Uitgelicht

Troonrede van 17 september 2024

Leden van de Staten-Generaal,

Het is verleidelijk om bij de start van dit parlementaire jaar terug te blikken op een sportzomer die nog eens heeft aangetoond waartoe ons land in staat is. Voor al die miljoenen sportliefhebbers in Nederland – waaronder ook mijn eigen familie – viel er veel te genieten. En er was veel om trots op te zijn.

Gemeten naar inwoneraantal is Nederland ongeveer het 70ste land ter wereld. Maar op de olympische en paralympische medaillespiegel bereikte ons land deze zomer een 6de en zelfs een 4de plaats. Dat is veelzeggend. De sporters van TeamNL hebben met hun geweldige prestaties laten zien wat bereikt kan worden met talent, hard werken en volhouden, ook als het een keer tegenzit. Aan dat voorbeeld mag de samenleving zich spiegelen. Wanneer we ons doelgericht ergens toe zetten, kunnen we veel bereiken en de hoge kwaliteit van leven in ons land vasthouden. 

Vanuit die gedachte wil de regering de komende jaren, samen met u, de zorgen adresseren die zo duidelijk doorklonken in de verkiezingsuitslag van november, en die raken aan de bestaanszekerheid van mensen. Er leven acute zorgen over migratie, de overspannen woningmarkt en het gezinsinkomen. Er zijn zorgen over de toekomst: over de economie, over de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg en onderwijs, over energievoorziening en klimaat, en over onze nationale en internationale veiligheid in een wereld vol dreiging en onrust. Bovendien zijn er onderliggende zorgen, die raken aan de verbinding tussen mensen onderling en het vertrouwen in de overheid.

Veel van de acute problemen waar we voor staan, bijvoorbeeld met migratie, woningbouw, landbouw en natuur, zijn terug te voeren op een overweldigende, door de jaren heen gegroeide complexiteit van teveel regels, procedures en controledrang. Maar de beleidswerkelijkheid van de tekentafel past in veel gevallen niet bij de praktijk van alledag. Te vaak krijgen mensen de boodschap dat iets om formele redenen niet kan of mag, waardoor zij het gevoel krijgen de regie over het eigen leven te verliezen. Steeds vaker ook raken dingen die heel gewoon moeten zijn uit het zicht, zoals een dak boven je hoofd, een toereikend inkomen of een vertrouwde woonomgeving. Dat gebrek aan zekerheid knaagt aan de onafhankelijkheid van mensen. Het leidt bovendien tot onderlinge kribbigheid en verlies aan saamhorigheid. 

Precies die ontwikkeling wil het kabinet de komende periode doorbreken. Stap voor stap, met energie en bevlogenheid, maar ook pragmatisch en met realiteitszin. Het wil problemen die al te lang vastzitten onder ogen zien en lostrekken, met begrijpelijk, uitlegbaar en vooral ook uitvoerbaar beleid. Uiteraard binnen de regels van de rechtsstaat en met de eerlijke boodschap dat de mogelijkheden altijd begrensd zijn, bijvoorbeeld ruimtelijk, ecologisch, financieel of vanwege personeelstekorten. Het uitgangspunt van het regeringsbeleid moet zijn: wat kan wél? Hoe kunnen we dingen vereenvoudigen en de basis op orde brengen? En hoe kan de regering mensen méér ruimte en zekerheid geven in plaats van minder, zodat zij gesterkt en vanuit vertrouwen vorm kunnen geven aan hun eigen toekomst? 

Deze andere manier van kijken vraagt ook om een andere, meer dienstbare overheid. Een overheid die ruimte en vertrouwen geeft aan burgers. Maar ook aan alle ambtenaren en andere medewerkers in de publieke dienstverlening, die ervoor zorgen dat ons land veilig, schoon, bereikbaar, slim en vitaal blijft. Het regeerprogramma dat vorige week is gepresenteerd, bevat een uitgebreide agenda over goed bestuur en een sterke rechtsstaat. Die begint niet toevallig met de dringende noodzaak om burgers beter te beschermen en te voorkomen dat zij in de toekomst door overheidshandelen in de knel komen. Een enkele fout mag mensen niet meer meteen in de problemen brengen. Het is belangrijk dat uitvoerders in de publieke dienstverlening, gemeenten en provincies, burgers en adviesraden in een vroeg stadium worden betrokken bij beleidsvorming. Dat moet ook leiden tot meer oog en meer ruimte voor regionale eigenheid en kwaliteiten. ‘Elke regio telt’ is in het regeerprogramma een belangrijk uitgangspunt. Andere voorstellen gaan over meer openbaarheid, vernieuwing van het kiesstelsel, betere wetten en een sterkere bescherming van grondrechten. Deze agenda van goed bestuur en rechtszekerheid strekt zich uiteraard uit tot in het Caribisch deel van het Koninkrijk, als basis voor het gezamenlijke werk aan toekomstige welvaart en welzijn.

Beleidsinhoudelijk omvat het regeerprogramma tal van onderwerpen en voorstellen die het komende jaar en daarna aan u worden voorgelegd. Dat is werk in uitvoering, met plannen die meer of minder concreet zijn uitgewerkt. Maar de balans tussen nú handelen en lijnen uitzetten voor de toekomst komt in elk hoofdstuk van het regeerprogramma terug. 

Om te beginnen is dat heel duidelijk in de financiële voorstellen over inkomsten, uitgaven en koopkracht. De heldere afspraak voor de lange termijn is dat het huishoudboekje van de overheid door een streng begrotingsbeleid op orde blijft. Dat schept duidelijkheid, maar dwingt ook tot kiezen nu er meteen enkele tegenvallers zijn. Voor de korte termijn is het belangrijk dat iedereen zo snel mogelijk wat meer te besteden krijgt. Alle groepen kunnen volgend jaar een plusje in de koopkracht tegemoetzien, waaronder werkenden met een middeninkomen, maar ook mensen met lagere inkomens en gepensioneerden. Het kabinet zal samen met gemeenten en anderen blijven werken aan minder armoede en de aanpak van schulden, bijvoorbeeld door incassokosten minder snel te laten oplopen. Een grondige herziening en vereenvoudiging van het hele stelsel van inkomensondersteuning, inclusief de toeslagen, moet leiden tot meer inkomenszekerheid. Het moet ook voorkomen dat mensen door systeemfouten tussen wal en schip raken. De hersteloperatie in de toeslagenaffaire en het schadeherstel in Groningen worden met de allerhoogste prioriteit doorgezet.

Een van de belangrijkste onderwerpen in het regeerprogramma is grip op migratie. Door asielmigratie, gezinshereniging, arbeidsmigratie en studiemigratie is de Nederlandse bevolking, veel sneller dan verwacht, gegroeid naar 18 miljoen inwoners. Dat legt een grote druk op onze voorzieningen en onze manier van samenleven. Vooral in de asielketen zijn de problemen urgent. Het kabinet zal op de kortst mogelijke termijn doen wat in zijn vermogen ligt om het aantal asielaanvragen terug te dringen en schrijnende situaties zoals in Ter Apel en Budel aan te pakken. Kernwoorden zijn sneller, strenger en soberder. Denk aan een versnelde procedure en een sobere opvang voor kansarme asielzoekers, en aan lik-op-stukbeleid voor mensen uit veilige landen die overlast veroorzaken. Het kabinet werkt aan een tijdelijke asielcrisiswet, waardoor de strenge en sobere aanpak een grotere kans van slagen krijgt. Afspraken met migratielanden, om mensenhandel, mensensmokkel en irreguliere migratieroutes een halt toe te roepen, krijgen hoge prioriteit. Nederland maakt zich daar ook in Europa sterk voor. Op weg naar de invoering van het Europese Asiel- en Migratiepact in 2026 zal Nederland een veel strenger toelatingsregime gaan hanteren. Niet meewerken aan terugkeer wordt strafbaar en de voorwaarden om een Nederlands paspoort te krijgen worden strenger.

Een groot en groeiend maatschappelijk probleem is de krapte op de arbeidsmarkt. Van techniek tot openbaar vervoer, van onderwijs tot zorg, van horeca tot tuinbouw – het nijpende tekort aan personeel is overal voelbaar. Daarom is het belangrijk om mensen die nu nog aan de kant staan, te stimuleren aan het werk te gaan. Een andere manier om relatief snel resultaat te boeken, is dat parttimers langer gaan werken. Het kabinet werkt daar onder andere aan door te sturen op meer vaste banen, en te zorgen dat mensen die meer gaan werken, aan het einde van de maand ook echt meer geld overhouden. Voor de toekomst moeten we fundamenteler nadenken over welke soorten werk we in Nederland wel en liever niet willen hebben, en hoe zich dat verhoudt tot arbeidsmigratie. Voorop staat dat misstanden en uitbuiting van arbeidsmigranten altijd moeten worden bestreden. In het voorjaar zal het kabinet u een eerste inventarisatie van mogelijke verbeteringen toesturen voor de arbeidsmarkt van de toekomst.

Uiteraard is gebrek aan personeel ook een belangrijk onderwerp voor ondernemers. Het kabinet realiseert zich terdege dat het geld voor onze publieke voorzieningen wordt verdiend in het bedrijfsleven. Alleen daarom al verdienen ondernemers grote waardering en ruimte om hun vleugels uit te slaan. Het is belangrijk te blijven werken aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Enkele instrumenten die het kabinet daarvoor inzet, zijn minder regels, lagere lasten en extra geld voor innovatie via Invest-NL. In algemene zin moet het bedrijfslevenbeleid veel voorspelbaarder worden. Dit najaar vindt een grote ondernemingsklimaattop plaats om samen met bedrijven te bepalen wat nodig en mogelijk is. Een goede bereikbaarheid is voor bedrijven hoe dan ook belangrijk, zeker van en naar de mainports Rotterdam en Schiphol. Om de kwaliteit van de Nederlandse wegen, vaarwegen en spoorlijnen hoog te houden, vindt de komende jaren de grootste onderhoudsopgave ooit plaats. Voor de lange termijn zijn en worden plannen ontwikkeld voor nieuwe infrastructuur, ook buiten de Randstad, bijvoorbeeld de Nedersaksenlijn tussen Groningen en Enschede.

