van toenemend geweld vraagt de bescherming van persoon en goed bijzondere zorg. Het onderzoek naar de oorzaken van de verruwing zal worden verdiept. De regering zal, voorzover dit in haar vermogen ligt, verandering brengen in de maatschappelijke factoren die agressief gedrag in de hand kunnen werken. Op korte termijn zal de politie belangrijk worden uitgebreid en beter voor haar taak toegerust.

De resultaten van de invoering van maximumsnelheden duiden erop dat het aantal dodelijke ongevallen in het verkeer aanzienlijk kan worden verkleind. Een nationaal beleidsplan voor de verkeersveiligheid zal U worden aangeboden.

Op de weg naar spreiding van macht en meer actieve deelneming aan het bestuur wil de regering in het komende jaar concrete resultaten bereiken. Er moet meer bescherming komen tegen onredelijk handelen van overheid, instellingen en ondernemingen, en meer inzicht in de wijze waarop zij tot hun besluiten komen.

Daarom zullen U spoedig wetsontwerpen bereiken over de openheid en openbaarheid van bestuur, de instelling van een ombudsman en een beroepsrecht van de ondernemingsraad tegen bepaalde besluiten van de ondernemer. Voor het eerst zijn gelden uitgetrokken voor subsidiëring van vormingsactiviteiten van politieke partijen. De wettelijke bescherming van de consument wordt verbeterd; een wetsontwerp tegen misleidende reclame zal in 1975 worden ingediend. De regering onderzoekt hoe aan gesubsidieerde instellingen een democratische bestuursvorm kan worden gegeven. Zij heeft bij de Sociaal-Economische Raad aangedrongen op spoed met het gevraagde advies over taak, samenstelling en bevoegdheden van de ondernemingsraad. Zij blijft ernaar streven nog in 1975 tot nieuwe regelingen op dit gebied te komen.

De regering ziet verwezenlijking van een gelijkwaardige positie van de vrouw op alle terreinen van onze samenleving als een dringende zaak, niet alleen van wetgeving maar evenzeer van actie en overtuigen. Daartoe zal zij een Nationale Adviescommissie Emancipatie instellen. Zij zal een begin maken met het geven van financiële steun aan kindercentra. De regering hoopt dat de wet die gelijke beloning voor vrouwen afdwingbaar stelt, per 1 januari in werking kan treden.

Over de toekomstige ontwikkeling van het gehele onderwijs zal de regering in het komendejaar haar visie bekendmaken.

Het verplichte schoolgeld voor het kleuteronderwijs wordt volgend schooljaar afgeschaft. Voor het buitengewoon onderwijs, het onderwijs aan kinderen van buitenlandse werknemers en aan kinderen die door maatschappelijke omstandigheden in hun ontwikkeling worden belemmerd, zullen extra middelen ter beschikking komen. Volgend jaar wordt de tweede dag leerplicht voor 16-jarigen ingevoerd.

U kunt de opzet tegemoetzien van één stelsel voor hoger onderwijs en een wetsontwerp voor de oprichting van een instelling van hoger onderwijs te Maastricht. De nota over de organisatie van het wetenschappelijk onderzoek zal het kabinet U nog dit kalenderjaar doen toekomen.

Op het gebied van pers, radio en televisie streeft de regering naar het veiligstellen van een veelzijdige meningsuiting en het dienstbaar maken van de media aan permanente vorming. Hierover zult U een nota ontvangen.

In haar welzijnsbeleid laat de regering zich leiden door de gedachte dat aan die groepen van de bevolking die minder ontwikkelingskansen hebben, voorrang moet worden verleend.

De bescherming van onvervangbare natuurgebieden blijft een hoge prioriteit behouden, zoals tot uiting is gekomen in de behandeling van de Dollard- en Oosterschelde-problematiek. De milieuwetgeving wordt aangepast en uitgebreid, en de ontwikkeling van schone produktieprocessen bevorderd.

In de loop van het begrotingsjaar zullen U ontwerpen bereiken voor een Grondwaterwet, een Wet bodembescherming en een Wet afvalstoffen. Een eerste indicatief meerjarenprogramma voor de bestrijding van de vervuiling van het oppervlaktewater kunt U omstreeks de jaarwisseling tegemoetzien. Een dergelijk programmer ten aanzien van de luchtverontreiniging is in voorbereiding, evenals het tweede deel van een programmer van maatregelen ter sanering van het Rijnmondgebied. Een ontwerp van wet inzake geluidshinder zal in 1975 gereedkomen. Dezer dagen ontvangt U een wetsontwerp tot wijziging van de Luchtvaartwet dat voorziet in de vaststelling van geluidszones rondom vliegvelden.

In het afgelopen jaar bleek het mogelijk de groei van de kosten voor de gezondheidszorg belangrijk te beperken. Het ligt in het voornemen de overcapaciteit aan ziekenhuisbedden te verminderen.

In aansluiting op de nota huur- en subsidiebeleid zal de regering maatregelen voorstellen om de achterstand in huisvesting van jongeren en alleenstaanden weg te werken.

Een structuurschema over de wenselijke ontwikkeling op lange termijn van verkeer en vervoer zal verschijnen in samenhang met het tweede deel van de Derde Nota Ruimtelijke Ordening. Daarin wordt het beleid uitgestippeld ten aanzien van spreiding en mobiliteit van de bevolking, de ontwikkeling van groeikernen en de instandhouding en versterking van de steden. In 1975 zal volgens plan de bouw beginnen van de eerste woningen in de nieuwe stad Almere. Een wetsontwerp tot toekenning van een voorkeursrecht aan gemeenten bij verkoop van onroerend goed kunt u dit zittingsjaar tegemoet zien. Tegelijk en in samenhang met het komende wetsontwerp op de stadsvernieuwing zal worden voorgesteld onteigening tegen gebruikswaarde mogelijk te maken.

Met de in de Defensienota voorgestelde planner meent de regering de basis te hebben gelegd voor een kwalitatief goede krijgsmacht die in staat is haar bondgenootschappelijke verplichtingen in Noord-Atlantisch verband te vervullen.

De regering zet zich in om het spoedig welslagen te bevorderen van de besprekingen over wederzijdse beperking van de strijdkrachten in Centraal Europa en om te bereiken dat de conferentie inzake veiligheid en samenwerking in Europa alsnog een wezenlijke bijdrage tot ontspanning zal kunnen leveren.

Een verbod van alle kernproeven acht zij een noodzakelijke bijdrage voor het beteugelen van de nucleaire bewapeningswedloop.

Het veelal teleurstellend functioneren van de Europese Gemeenschap mag niet doen vergeten, dat zij een onmisbare plaats inneemt ter verzekering van welzijn en welvaart. Naast versterking blijft fundamentele democratisering van de Gemeenschap geboden.

In het komende parlementaire jaar zullen in Koninkrijksverband belangrijke beslissingen moeten worden voorbereid ter verwezenlijking van de onafhankelijkheid van Suriname uiterlijk eind 1975.

De regering is bereid alle medewerking te verlenen aan de planmatige voorbereiding van de onafhankelijkheid die de regering van de Nederlandse Antillen zich ten doel heeft gesteld.

De sterk toegenomen migratie uit Suriname schept ernstige problemen voor opvang, huisvesting en werkgelegenheid. Er worden maatregelen genomen om deze problemen het hoofd te bieden. Op korte termijn zal met de Surinaamse regering over een samenstel van voorzieningen overleg worden gevoerd.

Leden van de Staten-Generaal,

Veel hervormingen die het kabinet bij zijn optreden in het vooruitzicht heeft gesteld, zullen dit zittingsjaar door U gewogen moeten worden aan de hand van wetsontwerpen en beleidsnota’s. Veel arbeid en toewijding zal van ons allen worden gevergd.

Met het uitspreken van de hoop dat wij daartoe de kracht zullen ontvangen, verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal geopend.

Troonrede 18 september 1973

Leden der Staten-Generaal,

Gaarne maak ik gebruik van de mogelijkheid om ook hier mijn dankbaarheid uit te spreken voor de warme genegenheid die ik uit alle delen van het Koninkrijk heb mogen ondervinden bij de viering van mijn zilveren jubileum.

Veel van de verworvenheden van de afgelopen 25 jaar is thans onderwerp van discussie en herbezinning. Onze voorspoed kan niet verhullen dat in onze maatschappij gevoelens van verontrusting, bedreiging en vervreemding toenemen. De aandacht richt zich op wat in de ontwikkeling achterbleef: het inhoud geven aan de gelijkwaardigheid van alle leden van de samenleving, het vergroten van de mogelijkheid om eigen verantwoordelijkheid te dragen en het zorgvuldig beheren van de natuur en haar hulpbronnen.

Nog onlangs, bij zijn optreden, heeft het nieuwe kabinet de uitgangspunten en doelstellingen van zijn beleid voor U uiteengezet. Thans valt de nadruk op de maatregelen waarmede het deze doeleinden wil bereiken.

De begroting geeft een eerste aanzet tot de door het kabinet gewenste structurele veranderingen in onze maatschappij. In het uitgavenbeleid zijn andere prioriteiten gesteld en is ruimte gemaakt voor nieuwe activiteiten. In het dekkingsplan komt de beoogde verkleining van inkomensverschillen tot uitdrukking.

De uitgaven voor welzijnsvoorzieningen worden meer dan evenredig verhoogd. De uitkeringsnorm

van de Algemene Bijstandswet zal met ingang van 1 juli 1974 worden gebracht op het netto-bedrag van het dan geldende wettelijk minimumloon.

Met de geleidelijke herziening van het jeugdbeschermingsrecht wordt een begin gemaakt. Een wetsontwerp tot herziening van het strafstelsel staat op stapel. Daarmee wordt beoogd de toepassing van vrijheidsstraffen nog verder te verminderen.

Van de rechtspraak wordt verwacht dat zij zekerheid biedt, maar de ontwikkelingen in de samenleving toch op creatieve wijze beantwoordt; dat zij dicht bij de mensen staat maar toch haar onafhankelijkheid bewaart. Deze taak wordt steeds zwaarder. Een algehele herziening van de rechterlijke organisatie zal door een binnenkort in te stellen staatscommissie worden voorbereid.

Een beleid gericht op welzijn en op een actieve deelneming aan het maatschappelijk leven vereist vernieuwing van onze onderwijsvoorzieningen. Een plan daartoe zal U nog dit najaar worden voorgelegd. Binnenkort zal een aantal scholen worden uitgenodigd om proeven te nemen met een nieuwe basisschool en met een middenschool. Op 1 augustus 1974 wordt de leerplicht voor werkende jongeren uitgebreid met een tweede dag voor 15jarigen; de leerlingenschaal bij het kleuteronderwijs wordt verlaagd van 36 tot 34 en bij het lager onderwijs van 36 tot 33.

De regering zal een spoedige behandeling van het wetsontwerp inzake de herstructurering van het wetenschappelijk onderwijs bevorderen.

Binnenkort zult U voorstellen voor een nieuw stelsel van studiefinanciering ontvangen. Nog dit najaar zullen betrokkenen gelegenheid krijgen zich uit te spreken over een nieuwe opzet van het wetenschapsbeleid.

Over de gewenste structuur van de gezondheidszorg wil de regering overleg met U plegen aan de hand van een nota ter voorbereiding van een wet gezondheidsvoorzieningen. Om deze voorzieningen voor ieder in gelijke mate toegankelijk te maken worden voorbereidingen getroffen voor de totstandkoming van een volksverzekering tegen ziektekosten.

Voor de taak die de regering zich stelt bij de woningbouw in de jaren 1974-1976, heeft zij onlangs een programmer bekend gemaakt. Dit programma dat mede gericht is op een evenwichtige ontwikkeling van de werkgelegenheid, legt sterk de nadruk op het behoud van het karakter van de steden en op de verbetering van woningen en woonomgeving in oude wijken.

Wetsontwerpen tot invoering van de gebruikswaarde als basis voor de waardebepaling bij onteigening en tot regeling van een voorkeursrecht bij verkoop van onroerend goed zullen U dit zittingsjaar bereiken.

Het ontwerp van wet op de gewesten zal vervangen worden door een nieuw ontwerp dat de verantwoordelijkheid voor de gewestvorming primair legt bij de rijksoverheid.

De aangekondigde oriënteringsnota over de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid zal ook conclusies bevatten ten aanzien van de nieuwste gegevens over de bevolkingsgroei. De regering beschouwt vermindering van de behoefte aan verkeer en vervoer van personen en goederen mede als doeistelling van dit beleid. Ter bevordering van de verkeersveiligheid zal op de autosnelwegen een minimumsnelheid worden ingevoerd. Voor de andere wegen zullen maximumsnelheden gaan gelden.

De regering zal binnenkort een wetsontwerp indienen dat de verplichting tot storting van een waarborgsom bij de aankoop van een nieuwe auto regelt. De waarborgsom zal worden terugbetaald bij de inlevering van de auto.

Ter bestrijding van de milieuvervuiling zullen in 1974 nadere wettelijke maatregelen worden voorgesteld. In bijzondere gevallen kunnen extra bijdragen worden gegeven aan industrieën die zelf maatregelen tegen luchtverontreiniging willen nemen. Onderzoek zal worden gestimuleerd naar schonere produktieprocessen en naar de ontwikkeling van systemen voor het opnieuw gebruiken van grond- en hulpstoffen. Inspraak en beroepsmogelijkheid bij de vaststelling van milieuvoorschriften worden verbeterd. De regering onderzoekt de mogelijkheden om energieverspilling tegen te gaan, onder meer door een andere opbouw van de prijzen van energie en van de tarieven van de motorrijtuigenbelasting. Zij ziet de invoering van de selectieve investeringsregeling als een begin van de toetsing van investeringen op hun betekenis voor de maatschappij als geheel.