Een van de grote problemen waar bedrijven met uitbreidingsplannen tegenaan lopen, is het gebrek aan capaciteit op het elektriciteitsnet. Het kabinet wil dit met voorrang aanpakken. Nederland weet zich gebonden aan het klimaatakkoord van Parijs en gaat door met de verduurzaming van woningen en gebouwen, met de ontwikkeling van kerncentrales en windparken als energiebron voor de toekomst, en met werken aan leveringszekerheid. Belangrijk is dat de energietransitie voor iedereen haalbaar en betaalbaar is. In verduurzaming van de industrie en innovaties schuilen nieuwe kansen voor de toekomst. Groene groei begint bij de vraag: wat kunnen we vandaag doen om straks te oogsten?

Het probleem van stapeling van steeds weer nieuwe regelgeving is misschien wel het grootst in de landbouw en visserij. Dit kabinet wil af van het gepolariseerde beeld dat voedselproductie en biodiversiteit in alles tegenover elkaar staan. Juist de combinatie van landbouw en natuur maakt het Nederlandse landschap sinds jaar en dag zo mooi. De omslag in het denken en handelen die nodig is, begint bij de erkenning van het belang van voedselzekerheid in een onzekere wereld, en bij het inzicht dat Nederlandse boeren tot de meest efficiënte ter wereld behoren. Dat is iets om trots en zuinig op te zijn. Het meest urgente onderwerp voor de korte termijn is de mestcrisis, waarvoor u binnenkort een plan van aanpak ontvangt. Over de volle breedte is een realistisch en uitvoerbaar beleid nodig dat boeren en vissers langjarig duidelijkheid geeft en ruimte biedt voor agrarisch ondernemerschap, zonder nieuwe nationale koppen op internationale afspraken. Er vindt geen gedwongen bedrijfsbeëindiging plaats en de daadwerkelijke staat van de natuur en gemeten uitstootcijfers worden leidend in het beleid. Doelsturing is daarbij een kernbegrip. Dat betekent dat het aan boeren zelf is hoe zij gestelde doelen willen bereiken. Er is een stimuleringsbudget beschikbaar van € 5 miljard om de omslag te maken die nodig is. En daarenboven is er per jaar een apart budget van een € 0,5 miljard voor agrarisch natuurbeheer.

Ook voor klassieke overheidstaken als veiligheid, wonen, onderwijs en zorg redeneert het kabinet vanuit het brede begrip bestaanszekerheid. Het fundament moet op orde zijn. En als er één ding fundamenteel is, dan is dat een basisgevoel van veiligheid. Het is duidelijk dat nationale en internationale veiligheid steeds meer met elkaar verweven raken. In een wereld vol brandhaarden, cyberaanvallen, desinformatie en toenemende dreiging kan Nederland onmogelijk in isolement de eigen veiligheid garanderen. Ons land heeft altijd een open blik naar de buitenwereld gehad. Dat blijft zo, want samenwerking binnen de Europese Unie en de NAVO is onze belangrijkste garantie op welvaart, stabiliteit en veiligheid. Met het besluit Oekraïne te blijven steunen, is een rechtstreeks nationaal belang gediend, militair én economisch. Dat geldt ook voor de keuze om de hoogte van het defensiebudget wettelijk te verankeren. De Nederlandse rechtsstaat en de internationale rechtsorde moeten op alle mogelijke manieren worden beschermd en versterkt. Daarom investeert het kabinet de komende tijd onder andere in de politie, in de voortgaande strijd tegen ondermijnende criminaliteit en in defensie. De NAVO-top die komend jaar in Den Haag plaatsvindt, onderstreept nog eens de internationale betrokkenheid en inzet van Nederland.

Voor de toekomst dringt de vraag zich op hoe Nederland weerbaar blijft tegen toenemende dreigingen. We moeten voorbereid zijn, bijvoorbeeld op aanvallen op onze digitale verbindingen, wegen, energienetten, havens en waterwerken. Maar ook thuis moeten mensen zich wapenen tegen een tijdelijke uitval van bijvoorbeeld stroom en water. Voor het kabinet is weerbaarheid een zeer belangrijk thema, ook in Europees verband, waar we samenwerken aan leveringszekerheid van energie en grondstoffen.

Fundamenteel voor de bestaanszekerheid van mensen is ook een fatsoenlijk dak boven je hoofd. De wooncrisis is een van de meest complexe opgaven waar het kabinet voor staat. Het gaat immers niet alleen om aantallen te bouwen woningen, maar ook om verdeling van schaarse ruimte. Tal van gerechtvaardigde belangen strijden met elkaar om voorrang: de bouw van huizen, scholen en bedrijven. Infrastructuur, energievoorziening en waterveiligheid. Landbouw, natuur en defensie. Overal is ruimte voor nodig. Bij elkaar opgeteld past dat niet in één Nederland. De Nota Ruimte die het kabinet vóór de volgende zomer presenteert, moet richtinggevend zijn voor het antwoord op de vraag hoe de schaarse ruimte zo eerlijk mogelijk te verdelen. Het staat buiten kijf dat meer en sneller bouwen nodig is. Het doel is 100.000 woningen per jaar erbij. Daarvoor is de komende jaren € 5 miljard extra beschikbaar, plus nog een keer € 2,5 miljard voor de ontsluiting van nieuwe wijken. Nog dit jaar maakt het kabinet op een nationale woontop afdwingbare afspraken met medeoverheden, investeerders als pensioenfondsen, en woningcorporaties. Het is daarbij cruciaal dat procedures korter worden en dat lokaal overal dezelfde regels gelden.

In het onderwijs betekent het fundament op orde dat er veel aandacht moet zijn voor de basisvaardigheden lezen, schrijven en rekenen. Binnenkort ontvang u de hoofdlijnen van het Herstelplan Kwaliteit Onderwijs, dat aansluit bij lopende initiatieven om de basisvaardigheden te verbeteren. Het onderwijs is gediend bij rust en continuïteit, niet bij grote nieuwe experimenten. In het vervolgonderwijs na de middelbare school wil het kabinet van mbo tot universiteit meer oog hebben voor onderwijs en onderzoek gericht op wat Nederland nodig heeft. Daarin zijn scherpe keuzes nodig, zowel om inhoudelijke als financiële redenen. Een van die keuzes is om het aantal buitenlandse studenten te verminderen en het Nederlands weer de norm te maken in het hoger onderwijs.

Onze gezondheid is het belangrijkste dat we hebben en daarmee is de zorg van onschatbare waarde. Het eigen risico wordt bevroren en vanaf 2027 ruim gehalveerd naar maximaal € 165 per jaar. Het doel is dat de toegang tot zorg gelijkwaardiger wordt. Niet de portemonnee van mensen, maar de urgentie van hun zorgvraag moet centraal staan. De voorgenomen bezuiniging op de ouderenzorg is voor komend jaar van tafel. Om te vermijden dat het personeelstekort in de zorg onbeheersbaar wordt, is het urgent de administratietijd te halveren, zodat er meer tijd overblijft voor de patiënten. Dat vraagt om innovaties in de sfeer van digitalisering en slim gebruik van kunstmatige intelligentie. Daarnaast kan met technische hulpmiddelen nog veel zorgtijd worden gewonnen voor persoonlijke aandacht, zowel thuis als in het ziekenhuis. Het bestaande zorgakkoord krijgt de komende tijd concreet handen en voeten, bijvoorbeeld waar het gaat om het openhouden van de streekziekenhuizen. Omdat voorkomen beter is dan genezen, blijft preventie hoog op de agenda staan.

Leden van de Staten-Generaal,

In onze complexe samenleving is het antwoord op de vraag wat wél kan vaak niet eenvoudig te geven. Toch ligt daarin een opdracht voor iedereen die politieke of bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt. Want als de regels van een land voor grote groepen mensen niet meer behapbaar zijn, schiet overheidsbeleid zijn doel voorbij. Vanuit die gedachte wil de regering stap voor stap werken aan concrete oplossingen, die bijdragen aan zekerheid, vertrouwen en verbinding. In deze opdracht kan zij alleen slagen in nauwe samenwerking met u. U mag zich in uw belangrijke werk gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.

Uitgelicht

Troonrede van 19 september 2023

Leden van de Staten-Generaal,

Tien jaar geleden mocht ik voor het eerst in uw midden de Troonrede uitspreken. Tien jaar waarop ik dankbaar terugkijk. Sommige gebeurtenissen waren indringend en rauw van verdriet, zoals de aanslag op vlucht MH17. Op andere momenten ging emotie hand in hand met heling en verbondenheid, zoals dit jaar op 1 juli, tijdens de herdenking van de afschaffing van de slavernij. Natuurlijk denk ik aan de coronaperiode, die zo diep ingreep in ieders persoonlijk leven. En uiteraard denk ik aan de oorlog in Oekraïne. Het zijn dit soort momenten en gebeurtenissen die voor altijd deel uit zullen blijven maken van onze geschiedenis en die in uw en mijn geheugen staan gegrift. 

Daarnaast waren er de honderden hartverwarmende bezoeken die ik in deze eerste tien jaar in het hele Koninkrijk mocht afleggen, met duizenden inspirerende ontmoetingen. Die hebben een onvergetelijke indruk op mij gemaakt. Nederland blijkt keer op keer een land van ondernemende en initiatiefrijke mensen die voor en met elkaar het goede willen doen, in verbondenheid met hun buren, dorp, stad, vereniging of regio. Het is dezelfde diepe verbondenheid die ik ook weer voelde bij mijn laatste bezoek aan het Caribisch deel van het Koninkrijk. Ik ontleen er de vaste overtuiging aan dat het maatschappelijk weefsel van onze samenleving bescherming verdient. Er schuilt een grote samenbindende kracht in alles wat mensen met elkaar bereiken in het kleine, het dagelijkse, het gewone. Verbinding ontstaat waar mensen bij elkaar komen. Dat is niet vanzelfsprekend, maar vraagt blijvende aandacht en inzet van ons allemaal. 

Wie van buiten naar de Nederlandse samenleving kijkt, ziet op het eerste gezicht een aantrekkelijk land met goede voorzieningen en een sterke economie, ingebed in krachtige internationale structuren die beschermen en welvaart brengen. Maar achter dat positieve beeld gaat de permanente opdracht schuil om te blijven werken aan kansengelijkheid, bestaanszekerheid en perspectief. Voor lang niet iedereen zijn een fatsoenlijk huis, een goede gezondheid en een veilige thuissituatie vanzelfsprekend. Niet elk kind krijgt dezelfde kansen op een goede toekomst en niet iedere inwoner van ons land voelt zich gehoord en gezien. Er is nog altijd discriminatie en racistische uitsluiting in de samenleving. Ook daarom blijft de verwerking van het slavernijverleden juist na dit herdenkingsjaar in het hele Koninkrijk hoog op de agenda staan. Zodat we na erkenning en excuses samen mogen werken aan heling, verzoening en herstel. 

De demissionaire status van het kabinet betekent onvermijdelijk terughoudendheid in het doen van nieuwe voorstellen. De stand van de overheidsfinanciën en oplopende rentelasten dwingen bovendien tot grotere financiële voorzichtigheid dan in de achter ons liggende jaren. Er zijn onderwerpen die hoe dan ook om daadkracht vragen: het armoedevraagstuk, het herstel voor de toeslagenouders, de afhandeling van de aardbevingsschade in Groningen, MH17 en de steun aan Oekraïne. Daarnaast delen het demissionaire kabinet en de volksvertegenwoordiging de verantwoordelijkheid om door te werken aan de overige beleidsterreinen die ons allen raken, zoals de bouw van voldoende woningen en goed onderwijs. U mag erop rekenen dat het kabinet bereid is te doen wat in het landsbelang is, uiteraard in goed overleg en nauwe afstemming met u. 

Dat betekent in de eerste plaats dat het kabinet ongeveer 2 miljard euro aan koopkrachtmaatregelen neemt, zodat de armoede niet toeneemt. Om te voorkomen dat gezinnen met de laagste inkomens in 2024 achterblijven in koopkracht, gaat de huurtoeslag omhoog. Om kinderarmoede tegen te gaan wordt het kindgebonden budget verhoogd. Ook wordt het Noodfonds Energie verlengd, zodat mensen die hun energierekening niet meer kunnen betalen een vangnet hebben. Daarnaast wordt volgend jaar de arbeidskorting verhoogd, zodat werken meer loont. Voor Caribisch Nederland komt extra geld beschikbaar om armoede te bestrijden. 

Ook bij de afhandeling van de toeslagenaffaire en de aardbevingsschade in Groningen mag de demissionaire status van het kabinet geen vertraging opleveren. Het kabinet zet alles op alles om het leed dat mensen en gezinnen is aangedaan zo goed en zo snel mogelijk te herstellen. In het toeslagendossier krijgen ouders meer regie en meer keuzes, zodat zij sneller verder kunnen met hun leven. De inwoners van het aardbevingsgebied kunnen erop rekenen dat de agenda van schadeherstel en versterking, sociale maatregelen en economisch perspectief in goed overleg wordt uitgevoerd.

Het brute geweld van Rusland tegen het Oekraïense volk in de illegale aanvalsoorlog tegen een soeverein buurland laat zien dat verworvenheden die voor ons decennialang zeker leken, dat niet zijn. Aan de oostgrens van Europa woedt een strijd om fundamentele democratische en rechtsstatelijke waarden. Deze strijd raakt ook onze eigen veiligheid en toekomst. Veel Nederlanders voelen en tonen zich betrokken bij de Oekraïners. Het draagvlak voor steun aan Oekraïne is onverminderd groot. En dat is belangrijk, want hoe langer deze oorlog duurt, des te dringender humanitaire, militaire en financiële bijstand aan Oekraïne nodig is. De Nederlandse regering blijft, in nauwe samenwerking met EU- en NAVO-bondgenoten, al het mogelijke doen om te zorgen dat de Russische agressie stopt en de Oekraïners weer in vrede en vrijheid kunnen leven. Nederland is de thuisbasis van het Internationaal Strafhof en voelt daarom een speciale verantwoordelijkheid voor de voorbereiding op de berechting van oorlogsmisdaden. Vanwege het grote belang van een sterke NAVO en een sterk defensieapparaat gaat het kabinet door met de voorgenomen extra investeringen in de krijgsmacht. Onze steun en dank gaan uit naar onze militairen die wereldwijd werken aan vrede en veiligheid.

De Europese Unie heeft na de Russische inval in Oekraïne laten zien dat eensgezindheid en geopolitieke invloed in elkaars verlengde liggen. In een wereld van toenemende dreiging en machtspolitiek is versterkte internationale samenwerking van groot belang, zowel binnen de EU als met andere gelijkgestemde landen, zoals de Verenigde Staten. Nederland steunt het uitgangspunt van ‘open strategische autonomie’. Europa moet minder afhankelijk worden van Rusland, China en andere landen. Dit geldt onder meer voor energie, grondstoffen en medicijnen. Dat is net zo goed een veiligheidsvraagstuk als een economisch vraagstuk. 

Ook in het internationale handelsbeleid werkt het kabinet aan economische weerbaarheid en het verlagen van ongewenste strategische afhankelijkheden. Op het gebied van ontwikkelingssamenwerking richten we ons op de grondoorzaken van armoede, terreur, irreguliere migratie en klimaatverandering. Dat draagt niet alleen bij aan het bereiken van de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties, maar ook aan de stabiliteit en welvaart in de wereld.

Wereldwijd staan democratie, vrijheid en de rechtsstaat onder druk. Niet alleen ver weg, maar ook op ons eigen continent. Des te belangrijker is het dat wij onze eigen democratische rechtsstaat koesteren, beschermen en versterken. Het is onacceptabel dat de georganiseerde misdaad onze samenleving ondermijnt en doordringt in onze straten, buurten en bedrijven. Bedreiging van journalisten, advocaten, politici en andere hoeders van de democratische rechtsstaat, vanuit welke hoek dan ook, is onaanvaardbaar. Dat vergt een continue inzet op veiligheid. Bijvoorbeeld door strenger toezicht te houden op personen in detentie. 

Onderhoud van de democratie is niet iets van de overheid alleen. Het vraagt iets van ons allemaal. Democratie is veel meer dan je stem uitbrengen – het is een houding. Het is de bereidheid te luisteren, begrip op te brengen voor andere standpunten en een zorgvuldige afweging van belangen te maken. Als verschillen van opvatting verharden tot onoverbrugbare tegenstellingen, tast dat onvermijdelijk het vertrouwen in onze democratische instituties aan, en daarmee het maatschappelijk weefsel dat ons als samenleving bij elkaar houdt. En juist in het gewone dagelijkse leven – op scholen, in bedrijven, in kerken en moskeeën, in sportverenigingen en in gezinsverband – worden verschillen overbrugd en ontstaat onderling vertrouwen en een gezamenlijk toekomstperspectief. 

Een goed voorbeeld van de manier waarop de regering die kracht van onderop wil stimuleren, is via cultuur. Cultuur confronteert, inspireert en overbrugt tegenstellingen. Van festivalterrein tot concertgebouw, en van museum tot muziekschool. Daarom blijft het kabinet bevorderen dat mensen kunnen genieten van cultuur, bijvoorbeeld met de Cultuurkaart voor jongeren. Ook wil het kabinet de openbare bibliotheek op zoveel mogelijk plaatsen terugbrengen, als plek waar mensen kunnen lezen, leren en elkaar ontmoeten. 

Kansengelijkheid, bestaanszekerheid en perspectief bieden aan mensen, vormen de kern van de ambitie waarmee dit kabinet aan de slag is gegaan – in goede samenwerking met gemeenten, provincies en waterschappen. De publieke dienstverlening is de plek waar mensen de overheid vaak voor het eerst tegenkomen. Daar, bij het overheidsloket, moet vertrouwen ontstaan. Daarom is het cruciaal om uitvoeringsorganisaties eerder te betrekken bij het maken van nieuw beleid, ruimte te geven aan de professionals in de uitvoering, en meer oog te hebben voor de uitvoerbaarheid en gevolgen van wet- en regelgeving. 

Op veel beleidsterreinen gaat het werk door, ook nu het kabinet demissionair is. Zo moeten er op het gebied van migratie en inburgering en de effecten daarvan op onze samenleving belangrijke keuzes worden gemaakt, bijvoorbeeld over werk- en studiemigratie. Wat betreft asiel is in de komende periode voldoende opvang nodig. Bovendien liggen de onderhandelingen over het gemeenschappelijk Europees asielstelsel niet stil, net zomin als de gesprekken in EU-verband over het beheersbaar maken van de instroom. 

Een zeker bestaan met gelijke kansen valt of staat met goed onderwijs. In het onderwijsbeleid is er veel aandacht voor taal en rekenen en voor een grotere waardering van het middelbaar beroepsonderwijs, waar de vakmensen van de toekomst worden opgeleid. De herinvoering van de basisbeurs is een feit. De meest kwetsbare leerlingen krijgen een steuntje in de rug, met extra activiteiten buiten het klaslokaal en een gratis gezonde maaltijd op school. Het kabinet blijft inzetten op de aanpak van het lerarentekort, onder andere door regionaal de samenwerking tussen scholen, lerarenopleidingen en gemeenten te bevorderen. Het kabinet ondersteunt jonge onderzoekers en docenten, en stimuleert zowel praktijkgericht als wetenschappelijk onderzoek aan hogescholen en universiteiten. 