De regering beschouwt de strijd tegen de werkloosheid en de inflatie als een van haar voornaamste taken. Hierbij wil zij tevens de vermindering van ongelijkheid bevorderen. Met het bedrijfsleven wordt overlegd welke bijdrage van die kant, in samenhang met het beleid van de overheid, aan het terugdringen van de inflatie kan worden geleverd. Het beleidsplan voor 1974 bevat daartoe tal van aanknopingspunten.

Om voor het anti-inflatiebeleid zo gunstig mogelijke voorwaarden te scheppen heeft de regering besloten tot opwaardering van de gulden en afkondiging van een daarbij aansluitende prijsmaatregel. Met het bedrijfsleven wordt dezer dagen overleg gepleegd over verdere maatregelen om de met de revaluatie beoogde vermindering van de prijsstijging, en ook prijsverlagingen, te bewerkstelligen. Om een onevenredige inkomensderving in de landbouw als gevolg van de revaluatie te voorkomen, zal een tijdelijke compensatie worden verstrekt in het kader van de teruggave van de omzetbelasting. Ter bevordering van de werkgelegenheid zal de investeringsaftrek voor bedrijfsgebouwen tijdelijk worden hersteld en zal een nieuw werkgelegenheidsprogram in uitvoering worden genomen. Hierbij zullen tot 750 miljoen gulden verplichtingen worden aangegaan; tempo van uitvoering en omvang worden aan de conjuncturele ontwikkeling aangepast.

De hoogte van inkomsten en uitgaven voor 1974 is afgestemd op het bereiken van het noodzakelijke evenwicht tussen middelen en bestedingen. Mede in dit licht is een bijstelling van het begrotingstekort verantwoord geacht.

Bij de keuze van de voor te stellen belastingmaatregelen zijn rechtstreeks prijsverhogende effecten waar mogelijk vermeden. Zo blijft een verhoging van de BTW achterwege.

Mede gezien de ontwikkeling van de prijzen in het buitenland worden de accijnzen op benzine en dieselolie verhoogd; ook een aanpassing van de aardgasprijzen bleek noodzakelijk.

Het tarief van de vermogensbelasting wordt op 8 promille gebracht en 20 opcenten worden gelegd op de tarieven van de successierechten, met uitzondering van verkrijging in de rechte lijn. De studie inzake de invoering van een vermogenswinstbelasting zal naar verwachting midden 1974 zijn voltooid.

De inflatie-correctie bij de loon- en inkomstenbelasting wordt niet toegepast. Om de verzwaring van de belastingdruk op lagere inkomens zo beperkt mogelijk te houden worden de belastingvrije bedragen met 5 procent verhoogd. Er is naar gestreefd dat per tariefgroep een ieder zoveel mogelijk voor een gelijk bedrag daarvan profiteert. Voor bepaalde groepen belastingplichtigen, zoals alleenstaanden met kinderen, worden knelpunten in de opbouw van het tarief weggenomen. Het deel van de kosten van zakenauto’s dat aan het privé-gebruik wordt toegerekend, wordt verhoogd.

De regering heeft voorshands afgezien van een vermindering van de aftrekbaarheid voor de inkomstenbelasting van de rente van schulden, dit in afwachting van de resultaten van de studie die in de regeringsverklaring is aangekondigd. Wel wordt de fiscale huurwaarde voor eigen woningen verhoogd, behalve voor de goedkope woningen. De regering heeft een open oog voor de problemen van de zelfstandige ondernemer in midden- en kleinbedrijf, landbouw en visserij. Met ingang van 1 januari a.s. zal de mogelijkheid tot vorming van een fiscale oudedagsreserve zodanig worden uitgebreid dat met name de kleinere zelfstandigen daarvan kunnen profiteren. Voor de vrouw die in de onderneming van haar man meewerkt, zal de belastingregeling gunstiger worden, vooral wanneer de winst laag is.

De regering zal wettelijke regelingen uitwerken om de inkomsten uit commissariaten te beperken.

Zij acht maatregelen gewenst om de inkomensontwikkeling in de vrije beroepen te beïnvloeden. Zij wenst een grotere openbaarheid van inkomens te bevorderen.

De regering staat positief tegenover pogingen in het bedrijfsleven om te komen tot loonsverhogingen die tenminste voor de helft in voor elk gelijke bedragen worden uitgekeerd en die voorts bijdragen tot verkleining van inkomensverschillen. Zij ziet daarin ook een belangrijke voorwaarde voor het slagen van het anti-inflatiebeleid.

In een nota die U in de loop van het komende jaar zal bereiken, wil de regering wegen aangeven om te komen tot een samenhangend inkomensbeleid dat in beginsel alle inkomensgroepen omvat.

Aan de Sociaal Economische Raad zal advies worden gevraagd over de structuur en de bevoegdheden van de ondernemingsraden, waarbij ook het oordeel zal worden gevraagd over de mate van zeggenschap van de ondernemingsraden bij fusies van ondernemingen.

De regering zal zich, gelet op de gebeurtenissen die zich onlangs bij de overname van ondernemingen hebben voorgedaan, tot de SER wenden met het verzoek spoedig advies te mogen ontvangen over voorafgaande inhoudelijke toetsing door de overheid van fusies, ter voorbereiding van een wettelijke regeling terzake.

Een wetsontwerp wordt ingediend, waarin de tijdige melding van omvangrijke ontslagen verplicht wordt gesteld. Aan de SER zal advies worden gevraagd over de wenselijkheid van nadere voorzieningen ten behoeve van het bedrijvenwerk van werknemersorganisaties.

De regering heeft besloten tot bevordering van spoedige ratificatie van het Europees Sociaal Handvest met inbegrip van de erkenning van het stakingsrecht, ook voor ambtenaren.

De regering zet zich in voor een meer op het welzijn van de burgers gerichte Europese gemeenschap, die is toegerust met ruime bevoegdheden, die een werkelijk democratische structuur heeft en een open beleid voert, in het bijzonder gericht op de belangen van de derde wereld.

Op de conferentie over veiligheid en samenwerking in Europa en de komende onderhandelingen over wederzijdse en evenwichtige vermindering van strijdkrachten in Centraal Europa streeft de regering naar concrete afspraken over verruiming van contacten tussen de volken van Europa en daadwerkelijke vermindering van de militaire confrontatie. In een nota die U in de loop van de zitting zal worden aangeboden, zal met name aandacht worden besteed aan het afremmen van de bewapeningswedloop en het doeibewust verminderen van de rol van kernwapens.

Een actieve dialoog tussen de Verenigde Staten en Europa over bun toekomstige samenwerking acht de regering noodzakelijk. Binnen de NAVO wil zij het overleg stimuleren over de mogelijkheden van ontspanning tussen Oost en West en bevorderen dat overal in het verdragsgebied de mensenrechten worden geëerbiedigd.

Handhaving van alle huidige taken van de Nederlandse krijgsmacht stuit in toenemende mate op financidle moeilijkheden. De regering heeft binnen de NAVO het initiatief genomen om cen betere taakverdeling tussen de lidstaten te bereiken. Voorstellen over omvang en vorm van de Nederlandse defensie in de komende jaren zullen U omstreeks de jaarwisseling in een defensienota worden voorgelegd.

In 1974 wordt een begin gemaakt met humanitaire en ontwikkelingssteun ten behoeve van de bevolking van de koloniale gebieden in Afrika. Deze steun wordt verleend via de bevrijdingsbewegingen, bij voorkeur door tussenkomst van internationale organisaties.

Het bedrag voor ontwikkelingssamenwerking is in de begroting die U heden wordt aangeboden met 20% verhoogd. De doelstelling van de regering om in 1976 1 1/2 % van het nationale inkomen voor ontwikkelingssamenwerking te bestemmen zal tot uitdrukking worden gebracht in een voortschrijdend meerjarenplan dat U binnen enkele maanden zal bereiken.

De regering verwacht in het komende jaar, aan de hand van het advies van de Koninkrijkscommissie, met de regeringen van Suriname en de Nederlandse Antillen in overleg te kunnen treden over de wijze en het tijdstip waarop deze landen soevereiniteit zullen verkrijgen. De ontwikkelingssteun aan deze landen is gericht op de bevordering van economische, sociale en culturele zelfstandigheid.

Leden van de Staten-Generaal,

De regering heeft voor ogen het omlaag schroeven van de inflatie, het terugdringen van de werkloosheid, het verminderen van bestaande ongelijkheid en achterstand. Om dat te bereiken zijn ingrijpende maatregelen nodig. Zij stelt die maatregelen voor in de overtuiging, dat waar offers worden gevraagd, ook bet uitzicht wordt geboden op een samenleving, waarin de mensen zich meer thuis zullen kunnen voelen.

De regering vertrouwt erop dat haar voorstellen U aanleiding zullen geven tot levendige discussies, waarbij de burgers zich betrokken weten. Een intensief overleg tussen regering en Staten-Generaal zal veel van ons allen vergen.

Met het uitspreken van de hoop dat wij daartoe de kracht zullen ontvangen, verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal geopend.

Troonrede 19 september 1972

Leden der Staten-Generaal,

Ons land maakt een moeilijke tijd door. In staatkundig opzicht belemmeren verdeeldheid en onzekerheid de vorming van stabiele meerderheden. Onze nationale economie heeft te lijden van een hardnekkige inflatie en een te grote werkloosheid.

Om de sociaal-economische en financiële problemen tot een oplossing te brengen heeft de regering zich in de afgelopen maanden moeten beraden op ingrijpende maatregelen. Daarbij is het gekomen tot een breuk in het kabinet, waaraan sindsdien de steun van een vaste parlementaire meerderheid is ontvallen. Dit heeft het wenselijk gemaakt te besluiten tot vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer.

Door de wijziging van de Kieswet zijn ongeveer een miljoen jonge mensen aan het kiezerscorps toegevoegd. De regering hoopt dat zowel deze als alle andere kiesgerechtigden op 29 november metterdaad van hun recht gebruik zullen maken.

Het besluit waarbij de ontbinding van de Tweede Kamer wordt geregeld, zal dezer dagen in het Staatsblad verschijnen.

De heden door mij te openen zitting van de Staten-Generaal kan dus slechts van beperkte duur zijn. Van U wordt gevraagd mede te werken aan het tot stand komen van die beslissingen die geen uitstel gedogen.

De voortgaande inflatie en geldontwaarding hebben de werkgelegenheid en de bestaanszekerheid van velen aangetast en de overheidshuishouding in ernstige moeilijkheden gebracht. Om tot verbetering te komen is het noodzakelijk dat matiging wordt bereikt van de huidige prijs- en inkomensstijgingen.

Het uiterste zal moeten worden gedaan om tijdig te komen tot een sociaal contract voor 1973. Overeenkomstig de reeds eerder bekendgemaakte beleidslijn acht de regering het noodzakelijk de reële groei van het nationals inkomen in 1973 vrijwel geheel te reserveren voor de overheid en de sociale verzekering. Dit houdt dus in dat de welvaartsgroei het komende jaar voor het overgrote deel wordt bestemd voor het in stand houden en waar mogelijk uitbreiden van gemeenschapsvoorzieningen.

Dit zal geen aantasting behoeven te betekenen van de koopkracht in de individuele sfeer. Het dieptepunt van de conjuncturele inzinking lijkt in 1972 te zijn bereikt. Deze verwachting is gewettigd gezien de ontwikkeling van de wereldhandel, de opleving van investeringen en de invloed van de werkgelegenheidsprogramma’s. De volgende fiscale maatregelen worden voorgesteld: een beperking van de inflatiecorrectie in de loon- en de inkomstenbelasting, een verdere verhoging van deze belastingen en verhogingen van de vennootschapsbelasting, de vermogensbelasting, de omzetbelasting en de bijzondere verbruiksbelasting op personenauto’s. Deze maatregelen brengen geen wijziging in de bestaande verhouding tussen directe en indirecte belastingen. Van hen die rechtstreeks voordeel genieten van bepaalde voorzieningen, zullen hogere bijdragen worden gevraagd.

Bij haar beleid wil de regering de kwetsbare groepen in onze samenleving zoveel mogelijk ontzien. Zij stelt voor de A.O.W.- en A.W.W.-pensioenen per 1 januari 1973 met 4% extra teverhogen. Zij beraadt zich over de mogelijkheid tezelfder tijd het minimumloon eveneens structureel te verhogen.

Voorts vormt de reeds voorgestelde wijziging van de belastingvrije grens in de loon- en inkomstenbelasting een belangrijke verlichting voor de laagste inkomens.

De regering wenst tevens een begin te maken met verbetering van de pensioenvoorziening voor werknemers. Door bevriezing van de kinderbijslag voor het eerste kind komen hiervoor middelen vrij. Deze zullen voorshands worden belegd in de bouw van extra woningen. Door verstrekking van subsidies wil de regering de huren van deze woningen betaalbaar maken voor mensen met lagere inkomens. Zij wil hetzelfde doen voor een gelijk aantal woningen uit het bestaande programma.

Er zal enige verschuiving van lasten moeten plaatsvinden van de schatkist naar sociale verzekeringsfondsen. Over de programmering van de sociale verzekering wordt U heden een nota aangeboden. Om een te grote stijgirig van de premiedruk te vermijden acht de regering het nodig ook voor het tweede kind de kinderbijslag niet verder te verhogen en in de ziekenfondsverzekering een beperkt eigen risico in te voeren.

Verbetering van de bestaansmogelijkheden en versterking van de maatschappelijke positie van de zelfstandige ondernemers in het midden- en kleinbedrijf, de landbouw en de visserij, acht de regering van groot belang. Daartoe is het dringend gewenst dat de fiscale oudedagsreserve voor zelfstandigen spoedig tot stand komt. Ter begeleiding van de huidige structurele veranderingen in de agrarische sector zullen, in verband met besluiten die door de EEG zijn genomen, op selectieve wijze rentesubsidies worden toegepast.

Het grote belang dat de regering toekent aan de volkshuisvesting komt tot uitdrukking in het bouwprogramma voor 1973. Dit is erop gericht dat omstreeks 134.000 woningen in aanbouw genomen kunnen worden. Voor stadsvernieuwing is een nadere wettelijke regeling in voorbereiding.