Digitalisering en kunstmatige intelligentie leiden tot nieuwe kansen en risico’s op het gebied van werk, gezondheidszorg, onderwijs en economie. Het kabinet zet stappen om ervoor te zorgen dat iedereen veilig en vertrouwd kan meedoen, onder meer door mensen te helpen digitale vaardigheden op te doen.

Extremere weersomstandigheden en hoge energieprijzen onderstrepen het belang van een ambitieus klimaatbeleid dat steunt op een breed maatschappelijk draagvlak. In deze kabinetsperiode is een verandering in gang gezet, met subsidieregelingen voor isolatie, zonnepanelen, warmtepompen en andere maatregelen om burgers en bedrijven te helpen bij het maken van duurzame keuzes. Speciaal met het oog op het bedrijfsleven zetten we stappen om de capaciteit van het elektriciteitsnet in hoog tempo te vergroten en de overgang naar meer flexibel en gespreid gebruik te stimuleren. 

Van meet af aan is duidelijk dat het stikstof- en natuurbeleid samen moet gaan met toekomstperspectief en duidelijkheid voor de landbouw. Zeker voor jonge boeren die willen bouwen aan een duurzame toekomst. Voor hen maakt het kabinet volgend jaar geld vrij voor steun bij bedrijfsopvolging. Ook de biologische sector krijgt extra ondersteuning. Het kabinet blijft zich inzetten voor voortgang op het stikstofdossier, in de wetenschap dat het probleem anders alleen maar groter wordt, met alle gevolgen van dien voor de natuur, maar ook voor de woningbouw en de aanleg van wegen. Daarom is het positief dat de provincies hun gebiedsplannen voor de reductie van stikstof hebben gepresenteerd, en dat enkele honderden bedrijven die veel stikstof uitstoten nabij kwetsbare natuur nadenken over meedoen aan een uitkoopregeling. 

Op het gebied van de volkshuisvesting en ruimtelijke ordening neemt het kabinet de regie om met overheden, bouwers en corporaties meer betaalbare woningen te bouwen. Door in iedere regio bouwafspraken te maken, extra locaties aan te wijzen en financiële steun te geven. Ook werkt het kabinet aan betere bescherming van huurders, door de regulering van de middenhuur. Voor al die politieagenten, leraren, verpleegkundigen en anderen met een salaris rond modaal is dat van groot belang. Een goede, betaalbare woning – in koop- of huursector – is immers een van de basisvoorwaarden voor bestaanszekerheid.

Het kabinet werkt aan een nieuwe Nota Ruimte, waarin de toekomstige inrichting van ons land centraal staat. Daarin gaat het onder meer om de balans tussen landbouw, visserij en natuur, ruimte voor een duurzame energievoorziening, circulaire economie, nieuwe stedelijke ontwikkeling en vitaal platteland. Ruimtelijke vraagstukken zijn in ons land ook altijd verbonden met water en mobiliteit. Onderwerpen die de komende periode dringend aandacht blijven vragen, zijn onder andere duidelijkheid over de toekomst van Schiphol, het onderhoud van onze infrastructuur en verbetering van de waterkwaliteit.

Voor de arbeidsmarkt is samen met werkgevers en werknemers een uitgebreid pakket maatregelen ontwikkeld dat nu wordt uitgevoerd. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk mensen de kans krijgen op een baan, voor hun persoonlijke ontwikkeling, maar ook omdat ons land iedereen nodig heeft. Meer vaste banen, tegengaan van discriminatie en betere werkomstandigheden voor arbeidsmigranten geven meer zekerheid aan kwetsbare werknemers. Omdat de arbeidsmarkt verandert, is het belangrijk dat werkenden zich tijdens hun loopbaan blijven ontwikkelen. Het kabinet ondersteunt dit via het Nationaal Groeifonds en met regelingen die bijvoorbeeld gericht zijn op leren en ontwikkelen in het mkb. Met de Wet toekomst pensioenen, die op 1 juli jongstleden in werking is getreden, is een grote stap gezet naar een toekomstbestendiger pensioen. Pensioenuitvoerders, werkgevers en werknemers werken hard aan de overstap naar het nieuwe stelsel. 

De basis voor onze welvaart wordt iedere dag opnieuw gelegd door het innovatieve Nederlandse bedrijfsleven, van familiebedrijf tot multinational en van boerenerf tot Brainport Eindhoven. Verdienen komt altijd vóór verdelen. Het zijn de ondernemers die zorgen voor de financiële mogelijkheden om de grote maatschappelijke kwesties te kunnen aanpakken. Het kabinet blijft streven naar een zo aantrekkelijk mogelijk ondernemingsklimaat, met oog voor de problemen waar ondernemers mee kampen, zoals de krappe arbeidsmarkt. Daarnaast blijft het kabinet werken aan versterking van onze innovatiekracht en concurrentiepositie, en aan een voorspelbaar en stabiel fiscaal beleid. Met de autonome landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten bouwt het kabinet samen aan een toekomstbestendige economie en kwalitatief hoogwaardig bestuur.

Met de recent gesloten zorgakkoorden is de basis gelegd om de zorg goed, toegankelijk en betaalbaar te houden voor komende generaties. Hiermee worden curatieve zorg en langdurige zorg beter met elkaar verbonden. Met bijzondere aandacht voor meer regionale samenwerking tussen huisartsen, wijkverpleging, ziekenhuizen, gemeenten en andere partijen. Voor ouderen werkt het kabinet aan meer zelfstandige woonvoorzieningen en goede zorg dichtbij. Mantelzorgers zijn van onschatbare waarde en daarom moeten zij worden ondersteund, bijvoorbeeld door de samenwerking en kennisoverdracht met de professionele zorgverleners te verbeteren. Het Nationaal Preventieakkoord draagt eraan bij dat Nederlanders gezonder kunnen leven, met als een van de belangrijke doelen een rookvrije generatie in 2040. 

Ook werkt het kabinet met betrokken partijen verder aan hervormingen in de jeugdzorg, zodat kwetsbare kinderen en gezinnen sneller en beter geholpen kunnen worden. We zien dat jongeren steeds vaker kampen met mentale problemen, zoals somberheid en eenzaamheid. Samen met jongeren werkt het kabinet daarom aan oplossingen om hiermee om te kunnen gaan, bijvoorbeeld door het onderwerp beter bespreekbaar te maken en aandacht te hebben voor prestatiedruk op scholen en universiteiten. Een jonge generatie die gezond en gelukkig kan opgroeien, is een sterk fundament voor de samenleving van morgen. 

Leden van de Staten-Generaal,

De komende maanden kiest Nederland opnieuw richting voor de toekomst. Er ligt een grote opdracht voor iedereen die politieke of bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt om mensen houvast en hoop te bieden in een tijd van grote veranderingen. Zo kunnen we blijven bouwen aan het maatschappelijk weefsel van ons land. De regering zal, in samenwerking met u, al het mogelijke doen om te werken aan de oplossing van problemen waar ons land voor staat. U mag zich in uw belangrijke werk gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.

Uitgelicht

Troonrede 20 september 2022

Leden van de Staten-Generaal,

Wij leven in een tijd van tegenstrijdigheden en onzekerheid. Het is tegenstrijdig dat bestaanszekerheden onder druk staan en armoede toeneemt in een periode van economische groei en lage werkloosheid. Tegenstrijdig is dat mensen zich in ons vrije land onvrij voelen om hun mening te geven, uit angst voor harde reacties of zelfs bedreigingen. En zorgwekkend is ook dat mensen in een volwassen democratie als de onze het vertrouwen verliezen in het oplossend vermogen van politiek en bestuur. Daarnaast groeit de onzekerheid van mensen over de dag van morgen en de verder weg gelegen toekomst. Over koopkracht en woningnood. Over de opvang van asielzoekers en de oorlog in Oekraïne. Maar ook over de grote veranderingen die op ons afkomen op terreinen als arbeidsmarkt, klimaat, energie en stikstof. Al deze onderwerpen zijn bepalend voor de manier waarop wij en onze kinderen straks wonen, werken, ondernemen en met elkaar samenleven.

Toch mogen we houvast ontlenen aan de manier waarop ons land in het verleden stapsgewijs grote veranderingen heeft doorgemaakt. Die geleidelijkheid is wezenlijk. Niet alles kan en hoeft tegelijk, ook niet in het hier-en-nu. Vaak beseffen we pas achteraf hoe ingrijpend ontwikkelingen zijn geweest. Denk bijvoorbeeld aan de periode van de industriële revolutie of, dichterbij, de introductie van het internet. Denk aan de grote ruilverkavelingen en de bouw van grote nieuwe woonwijken in de tweede helft van de vorige eeuw. Of denk aan de moeilijke periode van de naoorlogse wederopbouw.

Zo sprak mijn grootmoeder in 1948 bij haar inhuldiging de volgende woorden tegen uw voorgangers. Ik citeer:

‘Wij bevinden ons op dit ogenblik van de wereldgeschiedenis in een toestand, waarin alles aankomt op onze houding tegen de dreiging van nieuwe onheilen. Nederland moet niet alleen drijvende blijven op de wilde golven van het wereldgebeuren. Het moet zelf zijn koers bepalen, en bovendien trachten met de andere volken samen de koers uit te zetten van de ganse wereldvloot.’

Einde citaat. In die onzekere jaren hebben onze ouders en grootouders gezamenlijkheid en veerkracht getoond. Van ons wordt nu, onder heel andere omstandigheden, hetzelfde gevraagd. Daarin staat Nederland overigens niet alleen. Andere landen staan voor vergelijkbare opgaven. Niemand kan voorspellen hoe de wereld eruitziet als de kinderen van nu zelf kinderen hebben. Maar het zal anders zijn, want onze huidige manier van leven stuit op economische, sociale en ecologische grenzen. Dat vergt een andere economie en arbeidsmarkt. Een andere omgang met ruimte en natuur. Andere manieren van wonen, werken, ondernemen en reizen. En andere vormen van samenleven. Wat niet verandert, is dat samenwerking Nederland sterker maakt dan polarisatie. Dat is van alle tijden.

Het kabinet realiseert zich dat Nederlanders kritisch zijn op de werking van het politiek-bestuurlijke bestel. Tegelijkertijd is nog altijd een ruime meerderheid tevreden over het functioneren van de democratie. Voor het kabinet is dat een aansporing om, hoe moeilijk en omstreden ook, die maatregelen te nemen die echt nodig zijn en daarover open en transparant te zijn. Begin dit jaar startte het kabinet met een ambitieuze toekomstagenda voor 2030 en daarna – in de overtuiging dat volgende generaties, net als wij, een goed leven moeten kunnen leiden in een schoon en veilig land met kansen voor iedereen. Dat perspectief moet er zijn voor mensen van elke geloofsovertuiging, geaardheid, leeftijd, herkomst, opleiding of beroep. Voor inwoners van stad én platteland. Hier én in Caribisch Nederland, in samenwerking met Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Voorgaande generaties hebben de basis gelegd voor de voorspoed en vrije manier van leven die zo kenmerkend zijn voor ons land. Nu wordt die manier van leven bedreigd door de brute agressie van Rusland tegen Oekraïne. Sinds 1945 leven wij in Nederland in vrede. Nu is een oorlog dichtbij en wordt de internationale rechtsorde en daarmee onze eigen vrijheid aangevallen. We zeggen op 4 en 5 mei heel gemakkelijk dat de waarden van vrijheid en democratie niet vanzelfsprekend zijn en dat ze actief onderhouden moeten worden en doorgegeven. Nu worden we geconfronteerd met de vraag: wat hebben we daar dan concreet voor over – moreel én materieel? De gastvrije opvang en alle hulp die vanuit Nederland direct beschikbaar kwam, geven daarop een eerste antwoord.

De regering kiest met overtuiging voor militaire en humanitaire steun aan Oekraïne, internationale sancties tegen Rusland, en eensgezindheid en nauwe samenwerking in de Europese Unie, de NAVO en de Verenigde Naties. Oekraïne heeft het volste recht zichzelf te verdedigen. Eens te meer blijkt dat voor Nederland de EU, de NAVO en de VN de ankers zijn van het buitenlands en veiligheidsbeleid. Het kabinet heeft de voorgenomen extra investeringen in defensie met brede parlementaire steun kunnen versnellen en verhogen. Dat is nodig nu verschillende landen streven naar een wereld waarin het recht van de sterkste geldt. In dat wereldbeeld worden democratie, soevereiniteit en vrijheid uitgehold. Daartegen moet Nederland samen met zijn internationale partners een dam opwerpen. Dat vraagt om een goed toegeruste krijgsmacht voor een veilig Europa en een krachtige NAVO. Het vraagt een doelgerichte, democratische en zelfbewuste Europese Unie, die een grotere rol pakt op het wereldtoneel. En het vraagt van Nederland dat het zijn bredere internationale verantwoordelijkheid blijft nemen. Internationale samenwerking via hulp en handel draagt bij aan vrede, veiligheid en een menswaardig bestaan wereldwijd.

Een direct gevolg van de oorlog en de internationale sancties tegen Rusland is dat gas, elektriciteit en voedsel flink duurder zijn geworden. De gevolgen voor mensen, gezinnen en bedrijven zijn ernstig. Financiële problemen leiden tot meer schulden, faillissementen, gezondheidsproblemen en kinderarmoede. Het is pijnlijk dat steeds meer mensen in Nederland moeite hebben met het betalen van hun huur, boodschappen, zorgpremie of energierekening. Daarom komt het kabinet met een ongekend fors maatregelenpakket van ruim 18 miljard euro, vooral ten behoeve van de lage en middeninkomens. Maar zelfs daarmee kunnen niet alle prijsstijgingen voor iedereen volledig worden gecompenseerd. 

Sommige maatregelen zijn bedoeld voor de korte termijn. Het kabinet werkt aan een prijsplafond voor energie, zodat mensen hun energierekening kunnen blijven betalen. De belastingverlaging op brandstof en de energietoeslag lopen door in 2023. De zorgtoeslag en de basisbeurs voor studenten gaan komend jaar omhoog. Deze maatregelen worden onder andere gedekt door een tijdelijke extra bijdrage van gas- en oliemaatschappijen. Daarnaast komen er structurele inkomensverbeteringen voor lage en middeninkomens. Per 1 januari gaan het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen met 10 procent omhoog. De huurtoeslag en het kindgebonden budget worden hoger. Voor werkenden daalt de inkomstenbelasting en stijgt de arbeidskorting, zodat werken meer loont. Deze maatregelen worden onder andere gedekt door hogere belastingen op winst en vermogen, waarbij het midden- en kleinbedrijf zoveel mogelijk wordt ontzien. Uiteraard steunt het kabinet de inwoners van Caribisch Nederland op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die ook te maken hebben met stijgende prijzen.

Het kabinet zoekt hierbij steeds naar de juiste financiële balans. Koopkrachtverbetering is hard nodig. Tegelijkertijd is het onverantwoord rekeningen door te schuiven naar de jongeren van nu, of noodzakelijk beleid te vertragen. De toekomstagenda duldt geen uitstel.

Het kabinet zal al het mogelijke doen om een breed draagvlak te krijgen voor de aanpak van het stikstofprobleem. Industrie, mobiliteitssector én landbouw moeten de uitstoot naar beneden brengen. Het doel is natuurherstel, een vitaal platteland en een goede toekomst voor de Nederlandse boeren. Daarom is halvering van de stikstofuitstoot onontkoombaar, ook vanwege gerechtelijke uitspraken en om te zorgen dat de vergunningverlening niet stil komt te liggen. Tegelijkertijd zijn er begrijpelijke emoties van boeren die vrezen voor de toekomst van hun familiebedrijf, waar ze zo trots op zijn, vaak al generaties lang. De omslag naar kringlooplandbouw vraagt veel, maar biedt boeren perspectief op een goede toekomst en een fatsoenlijk inkomen. Het is belangrijk om komend jaar voldoende tijd te nemen voor de precieze uitwerking per gebied. Soms zal een andere bedrijfsvoering uitkomst bieden, soms nieuwe technologie, soms bedrijfsverplaatsing, en soms zal uitkoop de beste optie zijn. Ook banken, veevoerfabrikanten, supermarkten en consumenten hebben een eigen verantwoordelijkheid. Het komende jaar werkt het kabinet met alle partijen verder aan gezamenlijke oplossingen.

De urgentie van klimaataanpak en energietransitie wordt alleen maar groter nu er recent vragen zijn gerezen over de gasvoorraad voor komende winter en onze afhankelijkheid van Russisch gas. Dat vraagt om verschillende acties. Samen met de andere EU-lidstaten werkt Nederland aan energiebesparing en een nog snellere overstap naar schone energie. De Nederlandse gasopslagen zijn goed bevoorraad en worden nog verder gevuld. Het doel is dat Nederland voor het einde van 2022 onafhankelijk is van fossiele brandstoffen uit Rusland. Ondertussen moet het oog gericht blijven op de langere termijn, want de toekomst wacht niet. Het streven naar 60% minder CO2 -uitstoot in 2030 vraagt nu om actie. Het kabinet richt zich op een snelle verduurzaming van de industrie, op meer windenergie en groene waterstof, en op een nieuwe rol voor kernenergie. Mensen die hun huis energiezuiniger maken, kunnen daarvoor subsidie krijgen. De droogte van deze zomer onderstreept nog eens hoe belangrijk het is dat we voorbereid zijn op extreme weersomstandigheden en ons aanpassen aan klimaatverandering.

Een belangrijke vraag voor de toekomst blijft hoe goede en persoonlijke zorg voor iedereen beschikbaar en betaalbaar blijft. Nieuwe oplossingen zijn nodig. Daarin staat het begrip passende zorg centraal. Dat betekent: voor iedereen de juiste zorg op de juiste plek op het juiste moment. Door de eerstelijnszorg van huisartsen en wijkverpleging te versterken, kunnen meer mensen dicht bij huis worden geholpen. Op basis van het Preventieakkoord blijft het kabinet sportbeoefening en een gezonde leefstijl stimuleren – voorkomen is nu eenmaal beter dan genezen. Corona is nog niet weg en het kabinet bereidt zich uiteraard voor op de mogelijkheid van een volgende pandemie. 

De situatie op de woningmarkt is nijpend. Een goed en betaalbaar koop- of huurhuis is voor steeds meer mensen onbereikbaar, vooral voor starters en jongeren. Daar mogen we ons niet bij neerleggen. Iedereen heeft recht op een eigen thuis in een veilige, bereikbare en aantrekkelijke wijk en daar ligt een kerntaak voor de overheid. Het kabinet trekt de regie over de volkshuisvesting en ruimtelijke ordening weer naar zich toe. De Nationale Woon- en Bouwagenda formuleert een ambitie van 900.000 nieuwe woningen tot en met 2030. De praktijk is weerbarstig, maar de urgentie is hoog en daarom is een versnelling in de woningbouw dringend noodzakelijk. Samen met provincies, gemeenten, woningbouwcorporaties en de bouwsector wil het kabinet die versnelling realiseren, inclusief de bijbehorende infrastructuur en vervoersmogelijkheden.