De integratie van het verkeers- en vervoersbeleid wordt voortgezet. De budgettaire situatie maakt het onvermijdelijk de rijksbijdrage aan het Rijkswegenfonds te beperken. In verband hiermede stelt de regering voor de opcenten op de motorrijtuigenbelasting verder te verhogen.

De toenemende intensiteit van het verkeer op de wegen dwingt tot verscherpte aandacht, zowel van de overheid als van de weggebruikers. Voor het rijonderricht en de verplichte periodieke keuring van motorrijtuigen worden wettelijke regelingen voorbereid.

Er wordt een aanvulling gemaakt op de Tweede nota over de ruimtelijke ordening in Nederland. Heden wordt U een nota aangeboden over de openbaarheid bij de voorberciding van het ruimtelijk beleid. Binnenkort volgt een nota over de Haagse agglomeratie en de afremming daarin van de groei van de kantorensector.

De regering zal U dezer dagen de nota Noorden des Lands 1972 en de nota Herstructurering ZuidLimburg 1972 aanbieden. Ook zal zij bevorderen dat spoedig een wetsontwerp over de invoering van een selectieve investeringsregeling zal worden ingediend.

In aansluiting op de U onlangs aangeboden Urgentienota milieuhygiëne worden verdere wettelijke voorzieningen voorbereid met betrekking tot afvalstoffen, bodemverontreiniging en geluidshinder.

De bestrijding van de waterverontreiniging zal worden versterkt. Voor het Rijnmondgebied wordt het eerste gedeelte van het saneringsplan uitgewerkt. De regering wijst met voldoening op het tot stand komen van de verdragen van Oslo en de eerste milieuconferentie van de Verenigde Naties, te Stockholm. Zij stuurt aan op verdere afspraken en overeenkomsten met de ons omringende landen.

De ontwikkelingen in de medische wetenschap en techniek maken het mogelijk voor de volksgezondheid gebruik te maken van tal van nieuwe en veelal zeer kostbare voorzieningen. Mede daarom moeten maatregelen worden genomen om de uitgaven binnen verantwoorde perken te houden. Ook bij het onderwijs maken de hoge kosten het stellen van prioriteiten voor de verdere ontwikkeling bijzonder noodzakelijk.

Deze afweging beoogt ruimte te scheppen voor een aantal zeer urgente maatregelen zonder op andere punten wezenlijke belangen te schaden. Een nota over het onderwijsbeleid wordt heden aan de Tweede Kamer aangeboden.Binnen het kader van de onderwijskundige experimenten ten behoeve van de werkende jongeren zullen initiatieven die gericht zijn op het ontwikkelen van programma’s voor meer dan één dag per week, zoveel mogelijk worden gesteund. Voorts zal de regering U een wetsontwerp voorleggen dat ten doel heeft door middel van kinderbijslag een financiële tegemoetkoming te verlenen aan de ouders van werkende jongeren die onder de partiële leerplicht vallen. Het beleid ten aanzien van het wetenschappelijk onderwijs blijft gericht op structurele hervormingen. Daarbij behoort ook een beter gecoördineerd beleid op het terrein van het universitair onderzoek.

De regering streeft naar een samenhangend welzijnsbeleid. Zij heeft besloten tot de instelling van een bureau dat op maatschappelijk en cultureel terrein zal moeten bijdragen tot een gecoördineerd beleid dat ook op lange termijn verantwoord is. De zorg voor de buitenlandse werknemers en andere minderheidsgroepen in onze samenleving zal worden uitgebreid.

De regering zal er het hare toe bijdragen dat verdraagzaamheid en gastvrijheid als deugden van ons volk te boek blijven staan.

Zij streeft naar verdere verbetering van de rechtsbescherming. Dezer dagen kunt U een nota van wijzigingen verwachten op het aanhangige wetsontwerp tot nadere regeling van de voorlopige hechtenis.

Daarbij wordt mede voorzien in een wettelijke grondslag voor de rechtsbijstand aan verdachten die in verzekerde bewaring zijn gesteld.

De studie door de Koninkrijkscommissie omtrent de staatkundige verhoudingen met Suriname en met de Nederlandse Antillen vindt goede voortgang. Nederland zal aan deze landen in ruime mate financiële en personele steun blijven geven voor bun economische en sociale ontwikkeling.

Voor de ontwikkelingssamenwerking heeft de regering ondanks de financiële moeilijkheden haar voornemens gehandhaafd. Zij blijft haar beleid richten op de verwezenlijking van de doelstellingen van het Tweede Ontwikkelingsdecenniurn.

De regering hoopt dat de multilaterale voorbereidende besprekingen voor een conferentie inzake Europese veiligheid en samenwerking spoedig zullen kunnen beginnen.

Voor de veiligheid acht zij het van bijzondere betekenis dat wordt begonnen met een gezamenlijk onderzoek naar de mogelijkheden tot wederzijdse en evenwichtige vermindering van de strijdkrachten in Europa. Voor het welslagen van een dergelijk overleg moet dit, naar haar overtuiging, gevoerd worden vanuit een voldoende sterke verdedigingspositie, geïntegreerd in het Atlantisch bondgenootschap.

De regering ziet de uitbreiding van de Europese Gemeenschappen op 1 januari a.s. als een gebeurtenis van bijzonder belang voor de eenwording van Europa. Daarnaast verwelkomt zij de akkoorden die vrijhandelszones tot stand brengen met zes andere Europese landen.

De bijdrage van de regering aan de Europese topconferentie zal tot doel hebben aan het proces van eenwording een nieuwe impuls te geven.

Zij hecht daarbij aan versterking van de Europese instellingen en aan een groeiend besef van de verantwoordelijkheid van Europa jegens de Derde Wereld.

De regering blijft hoge prijs stellen op nauwe samenwerking met de Beneluxpartners, ook bij de vorming van haar Europese beleid.

Leden van de Staten-Generaal,

De huidige economische en politieke moeilijkheden mogen ons niet uit het oog doen verliezen dat wij leven in een bevoorrecht land. Onze welvaart is groot en onze sociale voorzieningen behoren tot de beste in de wereld. Ons bestuur is – op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau – van een goed gehalte. De vrijheid waarin iedere burger zich kan bewegen en uiten is een kostbaar goed. Er is veel om dankbaar voor te zijn.

In dit besef hebben regering en Staten-Generaal bij uitstek de taak om de krachten in ons volk te bundelen en te richten op het overwinnen van de moeilijkheden waarin wij thans verkeren. De periode die voor ons ligt, zal veel van U vergen.

Met de bede dat God U wijsheid en kracht moge geven verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal geopend.

Troonrede 21 september 1971

Leden der Staten-Generaal,

Vrede en veiligheid, rechtvaardige verdeling van welvaart, eerbiediging van de rechten van de mens en bescherming van het leefmilieu zijn vraagstukken, die dringend ons aller aandacht opeisen. Zij vormen een uitdaging die wij met verantwoordelijkheid, toewijding en creativiteit moeten tegemoet treden. Wij weten ons hierbij gesterkt door het algemene verlangen naar een meer humane samenleving, waarin de solidariteit met de misdeelden groeit.

Het stemt tot voldoening, dat onze betrekkingen met vele landen zich verstevigen en verdiepen. De regering denkt hierbij in het bijzonder aan Indonesië. De vriendschap en de gastvrijheid waarmede regering en volk van dat land mijn man en mij hebben ontvangen, zullen voor ons altijd een kostbare herinnering blijven.

Door de Verenigde Naties is een internationale strategie tot stand gebracht voor de samenwerking met de ontwikkelingslanden. De regering aanvaardt de daarin neergelegde afspraken als richtsnoer voor haar beleid. Aan U wordt een nieuw vierjarenplan voor de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking voorgelegd.

Voor de politieke ontspanning in de wereld acht de regering het onmisbaar dat de Chinese Volksrepubliek gaat deeinemen aan het overleg in de Verenigde Naties.

De regering hoopt dat de totstandkoming van het beginsel-akkoord over Berlijn zal worden gevolgd door verdere maatregelen voor de verbetering van de betrekkingen tussen Oost en West. De regering neemt deel aan het overleg in de NAVO aangaande de mogelijkheden voor een conferentie over veiligheid en samenwerking in Europa. Het Noordatlantische bondgenootschap blijft de waarborg voor onze veiligheid én het uitgangspunt voor een doeltreffend ontspanningsbeleid.

Daarom ook is het van belang dat de Nederlandse defensie-inspanning wordt gedragen door de overtuiging van ons volk. De regering hoopt dat het werk van de commissie van civiele en militaire deskundigen, die dezer dagen wordt ingesteld, ook hiertoe zal kunnen bijdragen.

In het komende zittingsjaar kan de indiening worden verwacht van een wetsontwerp tot goedkeuring van het verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens.

De uitbreiding van de Europese Gemeenschappen zal een nieuwe fase inluiden van de Europese integratie. Deze uitbreiding brengt grote verantwoordelijkheden mee jegens de overige delen van de wereld en voor de verdere Europese eenwording. De regering zal zich blijven inspannen voor de versterking van de positie van het Europese Parlement en de andere instellingen van de Gemeenschappen.

De onzekerheid die is ontstaan in het internationale handels- en betalingssysteem, geeft reden tot bezorgdheid. Veel van wat na de oorlog is opgebouwd, voor de wereldhandel en daarmee ook voor de Nederlandse economie, staat thans op het spel. In nauwe en gewaardeerde samenwerking met onze Beneluxpartners spant de regering zich in om een zo spoedig mogelijk herstel van ordelijke verhoudingen te helpen bevorderen. Zij acht hierbij een eensgezind optreden van de lidstaten van de E.E.G. en de toetredende landen van zeer groot belang.

Onze economie heeft de laatste jaren een sterke expansie vertoond. Deze gaat ook dit jaar gepaard met een aanzienlijke overbesteding en een krachtige stijging van lonen en prijzen. Thans begint zich enige ontspanning op de arbeidsmarkt af te tekenen die zich in 1972, bij een te verwachten vernlindering van de economische groei, waarschijnlijk zal voortzetten.

De overbesteding – tot uiting komend in tekorten op de lopende rekening van de betalingsbalans houdt echter aan. De sterke prijs- en loonstijgingen leggen een groot beslag op de ruimte die voor de totale groei van de rijksuitgaven beschikbaar is.

Daarenboven zullen de belastingontvangsten in verhouding minder toenemen.

Deze vooruitzichten vervullen de regering met zorg. Zij acht het noodzakelijk dat zo snel mogelijk weer evenwicht wordt bereikt tussen middelen en bestedingen. De regering wil haar beleid daarop richten, waarbij zij de belangen van kwetsbare groepen van de bevolking en van structureel zwakke gebieden in het oog zal houden. Zij hoopt dat het nog deze week aanvangende brede overleg met het bedrijfsleven een bijdrage zal leveren tot dit beleid.

Op een aantal terreinen zal het beleid worden gewijzigd om de stijging van uitgaven te beperken en de inkomsten te vergroten. Op deze wijze kan ook ruimte vrijkomen voor dringende voorzieningen op andere terreinen. Enige van de beleidsombuigingen zullen evenwel in 1972 nog geen gunstige invloed kunnen hebben. Mede daarom wordt voor dat jaar als tijdelijke maatregel voorgesteld de voorziene verlichting van de omzetbelasting op investeringsgoederen te beperken. Om zelfstandige ondernemers ten dele tegemoet te komen, zal, eveneens voor het jaar 1972, de zelfstandigenaftrek worden verruimd.

In de sfeer van de belastingen zal voorts een aantal blijvende verschuivingen tot stand moeten komen. Deze zijn nodig om de budgettaire gevolgen van enkele – ten dele reeds vaststaande – fiscale verlichtingen, zoals die voor de werkende gehuwde vrouw en de verlaging van invoerrechten, op te vangen door verhogingen elders. Daartoe stelt de regering voor een verhoging van de benzine-accijns, de omzetbelasting op elektriciteit en de assurantiebelasting, alsmede de invoering van een accijns op frisdranken. Voorts zal de verhoging van de vermogensbelasting nog twee jaar gehandhaafd blijven. De regering acht het noodzakelijk de voortdurende overbesteding terug te dringen en tevens het beroep van het Rijk op de kapitaalmarkt te beperken. Daartoe stelt zij voor de tijdelijke verhoging van belastingen die in 1971 om conjuncturele redenen tot stand werd gebracht met ingang van i januari 1972 op het wettelijk toegestane maximum te brengen.

Met het voorgenomen beleid beoogt de regering de spanning in onze economie te verminderen en de inflatie geleidelijk af te remmen. Om te komen tot een verdere uitwerking van de taak die de regering zich heeft gesteld op het terrein van de sociale verzekeringen, zal aan de Sociaal-Economische Raad een nadere adviesaanvrage worden voorgelegd.

De opstelling van een integral structuurplan voor het Noorden van het land is ter hand genomen. Een nota zal worden uitgebracht over de perspectieven voor Zuid-Limburg.

Voorts hoopt de regering het komende parlementaire j aar voorstellen te doen tot invoering van een selectieve investeringsheffing op nieuwe bedrijfsgebouwen in het Westen.

Voor de zelfstandigen in het midden- en kleinbedrijf zal een integratiebeleid worden gevoerd dat zich niet zal beperken tot de financiële en sociale sector, maar zich ook zal uitstrekken tot het terrein van de ruimtelijke ordening.

Ter begeleiding van de snelle en ingrijpende structurele veranderingen in de land- en tuinbouw worden de middelen voor ontwikkeling en sanering versterkt.

Na de te verwachten beslissingen over het agrarische structuurbeleid binnen de EEG zal de regering U hierover een nota toezenden. Ook zullen U voorstellen tot herziening van de Pachtwet bereiken.