Zorgen voor veiligheid in een sterke en goed functionerende rechtsstaat is een andere kerntaak van de overheid. De aanpak van georganiseerde criminaliteit heeft de hoogste prioriteit. Nationaal en internationaal moet het verdienmodel van de georganiseerde misdaad worden verstoord. Het moet veel makkelijker worden criminele vermogens af te pakken en crimineel handelen vanuit de gevangenis een halt toe te roepen. Het kabinet investeert fors in een betere bescherming van de hoeders van onze rechtsstaat, zoals advocaten, rechters, politici, bestuurders en journalisten. Over de volle breedte is er ruimte voor meer personeel en nieuwe technologie, van Openbaar Ministerie tot rechtspraak, van politie tot fiscale opsporing en van gevangeniswezen tot reclassering. Aan de preventieve kant wordt samengewerkt om via opleiding, werk en begeleiding te zorgen dat jonge mensen niet in de criminaliteit terechtkomen. Daarnaast werkt het kabinet aan een betere toegang tot het recht. De griffierechten voor burgers en het midden- en kleinbedrijf gaan omlaag en de vergoedingen voor de sociale advocatuur gaan omhoog. 

Alle inwoners van Nederland moeten hun recht kunnen halen en het kabinet voelt de absolute plicht recht te doen aan de inwoners van het aardbevingsgebied in Groningen en de slachtoffers van de toeslagenaffaire. Het blijft pijnlijk en beschamend dat zoveel mensen en gezinnen in grote problemen zijn gekomen door fouten en nalatigheid van de overheid. Alles is gericht op zo snel mogelijke compensatie en zo snel mogelijk herstel. Helaas kost dat tijd, ondanks de inspanningen van veel mensen en een ruime inzet van middelen. Om nieuwe schrijnende situaties te voorkomen, werkt het kabinet ondertussen aan verbetering van de publieke dienstverlening en daarmee aan mogelijk herstel van vertrouwen. Regels kunnen en moeten eenvoudiger en minder rigide, zodat bijvoorbeeld bijstandsgerechtigden niet meteen in de problemen komen als zij een extraatje ontvangen.

Deze zomer ontstond er in korte tijd een tekort aan opvangplekken voor asielzoekers, met schrijnende en ongewenste situaties als gevolg, zowel voor de mensen die hier een veilig heenkomen zoeken als voor de medewerkers van opvanglocaties en omwonenden. Het kabinet rekent zich dit aan en werkt met gemeenten en andere betrokken organisaties aan oplossingen. Ons asielsysteem is en blijft gebaseerd op het uitgangspunt dat er in ons land altijd een plek is voor mensen die vluchten voor oorlog, geweld en onderdrukking. Wie hier kan blijven, krijgt alle rechten en plichten om volwaardig mee te doen en in onze samenleving te integreren.

Investeren in de toekomst van ons land begint met goed en toegankelijk onderwijs. Kansengelijkheid betekent dat elk kind het optimale uit zichzelf kan halen en dat begint met goed leren lezen, schrijven en rekenen. Daaraan geeft het kabinet de allerhoogste prioriteit. Er is geld om, samen met gemeenten en maatschappelijke instanties, te zorgen voor huiswerkbegeleiding, sportmogelijkheden en andere kansen voor kinderen en jongeren voor wie dat niet vanzelfsprekend is. Daarnaast investeert het kabinet in meer doorstromingsmogelijkheden, zodat leerlingen op een eigen moment de stap kunnen zetten naar het best passende niveau. Grote investeringen in mbo, hoger onderwijs en wetenschap brengen rust en ruimte voor docenten en studenten. De herinvoering van de basisbeurs vanaf het studiejaar 2023-2024 moet voor jonge mensen zoveel mogelijk de financiële drempels wegnemen om te gaan studeren.

Alleen met een goed opgeleide beroepsbevolking kunnen we bouwen aan een innovatieve en ondernemende toekomst. Nederlandse ondernemers en hun personeel hebben tijdens de coronacrisis veerkracht getoond. Het is een hard gelag dat zoveel bedrijven nu opnieuw met grote problemen te maken krijgen vanwege enorme kostenstijgingen. Zeker in het midden- en kleinbedrijf, dat zo belangrijk is voor ons land, hebben veel ondernemers het moeilijk. Versterking van het mkb-ondernemersklimaat is nodig, bijvoorbeeld door te zorgen voor een betere toegang tot financiering en ondersteuning bij verduurzaming. Het kabinet blijft ook verder investeren in het toekomstige verdienvermogen van ons land. Belangrijk zijn een aantrekkelijk vestigingsklimaat, ruimte voor de topsectoren en innovatieve start-ups, en het benutten van alle kansen die digitalisering biedt. Belangrijk is ook een goed functionerende arbeidsmarkt, zeker nu veel bedrijven kampen met personeelstekorten. Het kabinet vindt dat een vaste baan de norm moet zijn en werkt daarom aan een nieuwe balans tussen vaste en flexibele contracten. Goed werkgeverschap loont en ook arbeidsmigranten verdienen een fatsoenlijke behandeling. Om te stimuleren dat mensen meer uren gaan werken, worden in de loop van deze kabinetsperiode de kosten voor kinderopvang voor alle werkende ouders bijna geheel vergoed. Het kabinet werkt aan een nieuw pensioenstelsel dat klaar is voor de toekomst en beter past bij een arbeidsmarkt waarin de meeste mensen tijdens hun leven meerdere werkgevers hebben. In het nieuwe stelsel is er eerder perspectief op indexatie en krijgen mensen beter zicht op de opgebouwde pensioenpot.

Het is onvermijdelijk dat beleidsvoornemens vaak in geld, cijfers en jaartallen worden uitgedrukt. Maar in wezen gaat het steeds om de kwaliteit van onze samenleving. In dat streven is een bruisende en voor iedereen toegankelijke culturele en creatieve sector onmisbaar. Het culturele leven is in de coronaperiode hard geraakt. Het kabinet investeert daarom in herstel, vernieuwing en groei, want cultuur confronteert, maakt moeilijke zaken bespreekbaar en verbindt mensen.

In een samenleving waarin geen plaats is voor racisme en discriminatie, en waarin iedereen zich gehoord en erkend voelt, is een open blik nodig op de minder mooie bladzijden uit onze geschiedenis. Niet om met opvattingen van nu te oordelen over onze voorouders, wel met oog en gevoel voor wat onze geschiedenis betekent voor verschillende groepen en culturen die deel uitmaken van onze samenleving. Dat geldt nadrukkelijk voor het hele Koninkrijk en voor alle landen waarmee wij vanwege de geschiedenis een speciale band hebben. Door het gesprek over het verleden te voeren, wil de regering bijdragen aan noodzakelijke erkenning en de verbinding tussen mensen. Hoe moeilijk en emotioneel dat gesprek soms ook is, onze blik op het verleden kan niet statisch zijn. Eerder al sprak de regering zich uit over het optreden van de Nederlandse overheid tijdens de Jodenvervolging en het extreme geweld van Nederlandse zijde tijdens de dekolonisatieperiode in Indonesië. Op weg naar de herdenking van 150 jaar afschaffing van de slavernij in 2023 is er opnieuw aanleiding onszelf rekenschap te geven van ook dit deel van onze geschiedenis.
 
Leden van de Staten Generaal,

‘Tezamen zullen wij werken voor het heil van Nederland’ – aldus mijn grootmoeder in 1948. Het zijn woorden die steeds opnieuw actueel zijn. Laat ons in deze onzekere tijd hoop en hernieuwd vertrouwen putten uit de wetenschap dat maatschappelijke vernieuwing in ons land altijd stapsgewijs en door samenwerking wordt bereikt. Zo was dat in het verleden, zo is het ook nu. Vanuit die gedachte wil de regering, samen met u en samen met alle positieve krachten in ons land, blijven werken aan oplossingen voor vandaag en een goede toekomst voor alle inwoners van het Koninkrijk. U mag zich in uw belangrijke werk gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.

Troonrede 21 september 2021

Gepresenteerd in de Grote Kerk te Den Haag

Leden van de Staten-Generaal,

‘Elke tijd is overgangstijd’, schreef de historicus H.W. von der Dunk. Daarmee gaf hij uitdrukking aan de gedachte dat er terugkijkend in de geschiedenis vaak sprake is van continuïteit en doorlopende lijnen. Toch is het heel verklaarbaar dat velen onze eigen tijd ervaren als een periode van grote en onvermijdelijke veranderingen.

Natuurlijk vanwege de coronacrisis, die ons leven nog altijd sterk beheerst.

Vanwege grote binnenlandse thema’s, zoals de toegankelijkheid van de woningmarkt, vermindering van de stikstofuitstoot, kansengelijkheid in het onderwijs en op de arbeidsmarkt, en de bescherming en versterking van de rechtsstaat.

En vooral ook vanwege alomvattende problemen als klimaatverandering en schuivende machtsverhoudingen op het wereldtoneel.

Deze grote internationale ontwikkelingen voelen misschien abstract en ver weg, maar zijn dat niet. Klimaatverandering kwam deze zomer dichtbij toen inwoners van Limburg in een paar dramatische dagen hun huizen en bedrijven na extreme regenval onder water zagen lopen. Geopolitieke ontwikkelingen kwamen dichtbij met de hartverscheurende beelden en verhalen uit Afghanistan.

Twintig jaar lang heeft de internationale gemeenschap zich daar ingezet voor internationale stabiliteit en veiligheid, democratie en mensenrechten, en kansen voor meisjes en vrouwen. Nu wacht het Afghaanse volk opnieuw een ongewisse toekomst. Voor veel Nederlandse Afghanistanveteranen is deze afloop na jaren militaire aanwezigheid en vele offers een hard gelag. Voor onze militairen en diplomaten waren het extreem intensieve en spannende laatste weken, waarin zij binnen de mogelijkheden zoveel mogelijk mensen in veiligheid brachten. Daarvoor verdienen zij diep respect en grote waardering. Tegelijkertijd realiseren we ons dat dit boek niet gesloten is. Degenen die achterbleven, wacht een onzeker lot. Wat vijfduizend kilometer verderop gebeurt, raakt direct aan onze diepste waarden en aan onze eigen veiligheid.

Het is logisch dat mensen zich afvragen: wat betekenen al deze ontwikkelingen voor mij persoonlijk? Voor onze manier van leven? Voor mijn toekomst en die van mijn kinderen? Onderzoek laat al jaren zien dat Nederlanders hun eigen leven een hoog cijfer geven, maar dat zij zich grote zorgen maken over het land en de wereld om hen heen. Deze onrust en onzekerheid worden nog gevoed doordat het maatschappelijk debat nationaal en internationaal steeds vaker op polariserende toon wordt gevoerd.

Bij al deze terechte zorgen past tegelijkertijd de nuchtere vaststelling dat Nederland een goed land is en blijft om in te leven. Een land dat zich macro-economisch met de beste kan meten. Als we de toekomst gezamenlijk tegemoet blijven treden, kunnen we veel aan.

De begroting die de regering vandaag aan u voorlegt, staat in het teken van uitvoering van lopend beleid. Dat past bij de demissionaire status van een kabinet dat in januari van dit jaar zijn ontslag aanbood en daarmee verantwoordelijkheid nam voor de toeslagenaffaire. Grote nieuwe keuzes voor de langere termijn zijn aan een volgend kabinet. Tegelijkertijd ontslaat dat de zittende regering niet van de plicht te doen wat nodig is.

Sommige onderwerpen zijn zo urgent, dat stilstand nu ons land onnodig op achterstand zou zetten. Daarom meent de regering er goed aan te doen in het lopende beleid voor komend jaar een aantal extra stappen te zetten, onder andere op het terrein van klimaat, rechtsstaat en woningbouw.

Achter ons ligt een periode die voor een belangrijk deel in het teken stond van het coronavirus.

Voor ons ligt een jaar waarin we mogen hopen op een verdere terugkeer naar meer normale verhoudingen. Daarmee ontstaat ruimte om terug te kijken en vooruit te blikken.

Voorop staat dat wij Nederlanders in coronatijd opnieuw hebben laten zien er als familie, vrienden, collega’s en buren voor elkaar te willen zijn. Velen rouwen na deze periode om het verlies van een geliefde. Anderen worstelen met de lichamelijke en geestelijke gevolgen van corona. En weer anderen, oud én jong, kregen te maken met eenzaamheid en depressie. Gelukkig konden en kunnen velen met hun zorgen en verdriet terecht bij mensen in hun omgeving. Aanvullend zijn er overal in het land initiatieven ontstaan om mensen te helpen en uit hun isolement te halen.

Het is belangrijk dat die aandacht voor de gevolgen van corona blijft bestaan, ook in een volgende fase.

Positief is ook hoeveel mensen tijdens de coronacrisis in ons aller belang doorwerkten, vaak onder moeilijke omstandigheden. Nederland is u dankbaar. Dank aan de politiemensen en boa’s die pal staan voor onze veiligheid. Dank aan de militairen die op verschillende plaatsen bijsprongen. Dank aan alle mensen in het onderwijs en de kinderopvang, het openbaar vervoer en de logistiek. Dank aan allen die op welke plek dan ook een bijdrage leverden. En natuurlijk dank aan iedereen in de ziekenhuizen, verpleeghuizen en thuiszorg. Daar is een buitengewone prestatie geleverd. De komende periode staat in het teken van mentaal en fysiek herstel voor deze beroepsgroep, terwijl tegelijkertijd uitgestelde operaties en behandelingen moeten worden uitgevoerd.

Tijdens de coronacrisis is gebleken hoe belangrijk en effectief regionale, nationale en internationale samenwerking en afstemming in de zorg kunnen zijn. Dat is belangrijk met het oog op de periode na corona, waarin twee grote vragen beantwoord moeten worden. De eerste is: hoe zorgen we dat we paraat staan voor een volgende pandemie? Daarvoor werkt de regering aan een plan. Dat is per definitie ook een internationaal vraagstuk, want een virus stopt niet bij landsgrenzen. Het belangrijkste is nu dat overal ter wereld voldoende vaccins beschikbaar komen. Nederland neemt daarin verantwoordelijkheid door voor elk vaccin dat hier aan iemand wordt gegeven, er ook een te doneren. De tweede vraag is hoe de zorg in de toekomst georganiseerd moet worden om toegankelijk, betaalbaar en van hoge kwaliteit te blijven. Nu is de tijd om over deze onderwerpen het gesprek verder te voeren en besluitvorming voor te bereiden.

Gedurende de pandemie zijn groepen die al kwetsbaar waren, nog harder getroffen door alle maatregelen. Denk aan kwetsbare ouderen in een instelling of thuis, of mensen met een zwakke gezondheid of een beperking. Voor hen kwam de kwaliteit van leven in coronatijd nog meer onder druk te staan.

Voor veel jongeren en jongvolwassenen dreigt na anderhalf jaar leven met de handrem erop een valse of vertraagde start in opleiding en werk. In de afgelopen jaren is de nodige aandacht uitgegaan naar het tegengaan van eenzaamheid, de aanpak van schulden en het stimuleren van kansengelijkheid in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Die inzet blijft nodig. Vooruitlopend op noodzakelijke keuzes voor de lange termijn, stelt de regering tot eind 2023 ruim 8 miljard euro beschikbaar om onderwijsachterstanden in te lopen die in de coronaperiode zijn ontstaan. Het is belangrijk dat scholen daarbij ook aandacht geven aan de sociale en emotionele gevolgen die deze periode op leerlingen en studenten heeft gehad. Voor de jeugdzorg is volgend jaar 1,3 miljard euro extra beschikbaar, om knelpunten op te lossen en tegelijkertijd structurele verbeteringen te realiseren. En ook voor hulp aan mensen met problematische schulden vanwege corona of de toeslagenaffaire, is in de begroting extra geld opgenomen.

De Nederlandse economie staat er gelukkig goed voor, zeker in vergelijking met andere landen. Dat is een compliment aan het innovatieve Nederlandse bedrijfsleven en het geeft perspectief aan mensen die nu aan de kant staan. De doorgevoerde steunmaatregelen voor bedrijven waren ongekend in financiële omvang en reikwijdte, maar hebben wel het beoogde effect gehad. Dit jaar en volgend jaar veert de Nederlandse economie naar verwachting op en de werkloosheid blijft historisch laag, terwijl de staatsschuld door de steunmaatregelen niet uit het lood is geslagen en de koopkracht gemiddeld op peil blijft.

In het Caribisch deel van ons Koninkrijk is het leven voor veel mensen door corona moeilijker geworden, omdat de eilandeconomieën hard zijn geraakt door de enorme terugval in het toerisme. Voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba – samen Caribisch Nederland – gelden economische steunmaatregelen vergelijkbaar met die in ons land. Met de landen Curaçao, Aruba en Sint Maarten zijn afspraken gemaakt om te bereiken dat financiële steun leidt tot een economie die weerbaarder en schokbestendiger is. In het gesprek daarover is het belangrijk steeds de eensgezindheid te zoeken. Dat maakt ons Koninkrijk als geheel sterker.

De intrinsieke kracht van de Nederlandse economie biedt ruimte om verder te bouwen aan het Nederland van morgen. De realiteit daarbij is wel dat veel vraagstukken de grenzen van één kabinetsperiode overstijgen. Of de grenzen van ons land. Of beide.

De overspannen woningmarkt is een belangrijk voorbeeld van een binnenlands thema dat niet in één periode oplosbaar is. Hoe wordt een betaalbare woning weer bereikbaar voor iedereen en vooral voor starters? De regering heeft daaraan de afgelopen jaren gewerkt via afspraken met gemeenten en provincies en met extra geld voor nieuwbouw. De uitvoering van dat beleid loopt door in het parlementaire jaar dat voor ons ligt. Door eerdere financiële impulsen worden meer dan honderdduizend nieuwe woningen gebouwd. De regering stelt nog eens 1 miljard euro extra beschikbaar om te zorgen dat er doorgebouwd kan worden.

Ook het Nationaal Groeifonds overstijgt de grenzen van deze kabinetsperiode. In de eerste ronde is dit jaar ongeveer 4 miljard euro vrijgemaakt, onder andere voor infrastructuur en voor projecten in de sfeer van kunstmatige intelligentie en groene waterstof. In de volgende ronde is een bedrag van ruim 7 miljard euro beschikbaar.

Voor natuur en biodiversiteit en de terugdringing van de stikstofuitstoot zijn tot 2030 al forse bedragen beschikbaar gesteld. Daarmee worden ook volgend jaar investeringen in natuurontwikkeling, schonere stallen en opkoopregelingen gedaan. Het is nodig dat er een goed toekomstperspectief blijft voor Nederlandse boeren, die zo belangrijk zijn voor onze voedselvoorziening en een vitaal platteland. Tegelijkertijd is het belangrijk in kaart te brengen wat er nodig en mogelijk is om ook perspectief te bieden voor infrastructuur, economie en woningbouw. Daaraan blijft de regering werken.

Van de onderwerpen die zowel de grenzen van een kabinetsperiode als onze landsgrenzen overstijgen, is klimaatverandering zonder twijfel het meest dringend. Deze zomer kwam het International Panel on Climate Change met een harde en uitermate zorgelijke waarschuwing. De klimaatverandering en de stijging van de zeespiegel gaan veel sneller en zijn veel ernstiger dan eerder voorzien. Dat raakt onze veiligheid, natuur en leefomgeving, maar bijvoorbeeld ook het wereldwijde armoedevraagstuk en toekomstige migratiestromen. In Nederland houdt de bescherming tegen hoogwater uiteraard de allerhoogste prioriteit. De grootschalige overstromingen in Limburg zijn voor de regering aanleiding om in overleg alle geplande maatregelen opnieuw tegen het licht te houden en te kijken of en waar versnelling nodig is.