De hoge prioriteit die de regering geeft aan de volkshuisvesting blijkt uit haar streven volgend jaar 13.000 woningen in aanbouw te doen nemen. Een regeling ter verbetering van verouderde woonbuurten is binnenkort te verwachten. Hierin zal een gewijzigde benadering van de stadsvernieuwing tot uiting komen.

Over het geheel van vraagstukken betreffende de volkshuisvesting zal U in het komende zittingsjaar een beleidsnota worden aangeboden.

De regering bereidt een regeling voor waarin de bevoegdheden van de centrale overheid op het gebied van de ruimtelijke ordening worden versterkt.

Daarnaast zal zij op korte termijn voorstellen doen om de mogelijkheden tot inspraak voor de burgers op dit terrein te verruimen.

De regering acht een geïntegreerd verkeers- en vervoersbeleid een onmisbaar element in een gezonde planologische ontwikkeling. Met het oog daarop staat zij een krachtig beleid voor ter bevordering van een goed en verantwoord openbaar vervoer. De instelling van een algemeen verkeersfonds zal hiertoe een belangrijke bijdrage kunnen leveren. Daarop vooruitlopend zal de regering voorstellen met ingang van 1 januari 1972 de werking van het rijkswegenfonds enigszins te verbreden door naast de aanleg ook het onderhoud van rijkswegen in dit fonds op te nemen. Daartoe zal een verhoging van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting worden voorgesteld.

Met voortvarendheid zullen de bestaande wetten op het terrein van de milieuhygiëne worden uitgewerkt en zal nieuwe wetgeving, waaronder een herziening van de Hinderwet, worden voorbereid. Op korte termijn zal U een nota worden voorgelegd over de opstelling van een urgentieplan tegen milieuvervuiling.

Ter bescherming van ons leefmilieu acht de regering onder andere maatregelen tegen de verontreiniging van onze rivieren en de Noordzee noodzakelijk. Zij zal de totstandkoming van bindende internationals overeenkomsten bevorderen.

Voor het voeren van een goed en evenwichtig onderwijsbeleid acht de regering een programmering over een aantal jaren van maatregelen en van de daarvoor beschikbare middelen, onmisbaar. Zij zal voor het kleuteronderwijs de leerlingenschaal verder verlagen en voor het basisonderwijs de aanstelling van boventallige onderwijzers enigszins verruimen.

De nieuwe lerarenopleiding wordt verder uitgebreid. De experimenten met de schoolbegeleidingsdiensten vinden voortgang.

Met ingang van 1 augustus 1972 zal voor de 16-jarigen die geen volledig dagonderwijs volgen, leerplicht van één dag per week worden ingevoerd. Voorts zullen U in het nieuwe zittingsjaar voorstellen bereiken met betrekking tot een schoolgeldheffing voor het gehele voortgezet onderwijs. Het wetsontwerp herstructurering wetenschappelijk onderwijs wordt in het kader van een nadere regeling van de samenhang van wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs in grote lijnen gehandhaafd.

Over de verbetering van de programmering voor het post-secundaire onderwijs hoopt de regering op korte termijn met U in overleg te treden. In afwachting van de totstandkoming van deze structurele maatregelen zal bij een aantal studierichtingen bij instellingen van wetenschappelijk onderwijs overschrijding van de huidige capaciteitsgrenzen niet zijn te vermijden. Wettelijke maatregelen zijn in voorbereiding, die een tijdelijke beperking van de toelating van studenten mogelijk maken.

De regering is van mening dat een hogere financiele bijdrage mag worden gevraagd van degenen die profijt hebben van het volgen van wetenschappelijk onderwijs. Voorstellen hiertoe zullen U worden aangeboden. Deze zullen het streven van de regering om de kansen voor alle burgers tot het volgen van dit onderwijs mogelijk te maken, niet in de weg staan.

De regering hecht veel belang aan het ontwikkelen van een samenhangend wetenschapsbeleid, waardoor wetenschap en techniek meer dan thans zullen kunnen bijdragen tot de vernieuwing van de samenleving.

Een wetsontwerp zal worden ingediend om de financiering mogelijk te maken van maatschappelijke en culturele voorzieningen voor personen met een andere nationaliteit en een eigen culturele achtergrond die in ons land werken. De regering is van mening dat de aan deze voorzieningen verbonden kosten ten laste moeten komen van de ondernemingen waarin deze personen werkzaam zijn. Het beleid ten behoeve van de bejaarden zal worden gevoerd op basis van de ingediende nota.

De voortzetting van het maatschappelijk en cultureel welzijnsbeleid zal samengaan met een nadere bezinning op de onderlinge samenhang van de activiteiten en op de vraag wat binnen dat geheel prioriteit zal moeten hebben.

Het vraagstuk van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met de registratie

van persoonsgegevens zal op zo kort mogelijke termijn tot een oplossing worden gebracht.

In het komende zittingsjaar worden wetsontwerpen voorbereid over de vermogensstraffen, de maatregel van terbeschikkingstelling van de regering en de strafbaarheid van de rechtspersoon.

Over het beleid aangaande de algehele herziening van de grondwet is een nota voor U in voorbereiding.

Omtrent de staatkundige verhoudingen met Suriname en met de Nederlandse Antillen bereidt ook Nederland zich voor op de overeengekomen studie in Koninkrijksverband.

Leden van de Staten-Generaal,

In het komende jaar staat U een zware taak te wachten. Ons land kampt met financiële en economische problemen. Om deze het hoofd te bieden moeten wij ons beperkingen opleggen, die als pijnlijk zullen worden ervaren. Deze beperkingen zijn onmisbaar voor het herstel van onze edonomie. Dit is een voorwaarde om te kunnen voortwerken aan de duurzame verbetering van onze maatschappij en aan onze bijdrage voor de oplossing van internationale vraagstukken. In dat perspectief zullen regering en Staten-Generaal in goed overleg het wenselijke moeten afwegen tegen het mogelijke.

Met de bede dat God U de wijsheid en de kracht zal geven om Uw veelomvattende taak te volbrengen, verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal geopend

Troonrede 15 september 1970

Leden der Staten-Generaal,

In onze zich vernieuwende maatschappij verschuiven normen snel. Daarbij treden spanningen op tussen behoud en vernieuwing, die echter nimmer zulien mogen leiden tot het prijsgeven van fundamentele waarden. In die situatie is verdraagzaamheid jegens elkaar van groot belang. Het verlangen om mee te werken aan de ontwikkeling van de maatschappij vereist bereidheid tot samenwerken en tot respecteren van de opvattingen van anderen.

De regering draagt hierbij een eigen verantwoordelijkheid. Zij zal dan ook voortgaan met de moeilijke opgave om de wetgeving aan te passen aan de zich wijzigende levensopvattingen, zoals het verlangen naar meer vrijheid en meer democratische beïnvloeding.

Zij zal echter tevens krachtig optreden tegen groepen die de geboden vrijheid misbruiken om op onverdraagzame wijze anderen hun opvattingen en gedragspatroon op te dringen of ernstig overlast aan te doen.

De regering wil de communicatie tussen bestuur en bevolking verbeteren en de inspraak bij de beleidsvoorbereiding vergroten. Zij denkt hierbij in het bijzonder aan het rapport openbaarheidopenheid, het memorandum omtrent het maatschappelijk en cultureel welzijn en het rapport van de Raad van Advies voor de Ruimtelijke Ordening. De Regering zal de uitkomst van het beraad hierover in wetsvoorstellen omzetten.

De toeneming van de welvaart die ons volk zich in de afgelopen jaren heeft verworven, geeft reden tot voldoening. Zij roept ook nieuwe problemen op. De schadelijke neveneffecten voor ons leefmilieu worden zorgwekkend. De groei van de welvaart zal in toenemende mate moeten worden gericht op verbetering van de omgeving waarin wij leven. Velen zijn zich in dit Europese Natuurbeschermingsjaar meer bewust gcworden van het belang van de bescherming en het behoud van natuurterreinen en van de noodzaak verontreiniging van lucht, water en bodem tegen te gaan. De wetten inzake de luchtverontreiniging en de verontreiniging van oppervlaktewateren zijn hiervoor noodzakelijke instrumenten. Het verheugt de regering dat bij de bestrijding van de verontreiniging van lucht en water ook de internationale samenwerking meer gestalte krijgt.

Voor een op de toekomst gericht onderwijsbestel acht de regering een ingrijpende herziening van het kleuter- en lager onderwijs nodig. Ook zullen maatregelen worden getroffen ter verdere verlaging van de leerlingenschaal bij dit onderwijs.

Uit de U heden aangeboden nota blijkt dat de regering zoveel mogelijk wil bevorderen dat de positie van de werkende jongeren gelijkwaardig wordt aan die van leeftijdgenoten die nog voortgezet onderwijs ontvangen.

De regering streeft ernaar spoedig de noodzakelijke herstructurering van het wetenschappelijk onderwijs te verwezenlijken. Zij zal bijzondere aandacht schenken aan de verdere vormgeving -van het wetenschapsbeleid.

Het woningbouwprogramma zal voor 1971 met 2000 woningen worden verhoogd. In het belang van de woningbouw wordt de afgifte van rijksgoedkeuring voor die delen van het land waar de spanning op de arbeidsmarkt in de bouw het grootst is, getemporiseerd voor bouwwerken in de sectoren nijverheid, handel en verkeer. Deze tijdelijke maatregel wil de regering laten volgen door cen investeringsheffing van beperkte duur, waartoe een ontwerp van wet aan U zal worden voorgelegd. Voortgaande liberalisatie en invoering van huurharmonisatie zullen het bouwen van voldoende goede nieuwe woningen stimuleren. Voor de verbetering van de bestaande woningvoorraad is de begroting aanzienlijk opgevoerd. De rijkssteun voor de woningbouw zal door een nieuwe wijze van verdeling meer worden toegespitst op die gebieden en die categorieën van woningbehoevenden die daaraan het meest behoefte hebben. Mede door het ingevoerde systeem van aanvullende individuele huursubsidie wordt meer rekening gehouden met de lagere inkomensgroepen.

De sterke expansie van onze economie manifesteert zich ook dit jaar in een belangrijke toeneming van produktie, in- en uitvoer en werkgelegenheid. De verbetering van het redel vrij besteedbaar loon is aanzienlijk. Het uitkeringsniveau van de A.O.W. en A.W.W. is extra verhoogd.

De laatste maanden voltrekt zich echter de groei van de totale nationals bestedingen in een te snel tempo, met name als gevolg van de ontwikkeling van de investeringen in bedrijven en van de particuliere consumptie. Hierdoor loopt de spanning op de arbeidsmarkt en de kapitaalmarkt verder op en tekent zich sedert kort een gevoelige verslechtering van de handelsbalans af.

De spanningen ontladen zich nu bovendien in onverwachte, aanzienlijke extra loonuitkeringen. De versnelling in de loon- en prijsstijgingen die reeds werd gevreesd, krijgt daarmede een zeer gevaarlijke impuls. De betalingsbalans zal nog veel ongunstiger worden. Delen van het bedrijfsleven zullen in ernstige moeilijkheden kunnen geraken, hetgeen zijn effect op de werkgelegenheid niet zal missen.

De regering is vast besloten aan deze ongunstige ontwikkeling het hoofd te bieden. Zij kondigt daartoe het volgende programmer van maatregelen aan:

Op de rijksbegroting 1971 zal een bedrag van 140 miljoen gulden worden geblokkeerd. Op korte termijn bereikt U een ontwerp van wet dat een voorstel bevat tot het conjunctureel hanteren van de tarieven van enige belastingen. Op basis van die wettelijke bevoegdheid wil de regering per 1 januari 1971 voor de duur van 12 maanden de tarieven van de loon- en inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting, de benzine-accijns en de bijzondere verbruiksbelasting op personenauto’s verhogen met 3% van de op dat tijdstip van kracht zijnde tarieven. Mede ter versterking van het restrictieve monetaire beleid zal worden overgegaan tot een beperking van het consumptief krediet en van het door de overheid garanderen van leningen buiten de woningbouwsector. De regering is van mening dat de in artikel 10 van de wet op de loonvorming vermelde voorwaarden zijn vervuld. Zij heeft dan ook het voornemen aan dit artikel toepassing te geven. Daartoe richt zij heden een adviesaanvrage aan de Sociaal-Economische Raad. De beoogde matiging van de loonontwikkeling zal door voortzetting van een krachtig prijsbeleid worden ondersteund.

De regering acht deze ingrijpende maatregelen noodzakelijk ter verzekering van de toekomstige werkgelegenheid, van de welvaart en het welzijn in ons land.

Het welslagen van dit programmer hangt mede af van het te voeren begrotingsbeleid. Meer dan ooit is thans een begroting vereist die een evenwichtig en gezond beeld vertoont. Een verdere verlaging van invoerrechten en een verlenging van de tijdelijke verlaging van de suikeraccijns, en vooral de stijgende gemeentelijke uitgaven voor de sociale zorg, vereisen enkele nieuwe fiscale maatregelen. Daartoe wordt voorgesteld op 1 januari 1971 het normale tarief van de omzetbelasting te brengen op 14% en het verlaagde tarief op 4% te handhaven. Een aantal artikelen gaat van het normale naar het verlaagde tarief over ten einde de invloed op de kosten van levensonderhoud beperkt te houden.

De inkomstenbelasting op het privé-gebruik van auto’s dat door de onderneming wordt bekostigd, zal worden verzwaard door een meer op de werkelijkheid afgestemde waardering.

Renteverrekening zal worden ingevoerd bij bepaalde te innen en terug te betalen belastingen. Bij de gekozen opzet van de rijksbegroting kan in 1971 worden volstaan met een aanzienlijk geringer beroep op de open kapitaalmarkt dan dit jaar, hetgeen de financiering van gemeentelijke investeringen ten goede kan komen.

Ofschoon landelijk gezien de inkomensontwikkeling ook in de landbouw en visserij niet onbevredigend is, zijn er bepaalde sectoren, groepen en gebieden, zoals het Noorden, die bijzondere zorg vereisen. In de begrotingsvoorstellen die U heden worden aangeboden, vindt U de beleidsvoornemens van de regering inzake deze en andere belangrijke onderwerpen van staatszorg.

Dit jaar wordt de oprichting herdacht van de Verenigde Naties. In de 25 jaar van haar bestaan is de volkerenorganisatie een onmisbare functie gaan vervullen bij de handhaving van de wereldvrede, vooral door het bevorderen van de internationale samenwerking op economisch en cultureel gebied.

Het in deze kabinetsperiode gestelde doel om de Nederlandse ontwikkelingshulp in 1971 1% van het nationale inkomen te doen bedragen, wordt bereikt in de begroting die U heden wordt aangeboden. De taken en verplichtingen die in de ontwikkelingsstrategie voor de jaren zeventig worden neergelegd, dienen nieuwe richting te geven aan de inspanning van alle betrokken landen. De regering zal hieraan haar volle medewerking geven, evenals aan het tot stand komen van een algemeen stelsel van handelspreferenties voor de ontwikkelingslanden.

Van essentieel belang voor het bereiken van een meer stabiele internationale veiligheid zijn de besprekingen tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten over beperking van de strategische nucleaire bewapening en het ontwapeningsoverleg te Genève. Voorzover het binnen haar vermogen ligt, draagt de regering het hare hiertoe bij, evenals tot het herstel van de vrede in de gebieden die thans door oorlogsgeweld worden geteisterd.

De regering ziet het daarnaast als een belangrijke taak, zowel binnen de Noordatlantische Verdragsorganisatie als daarbuiten, mede te werken aan het streven naar vermindering van de spanningen en vergroting van de veiligheid in Europa. In dit verband wordt in het bijzonder gedacht aan een evenwichtige beperking van de militaire middelen.

De grondslag voor de veiligheid van het Koninkrijk blijft intussen handhaving van de Nederlandse deelneming aan een Atlantische strijdmacht, modern uitgerust en van voldoende omvang om een mogelijke tegenstander, vooral ook met conventionele middelen, te kunnen weerstaan en hem te kunnen weerhouden van het uitoefenen van politieke druk. Nederland dient zich in verband hiermede een passende defensieinspanning te blijven getroosten.

De ontwikkelingen in de Europese Gemeenschappen sedert de Haagse Conferentie van staats- en regeringshoofden stemmen hoopvol voor de toekomst van de Europese integratie. Van wezenlijke betekenis hiervoor acht de regering het slagen van de onderhandelingen over de uitbreiding van de Gemeenschappen. Zij steunt de verdere integratie op econornisch, sociaal en monetair gebied. De eenwording van West-Europa blijft zij zien als einddoel. De verschijnselen van groeiend protectionisme baren de regering zorg. Mede in het kader van de Europese Gemeenschap blijft zij ijveren voor een vrij internationaal handelsverkeer op de grondslag van eerlijke concurrentie.

De regeringen van Suriname, de Nederlandse Antillen en Nederland zijn overeengekomen het overleg over de toekomstige verhoudingen tussen de landen van het Koninkrijk in het komende parlementaire jaar te intensiveren. Nederland zal de economische en sociale ontwikkeling van deze landen in toenemende mate steunen.

Er is in de komende maanden nog een omvangrijk programma van wetgeving af te werken. Hieronder valt de eerste lezing van de wetten tot grondwetsherziening. Van de reeds ingediende voorstellen acht de regering vooral van belang de behandeling van de wet houdende wijziging van de bepalingen inzake gemeentelijke en provinciale belastingen, de wet ter invoering van een jaarlijkse bijstelling van de tarieven van de loon- en inkomstenbelasting, voorstellen voor structurele wijzigingen van de inkomstenbelasting, de vestigings detailhandel, de herziening van het ondernemings- en het vennootschapsrecht, de wettelijke regeling van werkstaking, een wijziging van het onteigeningsrecht, de herziening van het echtscheidingsrecht en voorstellen over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De regering stelt zich voor onder meer nog te komen met voorstellen betreffende het instellen van regionale bestuurseenheden, een vernieuwing van de wet toezicht kredietwezen, een wet tot wijziging van de rechtspositie van de PTT, een wijziging van de huurwet en de woningwet, een wijziging van de aigemene bijstandswet en van de wet op de bejaardenoorden.

lk wens U toe, leden van de Staten-Generaal, dat vruchtdragende discussies U voldoening schenken in het verantwoordelijke werk dat U wacht.

Moge Gods zegen op U en Uw werk rusten. Hiermede verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal geopend.

Troonrede 16 september 1969

Leden der Staten-Generaal,

In 1970 zal het vijf en twintig jaar geleden zijn dat de tweede wereldoorlog eindigde. De vrijheid was herwonnen, de democratie hersteld. Met aller inspanning is sindsdien veel tot stand gebracht dat van blijvende betekenis is. Er is dan ook alle reden om deze herdenking in grote dankbaarheid te vieren.

Inmiddels streven velen naar een nieuwe wereld en naar een nieuwe wijze van leven.

Ook van die wereld moeten de weder verworven waarden van vrijheid, verdraagzaamheid en democratie de grondslag vormen.

De regering wil richting geven aan een ontwikkeling in die geest.

Haar beleid is dan ook gericht op meer openheid en medeverantwoordelijkheid.

De regering wil met betrekking tot onderwijs en cultuur een verdergaande democratisering helpen tot stand brengen.

Op korte termijn zal zij een wetsontwerp indienen ter hervorming van het bestuur der universiteiten en hogescholen. Om de groeiende stroom van studenten op te vangen zijn uitbreiding en spreiding van het wetenschappelijk onderwijs noodzakelijk. Daarnaast is ook cen nieuwe structuur voor dat onderwijs zelf nodig. Een nota over het medisch wetenschappelijk onderwijs, waarin de regering haar voorkeur uitspreekt voor vestiging van de achtste medische faculteit in Maastricht, wordt U heden aangeboden.

Voorts wil de regering betere mogelijkheden scheppen voor onderwijs en vorming van de werkende jongeren. Ter bevordering van het dragen van medeverantwoordelijkheid zal het beleid worden gewijzigd ten opzichte vanjeugd- en jongerenwerk.

In het nieuwe begrotingsjaar zullen de leerlingenschalen bij het kleuter- en het lager onderwijs verder worden verlaagd. Binnenkort zullen U voorstellen bereiken voor een nieuwe experimentenwet en voor een wet die het toezicht op het schriftelijk onderwijs regelt. Ook komt er een nieuwe regeling voor de ontwikkeling van bepaalde vormen van hoger beroepsonderwijs.

Voorstellen uit de kunstwereld met betrekking tot het te voeren beleid zullen in samenwerking tussen kunstenaars, de Raad voor de Kunst en de overheid op hun mogelijkheden worden getoetst.

Zorg voor de samenleving brengt mee dat een wijziging van de wet op de bejaardenoorden voor wat betreft de planning, het opnamebeleid en het toezicht op de prijzen, wordt voorbereid. De dienstverlening voor de zeifstandig wonende bejaarden zal worden verbeterd. De bouw van woningen voor bejaarden zal worden opgevoerd.

Ter verbetering van de leefbaarheid van ons land zullen meer voorzieningen worden getroffen voor milieuhygidne, openluchtrecreatie, het veiligstellen van bos- en natuurgebieden en woningverbetering. Voor krotopruiming en stadsvernieuwing zijn aanzienlijk grotere bedragen geraamd.

Teneinde geluidsoverlast te verminderen zullen maatregelen worden getroffen om het lesverkeer op Schiphol te beperken.

Het komende parlementaire jaar zullen U enkele voorstellen bereiken tot herziening van de Grondwet. Een nota over territoriale bestuurlijke organisatie wordt heden aangeboden. Wetsvoorstellen zullen U worden voorgelegd – onder andere op het gebied van het privaat- en het strafrecht – ter aanpassing van ons recht aan de maatschappelijke ontwikkeling en aan nieuwe inzichten.

De regering acht uitbreiding nodig van de medezeggenschap van de werknemers in de onderneming. Weldra zal U een ontwerp voor een nieuwe wet op de ondernemingsraden bereiken. De regering zal zo spoedig mogelijk na ontvangst van het advies van de Sociaal-Economische Raad over wijziging van de structuur van de naamloze vennootschap met een wetsontwerp ter zake komen. Met de regeringen van Suriname en de Nederlandse Antillen zal, na de verkiezingen aldaar, overleg worden gevoerd over hun opvattingen aangaande de onderlinge staatkundige verhoudingen. Door uitbreiding van de financiële bijstand zal in deze landen aan meer sectoren van het maatschappelijke leven aandacht kunnen worden geschonken.

Onze economie heeft zich in 1969 voorspoedig ontwikkeld. De werkloosheid is mede ten gevolge van het gevoerde beleid gelukkig sterk verminderd. In grote delen van het land overtreft de vraag naar arbeidskrachten het aanbod en is er sprake van spanning. Hoewel de noodzakelijke invoering van de nieuwe omzetbelasting grote problemen heeft gegeven, is nu een goede basis aanwezig voor een gezonde sociaal-economische ontwikkeling.

Het beleid is gericht op doorbreking van de inflatiespiraal. De regering stelt – ernstig rekening houdend met het ter zake door de Sociaal-Economische Raad uitgebrachte advies – de volgende maatregelen voor.

De jaarlijkse optrekking van de huren vindt eerst op 1 juli plaats.

De verhoging van de tarieven van de omzetbelasting wordt tot 1 juli 1970 uitgesteld; tegelijkertijd

wordt voor een aantal levensmiddelen het tarief verlaagd, zodat de invloed van deze tariefswijzigingen op de kosten van levensonderhoud zeer gering zal zijn. Een aan veranderende omstandigheden aangepast actief prijsbeleid blijft gehandhaafd.

Tezamen met de voorgenomen gedeeltelijke aanpassing van de tarieven van loon- en inkomstenbelasting op 1 januari kunnen genoemde maatregelen leiden tot een redelijke verbetering van het reële besteedbare inkomen van de werknemer in 1970. Deze verbetering komt overeen met die welke zou zijn voortgevloeid uit de voorstellen van de Sociaal Economische Raad. De regering zal het overleg met het georganiseerde bedrijfsleven voortzetten. De regering wil bij een voortgaande groei van het nationals inkomen het economisch evenwicht handhaven en een verdere verdeling van de welvaart tot stand brengen.

In de financidle positie van enkele groepen bejaarden en kleine zelfstandigen zal verbetering worden gebracht via de ziekenfondsverzekering en de kinderbijslagwet voor kleine zelfstandigen.

Het financiële beleid dat op deze wijze een rustige prijsontwikkeling helpt mogelijk maken, zal tevens moeten bijdragen tot cen beperking van de spanningen in de conjunctuur en op de kapitaalmarkt. Teneinde onder meer de noodzakelijke sanering van het Gemeentefonds te verwezenlijken zijn enkele fiscale maatregelen nodig. Naast de gematigde verhoging van de omzetbelasting per 1 juli 1970 wordt voorgesteld de vermindering van omzetbelasting op investeringsgoederen een jaar uit te stellen en de vennootschapsbelasting en de vermogensbelasting op het huidige peil te handhaven.

In het kader van de inflatie-aanpassing zal de motorrijtuigenbelasting worden verhoogd en zullen de reeds bijgestelde tarieven van de accijnzen op benzine, alcohol en bier ongewijzigd blijven. De regering verwacht dat door gezamenlijke inspanning van alle betrokkenen het produktieniveau van l25.000 woningen, ondanks de stijging van de kapitaalrente, zal worden gehandhaafd. Van groot belang acht zij het scheppen van betere voorwaarden voor de huisvesting van economisch zwakke groepen en jonge gezinnen. In dit verband zullen individuele huursubsidies en maatregelen ter bevordering van de doorstroming worden voorgesteld.

Het bedrijfsleven maakt een periode van versnelde aanpassing door. Dit geldt zowel voor grote ondernemingen als voor het midden- en kleinbedrijf en de land- en tuinbouw. Verdere versterking van de economische structuur is noodzakelijk en kan ook, gelet op de gunstige conjunctuur, plaatsvinden. De noodzakelijke begeleiding van dit proces en vooral het opvangen van de moeilijkheden die daaruit voor betrokkenen voortspruiten, stellen hoge eisen aan het bedrijfsleven en de overheid. Over de ontwikkeling in het midden- en kleinbedrijf en het daarbij te voeren beleid kunt U binnenkort een nota tegemoet zien.

Het regionaal onderzoekprogramma zal in het komende zittingsjaar nieuwe bouwstenen leveren voor de onderlinge afstemming van planologische en economische maatregelen ten behoeve van de verschillende delen van het land. Dezer dagen zal U cen nota worden aangeboden inzake de mijn-industrie en de industriële herstructurering van Zuid-Limburg. Het groeitempo van de uitgaven voor het openbaar vervoer en voor de waterstaat gaat dit jaar dat van de totale uitgaven aanzienlijk te boven. Een groot deel van de waterstaatsinvesteringen gaat naar de zeehavens, waarvan de regering een verdere ontplooiing essentieel acht voor de toekomstige economische ontwikkeling van ons land. Wel noopt de schaal waarop de zeehavenontwikkeling zich thans voltrekt, tot grote waakzaamheid ten aanzien van het leef- en woonklimaat.

In de land- en tuinbouw en in de visserij voltrekken zich snel ingrijpende veranderingen. Ter vergroting van de arbeidsproduktiviteit in de agrarische sector zal de vernieuwing van het produktie-apparaat gepaard moeten gaan met een verdere vervlechting van het land- en tuinbouwbedrijf met de agrarische handel en industrie. Een voorlopige standpuntbepaling over de structuurvoorstellen van de Europese Commissie wordt U heden aangeboden.

Een aantal maatregelen moet worden genomen ter beteugeling van verdere overproduktie van enkele belangrijke landbouwprodukten. De oplossing van dit probleem zal in de eerste plaats moeten worden gevonden in het kader van het markt- en prijsbeleid van de Europese Economische Gemeenschap.

Het buitenlandse beleid van de regering wil bijdragen tot de opbouw van een vreedzame en welvarende internationale gemeenschap. Ons Koninkrijk is hierbij actief betrokken. Voor de Europese samenwerking zal het komende jaar van bijzondere betekenis zijn. Naar het zich laat aanzien, kan op 1 januari 1970 de overgangsperiode naar de gemeenschappelijke markt worden afgesloten. De regering ziet hierin geen eindstation, maar een vertrekpunt voor een hernieuwde inspanning terwille van de Europese integratie. De voldoening over de gemaakte vorderingen van de Europese Gemeenschappen zou in aanzienlijke mate worden getemperd, indien in de nabije toekomst niet eindelijk een begin zou kunnen worden gemaakt met de reeds lang verwachte uitbreiding.

In de Europese Economische Gemeenschap is het noodzakelijk te komen tot een betere coördinatie van het sociaal-economische beleid van de lid-staten. Dit is ook nodig om te komen tot een betere monetaire samenwerking. De Benelux regeringsconferentie, waarbij onder meer is besloten tot spoedige afschaffing van de controles en formaliteiten aan de grens, heeft aan de onderlinge samenwerking een nieuwe stimulans gegeven.

De ontwikkelingen in de communistische wereld zijn weinig geruststellend en verplichten tot onverzwakte handhaving van het Atlantische bondgenootschap. Ook ons land moet zich daarvoor een aanzienlijke inspanning blijven getroosten. Inmiddels wordt in het bondgenootschap het onderzoek voortgezet naar mogelijkheden tot het bereiken van een werkelijke ontspanning tussen Oost en West.

Het stemt de regering tot voldoening thans ook actief te kunnen deelnemen aan de besprekingen over wapenbeheersing en wapenbeperking in de Ontwapeningscommissie te Genève.

Met betrekking tot de conflicten in Nigeria, in Vietnam en in het Midden-Oosten zal zij alles doen wat in haar vermogen ligt om het menselijk leed te verzachten en een vreedzame oplossing te bereiken.

De Verenigde Naties blijven, ondanks tekortkomingen, de belichaming van het verlangen der volkeren naar een vreedzame, rechtvaardige en welvarende internationale samenleving. De regering zal het werk van de Verenigde Naties en hun gespecialiseerde organisaties aan een nieuwe internationale structuur van de ontwikkelingssamenwerking in de zeventiger jaren met kracht ondersteunen. Zij tracht haar eigen hulpverleningsbeleid reeds thans te passen in een internationaal kader en de doeltreffendheid verder te vergroten door meerjarenplanning, inschakeling van zoveel mogelijk geledingen van ons volk en concentratie van de hulp op een beperkt aantal landen.

Leden van de Staten-Generaal,

Het komende parlementairejaar is het laatste volledige vóór de verkiezingen in 1971. Het kabinet spant zich in om een groot aantal van zijn doeleinden in deze periode te verwezenlijken. Het vertrouwt daarbij Uw steun te verwerven. Een doeltreffende gezamenlijke besluitvorming is noodzakelijk voor ons land en ons Koninkrijk in deze jaren van verandering en vernieuwing.

Moge op onze gemeenschappelijke inspanning Gods zegen rusten!

Hiermede open ik de nieuwe zitting van de Staten-Generaal.

Troonrede 17 september 1968

Leden der Staten-Generaal,

In dit internationale jaar van de rechten van de mens valt over het wereldgebeuren de schaduw van het geweld. De overrompeling van het moedige en zwaar beproefde volk van Tsjechoslowakije heeft ons, ongeacht verschillen in levensbeschouwing en politieke overtuiging, diep geschokt. De regering betreurt dat het streven naar ontspanning tussen Oost en West, waarvoor ook Nederland heeft geijverd, onvermijdelijk een ernstige terugslag ondervindt. Zij blijft echter hopen dat zich op den duur ook aan de andere zijde een werkelijke bereidheid tot toenadering zal ontwikkelen.

Inmiddels is nog eens duidelijk in het licht gesteld dat het veiligheidsstelsel van de NAVO een onmisbare waarborg blijft voor de bescherming van onze vrije samenleving en voor het behoud van de wereldvrede. Handhaving van een doelmatige Nederlandse bijdrage aan de bondgenootschappelijke defensie blijft daarom noodzakelijk.

Het menselijk leed, veroorzaakt door de burgeroorlog in Nigeria, doet de regering zoeken naar wegen ter leniging van de nood aldaar. In Vietnam blijft de oorlogstoestand verontrustend. Om in het Nabije Oosten te geraken tot een duurzame en rechtvaardige vrede steunt de regering de pogingen van de Verenigde Naties.

Zij hecht grote waarde aan de komende volksraadpleging in West-Irian en onderhoudt hierover nauw contact met Indonesië en de Verenigde Naties.

De regering blijft hoge prioriteit geven aan de samenwerking met de ontwikkelingslanden. De bedragen voor de ontwikkelingshulp wil zij verder opvoeren. Een meerjarenprogramma wordt U heden aangeboden.

De regering ijvert voor de totstandkoming van een wereldwijde ontwikkelingsstrategie.

De landen van de Europese Economische Gemeenschap hebben dit jaar, anderhalf jaar eerder dan in het verdrag was voorzien, hun gemeenschappelij ke markt tot stand gebracht, ook voor de landbouw. Uitbreiding, meer in het bijzonder door de toetreding van Groot-Brittannië, acht de regering een versterking van die gemeenschap. De Benelux-regeringen werken hierbij nauw samen. De veelzijdige samenwerking met Suriname en de Nederlandse Antillen, die onder meer tot uitdrukking komt bij de versnelling van hun economische en sociale ontwikkeling, is onverdeeld goed.

Na een vertraging in de economische groei valt in ons land sinds midden 1967 een herstel van de conjunctuur waar te nemen. Produktie en uitvoer ontwikkelen zich gunstig. Door de regelmatige groei van de binnenlandse bestedingen neemt ook de invoer belangrijk toe. De betalingsbalans verbetert geleidelijk. Enkele overwegend structurele problemen blijven intussen grote aandacht opeisen. In verschillende delen van het land ontwikkelt de bedrijvigheid zich onvoldoende. De werkloosheid in die gebieden, vooral onder de oudere werknemers, blijft te hoog en geeft reden tot zorg. De regering vertrouwt dat een Raad voor de Arbeidsmarkt die binnenkort wordt ingesteld, een bijdrage zal leveren tot de oplossing van dit moeilijke vraagstuk. Dezer dagen wordt U een nota toegezonden over het regionale beleid dat de Regering noodzakelijk acht voor de versterking van de betrokken gebieden.

De sociale en economische moeilijkheden in bepaalde gebieden en bedrijfstakken hangen ten dele samen met snelle en omvangrijke veranderingen in de produktiestructuur. De regering stelt in deze de eigen verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven voorop. Zij streeft ernaar deze veranderingen zo goed mogelijk te begeleiden. Zij doet dit door het bevorderen van structuurverbeteringen onder andere in de textielindustrie, de scheepsbouw, het midden- en kleinbedrijf, de visserij, het streekvervoer en de binnenvaart. Bovendien zal zij stimuleren dat nieuwe vestigingen tot stand komen en nieuwe produkten en technieken worden ontwikkeld. In de landbouw ligt het accent op de ruilverkaveling. Voor ongeveer een vierde deel van de Nederlandse cultuurgrond zijn ruilverkavelingen in uitvoering.

Uit de macro-economische verkenning die U heden wordt aangeboden, blijkt dat voor de komende jaren in algemene zin een gunstige ontwikkeling mogelijk is. Dit geldt ook voor het werkgelegenheidspeil. Om deze mogelijkheden te verwezenlijken zullen aan het financieel-economische beleid hoge eisen worden gesteld. Een belangrijke voorwaarde is een evenwichtige groei van lonen en andere inkomens.

Een ontwerp van wet op de loonvorming is U inmiddels aangeboden.

De regering heeft zich bij het opstellen van de rijksbegroting voor 1969 tevens bezonnen op de rijksfinanciën tot en met 1971. Als eerste resultant zult u in de miljoenennota een schets aantreffen van een mogelijke ontwikkeling van de uitgaven in die jaren.

Bij de voorbereiding is de krachtige neiging tot uitgavenstijging duidelijk gebleken. Zij noopt Staten-Generaal en regering tot een voortdurende kritische afweging van alle overheidsactiviteiten, ook in verband met de belastingdruk.

De begroting voor 1969 vertoont een stijging van de netto-uitgaven, die blijft binnen de grens, gesteld in de regeringsverklaring. Mede in verband met de sanering van het Gemeentefonds is desondanks enige verhoging van belasting onvermijdelijk. Door verhoging van de accijns op een aantal tabaksartikelen zal een extra-bedrag in de schatkist vloeien.

Op 1 januari 1969 zal ons land overgaan op het nieuwe stelsel van omzetbelasting. De regering zal erop toezien, dat het effect hiervan op de prijzen zo beperkt mogelijk blijft. Teneinde in het bijzonder de lagere inkomensgroepen een tegemoetkoming te verschaffen wordt voorgesteld de heffing van de loon- en inkomstenbelasting eerst te doen aanvangen bij een hoger inkomen dan thans het geval is. Voorts zal aan de minst-draagkrachtigen door enkele sociale uitkeringsregelingen enige compensatie worden geboden.

In het komende zittingsjaar zullen U voorstellen bereiken voor een aanpassing van het tarief van de loon- en inkomstenbelasting op 1 januari 1970. Deze voorstellen beogen de drukverzwaring teniet te doen die onbedoeld voortvloeit uit inflatoire inkomensstijgingen. De regering is voornemens U voor te stellen zulke aanpassingen van het tarief jaarlijks automatisch tot stand te doen komen. In verband met de vele hieraan verbonden aspecten zal zij een voorontwerp van wet publiceren en adviezen daarover inwinnen.

Het is onvermijdelijk enige tarieven van de P.T.T. te verhogen om een gezonde bedrijfsvoering mogelijk te maken. De port van drukwerk en nieuwsbladen blijft echter ongewijzigd.

Teneinde de moeilijke financidle positic van vooral de grootste gemeenten te verlichten is overleg gaande om door gezamenlijke inspanning van het rijk en deze gemeenten daarin verbetering te brengen.

In het komende jaar zal van rijkswege een begin worden gemaakt met verlichting van bepaalde financiële lasten van waterschappen.

Bij het beleid op het gebied van de ruimtelijke ordening zal het accent niet alleen worden gelegd op de problematiek van de spreiding, doch ook op die van het stedelijk leefmilieu. Een wetsontwerp ter bestrijding van de luchtverontreiniging zal U dezer dagen bereiken.

De regering zal het produktieniveau van de bouwnijverheid handhaven. Voor 1969 streeft zij naar het wederom in aanbouw nemen van omstreeks 125.000 woningen; daarbij wordt het aandeel van de particuliere sector vergroot. Nu het tekort aan woningen in de meeste plaatsen begint te verdwijnen, wordt het mogelijk de geschakeerde verlangens van de bewoners beter tot hun recht te doen komen.

Een nota inzake woningverbetering, krotopruiming, sanering en reconstructie zal u weldra worden aangeboden.

De regering zal verder gaan met het treffen van voorzieningen ter bevordering van de verkeersveiligheid. Er zullen verschillende maatregelen worden genomen ter verbetering van de hulpverlening aan verkeersslachtoffers. Het stelsel van waarschuwingspunten langs de autosnelwegen zal worden uitgebreid en voorts zal een wetsontwerp worden ingediend ter regeling van het ambulancevervoer.

Een onderzoek naar de mogelijkheden van een grotere openbaarheid van het centrale bestuur acht de regering gewenst. Volgende week wordt een commissie geïnstalleerd, die de regering zal adviseren over de maatschappelijke functie van de overheidsvoorlichting en over de openheid van de bestuursdienst. Over de aanbevelingen en denkbeelden in het onlangs verschenen rapport van de staatscommissie van advies inzake de Grondwet en de Kieswet, met name ten aanzien van de opkomstplicht bij verkiezingen, zal overleg met U plaatsvinden. De regering is vóór het instituut van een parlementaire ombudsman; het overleg daarover met U kan een aanvang nemen.

Wetsontwerpen over het stakingsrecht en over informatie en bemiddeling bij werkstaking zullen U worden aangeboden. Verder zal een wetsontwerp tot herziening van het echtscheidingsrecht worden ingediend.

Een belangrijk deel van het overheidsbeleid is gericht op versterking van het maatschappelijk en cultureel welzijn. Zo wil de regering enige uitbreiding geven aan de steun voor de kunsten en de zorg voor het cultuurbezit. Ook de mogelijkheden voor recreatie- en jeugdbeleid worden verruimd.

Reeds gedurende enkele jaren hebben – nationaal zowel als internationaal – verschillende belangrijke gebeurtenissen duidelijk aangetoond, hoezeer de burgers mede richting geven aan de doorwerking van de democratie in de werkgemeenschap, het onderwijs en het openbare leven. De regering staat open voor deze verlangens, die door velen in ons volk, in het bijzonder door de jonge generatie, worden geuit.

De groeiende belangstelling van de samenleving voor het onderwijs is een uiting van de geestelijke en economische kracht van ons volk. Een verhoogde deelneming aan de verschillende sectoren van het onderwijs is daarvan het verheugende gevolg. Een belangrijke vooruitgang is de invoering op 1 augustus 1968 van de wet op het voortgezet onderwijs en van die op het leerlingenwezen. De aandacht wordt thans gericht op wijziging van de kleuteronderwijswet, de lager-onderwijswet, een nieuwe experimentenwet en de wet op het christelijk onderwijs.

Het komende jaar zal bij het lager onderwijs een bescheiden begin worden gemaakt met verminde

ring van het gemiddelde aantal kinderen per klas. Binnenkort zal U een prioriteitennota worden aangeboden.

Een gedachtenwisseling tussen alle betrokkenen zal worden geopend over de juiste vorm van herstructurering van het wetenschappelijk onderwijs. De coördinatie van het wetenschapsbeleid zal worden versterkt. De regering wil medewerking verlenen aan ruimere verspreiding en uitwisseling van wetenschappelijke en technische informaties.

Leden der Staten-Generaal, in onze eeuw van spanning tussen vrijheid en onvrijheid is de creatieve en inventieve kracht van de democratie overduidelijk gebleken. Het is dan ook een voorrecht te leven in een land waarin de vrijheid niet slechts als een ideaal wordt erkend maar ook in de werkelijkheid van ons dagelijks leven als een hoog goed wordt ervaren.

In deze gezindheid wil de regering haar beleid voeren. Daarvoor vraagt zij de steun en medewerking van de Staten-Generaal.

Met de bede om Gods zegen op onze gezamenlijke arbeid verklaar ik de nieuwe zitting van de Staten-Generaal geopend.

Troonrede 19 september 1967

Leden der Staten-Generaal,

Met dankbaarheid denken mijn familie en ik terug aan de belangstelling en de gelukwensen die wij van velen in het Koninkrijk, meer in het bijzonder van U, mochten ontvangen bij de geboorte en de doop van onze Willem-Alexander.

De wereld waarin wij leven, wordt door tegenstrijdigheden gekenmerkt. Velen, zo niet allen, verlangen en streven naar vrede; desondanks wordt in vele streken bitter gestreden. Velen, zo niet allen, verlangen voor een ieder in deze wereld een volwaardig menselijk bestaan; desondanks moet op vele plaatsen een onophoudelijke strijd tegen honger, ziekte en onderdrukking worden geleverd. Het is deze situatie, waarin de idealen van vrede, gezondheid en vrijheid nog lang niet voor allen in vervulling zijn gegaan, die ons dwingt niet alleen de ontwikkeling van onze eigen samenleving te bevorderen, maar ons ook in te spannen op die gebieden waar wij iets voor anderen kunnen betekenen. De Regering ziet haar opdracht dan ook mede bepaald door de gedachte, dat slechts een eensgezinde en in financieel-economisch opzicht gezonde samenleving een vruchtbare bijdrage kan leveren tot het welzijn van de wereld.

De Regering is diep verontrust over de in Vietnam voortdurende en in hevigheid toenemende strijd, die een ontstellend menselijk leed veroorzaakt. Zij grijpt elke mogelijkheid aan om het tot stand komen van vredesonderhandelingen te bevorderen.

De gevechtshandelingen in het Nabije Oosten hebben andermaal aangetoond, hoezeer het nodig is aldaar te komen tot een blijvende regeling die alle partijen aanvaarden. Daarbij zal het uitgangspunt moeten zijn het bestaansrecht van alle souvereine naties in dat gebied en de mogelijkheid van een menswaardig bestaan voor allen die daar wonen.

De Regering acht voortgang inzake wapenbeperking en wapenbeheersing van het grootste belang. Zij blijft dan ook krachtige steun geven aan het spoedig tot stand komen van een verdrag ter voorkoming van verdere verspreiding van kernwapenen.

De Nederiandse defensie vormt een wezenlijk deel van de geïntegreerde verdediging van de NAVO-landen. Een aan de omstandigheden aangepast Atlantisch bondgenootschap is – ook na 1969- noodzakelijk voor de veiligheid en voorwaarde voor een verdere ontspanning tussen Oost en West. Het overleg met de landen van Oost-Europa wordt voortgezet en verdiept.

Ons land geeft aan de voltooiing van de gemeenschappelijke markt en aan de opbouw van de Europese economische unie zijn volle medewerking. Van centrale betekenis acht de Regering intussen de behandeling van de verzoeken om aansluiting bij de EEG van Groot-Brittannid, Ierland en de Scandinavische landen. Een wederom beletten van deze aansluiting, waardoor de splitsing in West-Europa zou worden gehandhaafd, zou de Regering zeer verontrusten en ongetwijfeld een ongunstige weerslag hebben op de voortgang van de Europese integratie.

De Regering verwacht, dat de komende Benelux-regeringsconferentie zal leiden tot nog nauwere samenwerking.

De positie van de ontwikkelingslanden vraagt bij de bepaling van het beleid steeds grotere aandacht van de Regering. Zij stelt voor de bijdrage voor ontwikkelingshulp in 1968 aanzienlijk te verhogen. Bovendien wil de Regering de in ons volk bestaande krachten meer dan te voren tot werkzaamheid brengen. De hulpverlening zal doeltreffender worden gemaakt door deze te richten op een kleiner aantal landen.

Ook in internationaal verband, zoals op de aanstaande Tweede Wereldconferentie voor Handel en Ontwikkeling, zal de Regering ijveren voor maatregelen ter versnelling van de sociaal-economische groei in de ontwikkelingslanden.

De Regering hecht bijzondere waarde aan het handhaven van de hartelijke betrekkingen tussen de landen van het Koninkrijk. Zij zal aan de ontwikkeling van Suriname en de Nederlandse Antillen bijstand blijven verlenen.

Ongeveer een jaar geleden begon de conjunctuur een aarzeling te vertonen. De aanvankelijke snelle toeneming van de werkloosheid – die vooral regionaal een belangrijke omvang aannam – baarde de Regering grote zorg. Zij voelt zich nauw betrokken bij het leed dat uit deze werkloosheid voor de werknemer en zijn gezin voortvloeit. Inmiddels zijn verschillende maatregelen genomen om aan de problemen tegemoet te komen. De vertraging in de ontwikkeling van produktie en investeringen is beperkt gebleven. Thans wordt in het buitenland een geleidelijk herstel verwacht. De Regering beoogt door haar beleid ertoe bij te dragen, dat ook in ons land een verbetering zal optreden. Ten einde dit herstel niet te verstoren door de overgang op het nieuwe Europese systeem voor de omzetbelasting, waartoe zeer binnenkort een wetsvoorstel zal worden ingediend, wordt de investeringsaftrek voor gebouwen heden hersteld. Mocht de werkgelegenheid – in het bijzonder voor de jeugd – zich nog niet bevredigend ontwikkelen, dan zal de Regering verdere maatregelen treffen.

Ondanks de ontspanning op de arbeidsmarkt blijft het zorgwekkend, dat de betalingsbalans zich nog onvoldoende heeft hersteld en dat kostenstijgingen hun invloed op de prijzen blijven uitoefenen. Dit houdt een ernstige waarschuwing in. Om in de toekomst een bevredigende groei van werkgelegenheid en welvaart te bereiken is in de eerste plaats een toeneming van de nationale besparingen nodig. Verbetering van de financiële positie van de overheid zal daartoe een bijdrage kunnen leveren. Daarnaast is een grote terughoudendheid geboden bij de loon- en salarisontwikkeling. Een verdere kostenstijging moet in het belang van de concurrentiepositie worden vermeden. Deze doelstellingen drukken ook hun stempel op het begrotingsbeleid.

In de Regeringsverklaring is reeds de overtuiging uitgesproken, dat een aanvaardbare begrotingsontwikkeling alleen kan worden bereikt door herziening van het uitgavenbeleid. Bij het opstellen van de begroting 1968 is duidelijk bevestigd, dat zonder een verdere belangrijke verzwaring van de belastingdruk slechts dan voldoende ruimte voor essentidle voorzieningen beschikbaar kan komen, indien op tal van andere onderdelen beperkingen worden aangebracht. Zo zijn er een aantal beslissingen tot herziening van het uitgavenbeleid genomen. Deze vinden hun weersiag in de rijksbegroting die U heden wordt aangeboden; voor een deel zullen zij pas in volgende begrotingen doorwerken.

Hoewel door de voorgestelde maatregelen de uitgavenstijging die bij ongewijzigd beleid zou zijn ontstaan, belangrijk kan worden beperkt, noopt de resterende stijging in 1968 toch tot enkele belastingmaatregelen. De Regering stelt voor de verhoging van de benzine-accijns die voor 1967 geldt, te handhaven en de omzctbelasting op enkele artikelen van 10 tot 12% te verhogen. De verder benodigde middelen zullen worden verkregen uit maatregelen die reeds ter verbetering van de belastingstructuur noodzakelijk zijn. Daartegenover zal een lastenverlichting voortvloeien uit een verhoging van de aanslaggrens voor de inkomstenbelasting.

Niet alleen de rijksfinanciën, doch ook de positie van het Gemeentefonds en de financiën van een aantal – vooral grote – gemeenten, geven aanleiding tot zorg. De Regering hoopt, dat door een samenspel van maatregelen binnen afzienbare tijd een belangrijke verbetering kan worden bereikt. Daartoe kan ook worden gerekend een verruiming van het gemeentelijke belastinggebied, waardoor de verantwoordelijkheid van de gemeentebesturen voor het eigen uitgavenbeleid beter tot haar recht kan komen.

De snelle ontwikkeling van de techniek, de voortschrijdende economische integratie en de gewijzigde kostenverhoudingen vergen vele veranderingen in de bestaande produktiestructuur van landen tuinbouw, visserij, handel en industrie. Of de mogelijkheden, die uit de voltooiing van het gemeenschappelijke Europese landbouwbeleid voortvloeien, in voldoende mate zullen worden benut, is vooral afhankelijk van het tempo, waarin de structurele aanpassingen in het agrarische bedrijfsleven zich voltrekken. De begroting verzekert de voortzetting van het beleid dat deze aanpassing beoogt te ondersteunen. Ook de veranderingen die zich in het midden- en kleinbedrijf voltrekken, wil de Regering helpen ten goede te richten.

De versterking van de industriële structuur van ons land is zeer belangrijk. De Regering hecht veel betekenis aan het doen van onderzoekingen die een beter inzicht verschaffen in de ontwikkeling per bedrijfstak. Verder zal de Regering de uitvoering aanmoedigen van industriële projecten die van veel waarde zijn voor ons land en met name voor regionale gebieden met een nog zwakke economische structuur.

Grote inspanning van industrie en wetenschap op het gebied van speurwerk en technische ontwikkeling blijft geboden. De uitvoering van belangrijke ontwikkelingsprojecten bij de industrie zal de Regering bevorderen.

Met betrekking tot de woningbouw is het streven erop gericht in 1968 het bereikte niveau der jaarproduktie van 125.000 te handhaven.

Ten gevolge van deze hoog opgevoerde produktie is in grote delen van het land een situatie ontstaan, die het verantwoord maakt het systeem van strakke regulering van de huren te verlaten. De Regering zal de uitwerking daarvan nauwlettend volgen. Voorstellen tot wijziging van de Huurwet en van de desbetreffende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek zullen U in de loop van dit zittingsjaar bereiken.

De Regering wil komen tot het vaststellen van een geheel van maatregelen, nodig om de eerste fase van het beleid betreffende de ruimtelijke ordening te kunnen uitvoeren.

De wegenaanleg zal met kracht worden voortgezet, mede ter versterking van onze economische positie. Ook de verbetering van de vaargeul naar de Nieuwe Waterweg zal in dit verband een gunstige invloed hebben. Bijzondere aandacht vraagt de moeilijke situatie waarin de spoorwegen, de openbare vervoersbedrijven in de grote steden en de binnenscheepvaart zich bevinden. Ten behoeve van de zeescheepvaart zal de Regering de totstandkoming bevorderen van een wet die verweer tegen ernstige vormen van vlagdiscriminatie mogelijk maakt.

Ter uitbreiding van de sociale zekerheid hoopt de Regering, dat de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, waarvan het ontwerp bij U aanhangig is, spoedig tot stand komt. Voor de welzijnszorg acht zij deze wet, naast hetgeen in de afgelopen jaren is bereikt, van grote betekenis. De Regering is voornemens U in de loop van dit parlementaire jaar een ontwerp van wet inzake het minimumloon aan te bieden.

Voorts zal U een wetsontwerp bereiken ter bestrijding van de luchtverontreiniging.

Ook op andere terreinen ziet de Regering erop toe, dat de rechtsontwikkeling niet ten achter blijft bij de snelle maatschappelijke veranderingen. Zo zijn voorstellen van wet te verwachten op het gebied van het ondernemingsrecht, en wel betreffende de jaarrekening en de herziening van het enquêterecht bij de onderneming. Ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer zal een wet aanhangig worden gemaakt om het afluisteren tegen te gaan.

Een voorontwerp van wet tot uitbreiding van de verantwoordingsplicht jegens de gemeenteraad zowel van de burgemeester als van het College van Burgemeester en Wethouders is gereed.

De instelling van de Staatscommissie van Advies inzake de Grondwet en de Kieswet wettigt de verwachting, dat de bezinning op deze staatswetten belangrijke vorderingen zal maken.

Naarmate de maatschappij zich sneller wijzigt en wijzigingen dieper ingrijpen in het leven van de enkeling, worden aan onderwijs, wetenschapsbeoefening, culturele en maatschappelijke ontwikkeling andere en zwaardere eisen gesteld. De regering wil de mogelijkheden blijven bieden om de problemen die hieruit voortvloeien, tot een oplossing te brengen. Zij acht hierbij de invoering van de Wet op het Voortgezet Onderwijs en van de Wet op het Leerlingenwezen van veel belang; bijzondere aandacht zal zij schenken aan her- en bijscholing. Zo mogelijk nog in de loop van dit zittingsjaar zal zij U een nota aanbieden betreffende de herstructurering van het wetenschappelijk onderwijs en de verkorting van de studieduur.

Ons land kent vele waardevolle culturele en maatschappelijke voorzieningen, die echter nog niet in voldoende mate gebruikt worden. De Regering zal nagaan of de oorzaken hiervan liggen in onbekendheid of ongewoonte dan wel in gebrek aan middelen bij hen die zich tot nu toe afzijdig hielden.

Het beleid dat de Regering voert ter verbetering van de culturele en maatschappelijke levensomstandigheden van de gehele bevolking, heeft naar haar mening slechts kans van slagen, als ook algemeen de bereidheid leeft om mede-verantwoordelijkheid te dragen voor de opzet en de uitvoering van de nodige voorzieningen. Dit geldt in het bijzonder ook voor de jonge generatie. De Regering stelt zich voor deze zoveel mogelijk te betrekken bij de vormgeving van het beleid inzake onderwijs, vorming, ontwikkeling en ontspanning. Zij is bereid deze activiteiten naar vermogen te steunen.

Leden der Staten-Generaal,

De Regering zal in de toekomst haar beleid steeds meer baseren op meerjarenplannen. Zij hoopt daardoor bij te dragen tot een evenwichtige groei en veelzijdige ontwikkeling van onze samenleving. Zij verwacht, dat de drang naar vernieuwing die in de laatste jaren alom valt waar te nemen en die gepaard gaat met een groeiende behoefte bij ons volk om mee te denken over de toekomst van ons land, aan deze ontwikkeling ten goede zal komen.

Onder deze omstandigheden is een nieuw overleg tussen overheidsinstanties en vertegenwoordigende lichamen meer dan ooit noodzakelijk. Veel kan tot heil van het Koninkrijk en ons volk tot stand worden gebracht bij een vruchtbare samenwerking tussen Regering en Staten-Generaal.

Met de bede, dat Gods zegen op onze gezamenlijke arbeid moge rusten, verklaar ik de nieuwe zitting van de Staten-Generaal geopend.

Troonrede 20 september 1966

Leden der Staten-Generaal,

Onrust en onzekerheid hebben ook in het afgelopen jaar de wereld beïnvloed. De strijd in Vietnam, waarvan ons bijna dagelijks de beklemmende beelden voor ogen komen, doordringt ons meer dan ooit van de noodzaak geschillen te beslechten door overleg en niet door geweld. Een spoedig einde der gevechtshandelingen in Vietnam acht de Regering thans alleen mogelijk, indien beide partijen zich bereid verklaren tot vredesonderhandelingen, zonder vooraf voorwaarden te stellen.

In de Verenigde Naties blijft ons Koninkrijk zijn volle steun geven aan het gezamenlijk streven naar vrede, veiligheid en welvaart. Het neemt actief deel aan de pogingen om in internationaal overleg een verdere verspreiding van kernwapens te voorkomen.

Te zamen met de Atlantische bondgenoten streeft de Regering naar een vermindering van de spanningen tussen Oost en West. Kan er van enige verbetering gesproken worden wat betreft de verhouding tot de landen achter het ijzeren gordijn, de ontwikkeling in China vereist daarentegen bijzondere waakzaamheid.

In de gegeven situatie blijft het geïntegreerde verdedigingsstelsel van de NAVO onmisbaar voor onze veiligheid. Daarom zal ook ons land zijn bijdrage moeten leveren aan de oplossing der moeilijkheden, die door het optreden van Frankrijk zijn veroorzaakt.

In de Benelux worden nieuwe initiatieven voorbereid om de voltooiing der Economische Unie te bespoedigen.

De werkzaamheden van de Europese Gemeenschappen konden gelukkig in het begin van dit jaar met hernieuwde kracht worden voortgezet. Sindsthen zijn er in de EEG, vooral op het gebied van de landbouw, belangrijke resultaten bereikt. Dat neemt niet weg, dat principiële verschillen van mening zijn blijven bestaan. Deze betreffen in het bijzonder de versterking van de parlementaire invloed en de toetreding van Groot-Brittannië en andere Europese landen. De Regering zal hiervoor blijven ijveren, evenals voor het slagen van de onderhandelingen in de Kennedyronde. De EEG kan aldus een belangrijke bijdrage leveren tot uitbreiding van de wereldhandel, die ook ten goede zal komen aan de ontwikkelingslanden.

Ondanks de inspanningen die men zich in en buiten deze landen getroost, blijven de vooruitzichten op een menswaardig bestaan voor een groot deel van de wereldbevolking zorgelijk. De U onlangs aangeboden nota Ontwikkelingshulp schetst de zware taak waarvoor onze generatie zich geplaatst ziet. De Regering meent daarom, dat de financiële beperkingen die thans noodzakelijk zijn, geen beletsel mogen vormen de Nederlandse hulpverlening opnieuw te vergroten.

Het verheugt de Regering, dat een oplossing kon worden gevonden voor de schuldenregeling met Indonesië. Voor een verdere gunstige ontwikkeling van de betrekkingen tussen beide landen is daarmede de weg vrijgemaakt.

De verhouding tussen de landen van het Koninkrijk blijft gekenmerkt door goede samenwerking en vriendschap. Mijn man en ik mochten dit, evenals onze dochter Beatrix en haar echtgenoot, tijdens onze bezoeken aan Suriname en de Nederlandse Antillen dankbaar ervaren.

De Regering blijft bereid met financiële en technische hulp bij te dragen tot de oplossing van de sociale en economische problemen, waarvoor Suriname en de Nederlandse Antillen zich gesteld zien. Ondanks moeilijkheden die zich hier en daar in het bedrijfsleven voordoen en die vooral samenhangen met aanpassingen van structurele aard, is de economische groei van onze volkshuishouding niet onbevredigend. In de huidige fase van de conjunctuur bestaan er echter grote spanningen zowel op de geld- en kapitaalmarkt als op de arbeidsmarkt, terwijl de betalingsbalans een tekort vertoont en de prijzen aan een opwaartse druk onderhevig zijn.

De Regering ziet het als haar eerste taak eraan mede te werken dat meer evenwichtige verhoudingen worden bereikt. Daartoe is zij bij het vaststellen van de begroting uitgegaan van een sobere uitvoering van haar program. Desondanks is daarmede een aanzienlijke stijging der uitgaven gemoeid, zodat het onvermijdelijk is enkele belastingen te verhogen. Ook door haar loon- en prijsbeleid en door het bevorderen van besparingen tracht de Regering het evenwichtsherstel te bespoedigen. Bij dit alles streeft zij naar een zo rechtvaardig mogelijke lastenverdeling.

Koningin Juliana tijdens een werkbezoek op 26 april 1966 te Voorburg

Op de achtergrond burgemeester Jhr. Feith

(collectie: Gemeentearchief Voorburg)

De herinnering aan het werkbezoek in het “Gulden boek” van Voorburg

(collectie: Gemeentearchief Voorburg)

Konigin Juliana, burgemeester Feith en diens dochter Caroliene Feith

(collectie: Gemeentearchief Voorburg)

Wat de belastingen betreft stelt de Regering voor de heffing op gasolie en – uitsluitend voor het jaar 1967 – de accijns op benzine te verhogen. Voorts wil zij de tijdelijke verhoging van de vennootschapsbelasting voor het jaar 1967 handhaven. Met deze maatregelen kan voor het komende begrotingsjaar worden volstaan dank zij het inhalen van de te grote achterstand in het opleggen van aanslagen voor de inkomstenbelasting aan een bepaalde groep belastingplichtigen. Op 1 januari 1968 kan echter een algemene verhoging van de omzetbelasting niet achterwege blijven.

Tegenover deze verhogingen staat in de voorstellen der Regering een verlaging van de belastingdruk voor ongehuwden boven 40 jaar, die tegelijk met de algemene verlaging van de loon-en inkomstenbelasting op 1 januari 1967 zal ingaan.

Bij het voorgestelde beleid behoeft voor de financiering van de begroting 1967 geen beroep op de open kapitaalmarkt te worden gedaan. Aldus wordt ook een gezonde financiering van de gemeentelijke investeringen bevorderd.

Het is noodzakelijk, dat ook de loonontwikkeling een bijdrage levert tot het herstel van het economische evenwicht. De Regering is zich ervan bewust, dat deze ontwikkeling niet uitsluitend bepaald wordt door de groei van de arbeidsproduktiviteit. Duidelijk is echter, dat – mede uit een oogpunt van werkgelegenheid – het tempo van de loonstijging bij dat der laatste jaren moet achterblijven. Door haar beleid wil de Regering dit mogelijk maken. Mede daarom is het samenstel der belastingmaatregelen zodanig gekozen, dat in 1967 voor vrijwel alle werknemers en kleine zelfstandigen de voordelen ervan groter zijn dan de nadelen. Tevens stelt de Regering voor, de ingangsdatum van de huurverhoging naar 1 juli 1967 te verschuiven. Ook een aantal nieuwe sociale voorzieningen zal eerst op die datum kunnen ingaan. Door een krachtig prijsbeleid zal de Regering ernaar streven de loonstijging zo reëel mogelijk te doen zijn. Zij vertrouwt, dat over de loonvorming voor 1967 een vruchtbaar overleg zal kunnen plaatsvinden, waarvoor het door de SER uit te brengen advies inzake het systeem der loonvorming van groot belang is.

Voor het evenwichtsherstel, alsmede voor een verdere vergroting van welvaart en welzijn van geheel ons volk is een verhoging van de besparingen noodzakelijk. Het zou van belang zijn, indien een deel van de loonstijging daartoe werd aangewend. De Regering acht het in ieder geval gewenst, dat er maatregelen worden genomen ter verhoging van het niveau der besparingen. Binnenkort zal zij U over deze maatregelen een nota aanbieden, alsmede een ontwerp van wet tot instelling van een bezitsvormingsfonds.

De Regering hecht er waarde aan haar beleid af te stemmen op de economische groei van onze volkshuishouding in de komende jaren. Daarvoor acht zij de studie van het Centraal Planbureau over de Nederlandse economie in 1970 van grote betekenis. Haar opvatting over zulk een beleid is neergelegd in de Nota inzake Groei en Structuur van onze Economie, die U een dezer dagen zal worden aangeboden. De daarin geschetste ontwikkeling op langere termijn opent een gunstig perspectief voor het bereiken van de doelstellingen van haar program, dat voor iedere burger grotere mogelijkheden wil openen om zowel in geestelijk als in materieel opzicht tot ontplooiing te komen.

Aan die doelstellingen houdt de Regering onverkort vast. Juist om de verwezenlijking daarvan niet in gevaar te brengen moest het tempo der maatregelen enigszins worden gematigd. De koers is echter niet gewijzigd en de Regering vertrouwt, dat U haar in staat zult stellen deze vaste koers te blijven volgen.

Daarbij zal ook van U veel studie en werkkracht worden gevraagd. Belangrijke wetsontwerpen zijn nog in behandeling. Morgen vangt de openbare beraadslaging aan over de Volksgezondheidsnota. Binnen enkele dagen zult U in het bezit zijn van een Nota inzake de Ruimtelijke Ordening en van de Zeehavennota. Wetsontwerpen tot wijziging van de onteigeningswet en tot invoering van een speculatiewinstbelasting zullen spoedig volgen, evenals een wetsontwerp, dat beoogt door verhoging der motorrijtuigenbelasting de van een goed rijkswegennet te waarborgen.

In de loop van deze week zal de Stichting Ontwikkeling en Sanering van het Midden- en Kleinbedrijf tot stand komen, die tot doel heeft de structuur van dit deel van het bedrijfsleven te verbeteren.

Op het gebied van landbouw en visserij wordt ter verhoging van de concurrentiekracht een hoge prioriteit verleend aan het structuurbeleid. Van grote betekenis is daarbij, dat de gemeenschappelijke Europese markt haar voltooiing nadert.

Dit jaar zullen ongeveer 120.000 woningen gereedkomen. De Regering streeft ernaar dit niveau te handhaven. De achterstand zal dan binnen enkelejaren zijn ingehaald.

De Regering wil in het komende jaar een begin maken met de subsidiëring van verbeteringen van het wegverkeer en het openbaar vervoer in en nabij de steden, alsmede van de bouw van sporthallen. Binnenkort zal U, als een van de maatregelen ter bescherming van de persoonlijke sfeer van de burgers, een wetsontwerp worden aangeboden tot regeling van het telefoongeheim.

Een nieuw besluit tot regeling van het buitengewoon lager onderwijs kan eveneens binnenkort worden tegemoet gezien, alsmede de indiening van het ontwerp voor een nieuwe leerplichtwet. De één dezer dagen te installeren Raad van Advies voor het Wetenschapsbeleid beoogt Nederland op het terrein van het onderzoek tot een slagvaardig optreden in staat te stellen.

Bij haar beleid op cultureel en maatschappelijk gebied schenkt de Regering bijzondere aandacht aan de jeugdproblematiek. In samenwerking met particuliere organisaties zoekt zij naar oplossingen, die recht doen wedervaren aan het streven naar vernieuwing, dat zich zowel op geestelijk en sociaal als op politiek gebied steeds sterker openbaart. Ook al uit de vernieuwingsdrang zich niet zelden in felle kritiek op gevestigde meningen en instellingen, in een democratische gemeenschap moet deze tot ernstige beginning leiden. De Regering zal daaraan naar vermogen medewerken. Zij wil bevorderen dat de kritische belangstelling, die bij velen voor het openbaar gebeuren bestaat, zich positief kan richten op het vervullen der taken, waarvoor ons volk zich gesteld ziet.

Dit zal alleen mogelijk zijn als Gij, leden van de volksvertegenwoordiging, in voortdurend contact met ons volk in al zijn geledingen, daaraan Uw medewerking verleent.

Harerzijds wil de Regering, gesteund door een toegewijd ambtenarencorps, in het zittingsjaar dat heden aanvangt, trachten de zojuist aangekondigde plannen te verwerkelijken. Zij vertrouwt daarvoor Uw steun te verkrijgen in een openhartig overleg, dat aan ons volk de betekenis duidelijk zal maken van de grote taken, die wij te zamen moeten volbrengen.

Met de bede, dat God ons allen wijsheid en kracht moge schenken bij het verrichten van deze verantwoordelijke arbeid, verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal geopend.