Met het Klimaatakkoord en de Klimaatwet is in deze regeerperiode in ons land een belangrijke aanzet gegeven voor het terugdringen van de CO2-uitstoot. De uitvoering van de gemaakte afspraken is in volle gang. Maar dat neemt niet weg dat de gerechtelijke uitspraak in de zogeheten Urgenda-zaak tot een versnelling dwingt, ook om de doelstellingen van de Klimaatwet te halen. De regering reserveert bijna 7 miljard euro extra voor aanvullende maatregelen, bijvoorbeeld voor verduurzaming van woningen en industrie en om elektrisch rijden verder te stimuleren.

In Europees verband heeft de regering een verhoging bepleit van 49 naar 55 procent CO2-reductie in 2030. Daarnaast steunt zij de doelstelling van klimaatneutraliteit in 2050, zoals vastgelegd in de Europese Green Deal. Het is duidelijk dat de komende jaren extra inspanningen nodig zijn om deze aangescherpte doelstellingen te halen. Tegelijkertijd biedt een ambitieus klimaatbeleid ook kansen: voorop de kans een mooier, schoner en veiliger land na te laten. Maar ook economische kansen, bijvoorbeeld in de export en toepassing van Nederlandse kennis op het gebied van duurzame technologie en waterveiligheid.

Vandaag, op de Internationale Dag van de Vrede, realiseren we ons hoe ruim 75 jaar vrede en internationale samenwerking ons land ongekende welvaart en welzijn heeft gebracht. De internationale inbedding van ons land in de naoorlogse multilaterale wereldorde blijft van wezenlijk belang, want de wereld waarin we leven is meer en meer als de bekende Rubik-kubus.

Alles hangt met alles samen. Zo is vrede ook welvaart, klimaat ook veiligheid, armoedebestrijding ook mensenrechten, duurzaamheid ook economie, en internationale stabiliteit ook migratie. Elke draai aan de kubus, elk besluit, werkt door op meerdere terreinen en niveaus. In dat besef is en blijft Nederland een betrouwbare internationale partner. Omdat het in ons eigen belang is, maar ook vanuit de solidariteit en verantwoordelijkheid die we voelen met en voor andere delen van de wereld. Onze uitgezonden militairen verdienen steun en respect voor de belangrijke en moeilijke taak die zij hierin steeds vervullen, zowel tijdens als na afloop van een missie. De regering stelt structureel extra geld beschikbaar voor de operationele inzetbaarheid van onze militairen en voor hulp aan veteranen die dat nodig hebben.

De lidmaatschappen van de Europese Unie, de NAVO en de Verenigde Naties zijn de hoekstenen van het Nederlandse buitenlands beleid. Het is duidelijk dat Nederland samen met de andere lidstaten van de Europese Unie voor strategische keuzes staat in de relaties met China en Rusland, maar ook in de relatie met de Verenigde Staten. Trans-Atlantische samenwerking blijft de basis onder het Nederlandse veiligheidsbeleid, maar we zullen tegelijkertijd meer moeten investeren in Europees veiligheidsbeleid.

In de Europese Unie ligt de prioriteit onder andere bij corona-herstelbeleid, bij de gezamenlijke klimaataanpak via de Green Deal en bij de bewaking van de Europese rechtsstaat en van de Unie als waardengemeenschap. Die waardengemeenschap is fundamenteel. In de landen van de Europese Unie mag iemands leeftijd, huidskleur, geloof, geaardheid, geslacht of herkomst nooit een reden zijn voor ongelijke behandeling, uitsluiting of andere vormen van discriminatie.

De rechtsstaat is het fundament onder de vrije en democratische samenleving, die al zo lang kenmerkend is voor ons land. Maar die Nederlandse rechtsstaat staat onder druk. De georganiseerde misdaad wordt steeds meedogenlozer en gewelddadiger. De schokkende moord op Peter R. de Vries is in deze ontwikkeling een nieuw dieptepunt. Het kabinet werkt al langer aan een stevige en meerjarige aanpak die verschillende sporen kent en stelt daarvoor opnieuw extra geld beschikbaar.

Criminele organisaties moeten worden opgerold, hun leiders opgepakt en crimineel geld afgepakt. We moeten daarbij ook meer investeren in de aanpak van digitale criminaliteit en veiligheid, omdat de wereldwijde digitale dreigingen op tal van manieren toenemen. Tegelijkertijd moeten kwetsbare wijken worden versterkt, is het belangrijk dat jongeren via scholing en werk worden toegerust om niet in criminaliteit te vervallen, en moeten mensen worden beschermd die zich voor onze rechtsstaat inzetten. Versterking van de rechtsstaat is per definitie een zaak van lange adem. Hiervoor komt per jaar ongeveer een half miljard euro extra beschikbaar.

Tot slot moet de regering bij dat gesprek over de rechtsstaat en rechtszekerheid de hand in eigen boezem steken. De afhandeling van de aardbevingsschade in Groningen is te lang te stroperig geweest. In de toeslagenaffaire heeft de overheid mensen letterlijk en figuurlijk onrecht gedaan. In beide gevallen geldt: fouten moeten worden hersteld en wie recht heeft op compensatie moet die zo snel mogelijk krijgen. Dat blijft voor de regering absolute prioriteit. Belangrijk is ook dat de deur van de rechtsstaat voor iedereen openstaat. Het kabinet maakt vanaf volgend jaar extra geld vrij voor de sociale advocatuur. Het antwoord op de dieperliggende vraag hoe het vertrouwen te herstellen, vergt een langere adem en meer aandacht voor de uitvoerbaarheid van beleid.

Leden van de Staten Generaal,

Als elke tijd overgangstijd is, is maatschappelijke verandering een constante. Onze geschiedenis laat dat ook zien. Het komt er steeds op aan, ook in het hier en nu, elke verandering die zich aandient met open vizier tegemoet te treden. Zo bouwen we samen aan een beter land voor volgende generaties.

In dat streven zal de regering de samenwerking blijven zoeken met u, leden van de Staten-Generaal. U mag zich in uw belangrijke werk gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.

Troonrede 15 september 2020

Leden van de Staten-Generaal,

Nooit zal ik de Nationale Dodenherdenking van 4 mei 2020 vergeten. Het was onwerkelijk en zeer realistisch tegelijk: die bijna lege Dam, de stilte nog oorverdovender dan anders, en het besef dat de viering van 75 jaar vrijheid noodgedwongen een ingetogen karakter had gekregen. Door het coronavirus werd dit voorjaar ineens alles anders. Ook deze anders-dan-anders-Prinsjesdag op anderhalve meter afstand, niet in de Ridderzaal, en met minder mensen, tradities en uitbundig rood-wit-blauw, maakt dat tastbaar.

Mijn bewondering en dank gaan uit naar iedereen die in de zorg en elders in de samenleving al het mogelijke deed om de coronacrisis het hoofd te bieden. Verpleegkundigen en schoonmakers, boa’s en defensiepersoneel, supermarktmedewerkers en mensen in het openbaar vervoer. Ik wil daarnaast mijn steun en medeleven betuigen aan hen die door corona zijn getroffen, of die een geliefde moeten missen. Maar ook voor wie dat niet geldt, is de impact enorm. Corona raakt ons allemaal. Van Terschelling tot Aruba. Jong en oud. Mensen met een beperking vaak nog harder dan anderen. Corona raakt ons in school en werk. In het gemis van een aanraking. En vooral: in ons gevoel van veiligheid en vertrouwen. Want geen eindexamen kunnen doen, een begrafenis in zeer kleine kring, niet op bezoek kunnen bij je man of vrouw in het verpleeghuis, als ondernemer ineens je levenswerk verliezen, of je baan – het is allemaal enorm ingrijpend. Voor al die gevoelens van stress, eenzaamheid en verlies moet ruimte zijn en erkenning. Binnenkort geven we daar in het hele Koninkrijk in verbondenheid uitdrukking aan onder de noemer ’aandacht voor elkaar’.

Toch gebeurt er deze maanden ook veel goeds. We waarderen meer het land waarin we wonen. Het weefsel van onze samenleving is opnieuw sterk gebleken. Het blijft bijzonder hoe Nederlanders er voor elkaar zijn als de nood aan de man komt. Bijzonder was ook hoe we in een paar maanden samen voor elkaar kregen dat de grootste beperkingen konden worden opgeheven. En bijzonder is de veerkracht van ondernemers die op allerlei creatieve manieren hun bedrijf draaiende hielden, van leraren die hun leerlingen online gingen begeleiden, en van ouders die plotseling werk en onderwijs thuis combineerden. Nederland heeft in de coronacrisis bewezen verantwoordelijk, saamhorig en flexibel te zijn. Laat ons dat volhouden zolang dat nodig is. En laat ons daar vertrouwen aan ontlenen voor de toekomst.

Want juist in tijden van plotselinge schokken is het zaak oog te houden voor de lange termijn. Dat zijn we verplicht aan de jongeren, die de laatste maanden niet alleen moesten inleveren op hun leven nu, maar ook op hun vooruitzichten voor straks. Een 94-jarige veteraan maakte veel los met een ingezonden brief waarin hij de jongeren van Nederland opriep vol te houden en solidair te zijn met zijn generatie. Een 18-jarige student schreef hem terug hoe dankbaar hij was voor de vrijheid en alle mogelijkheden waarmee hij en zijn leeftijdgenoten opgroeien. Maar hij schreef ook hoezeer zij die vrijheid nu missen, hoe zij sleutelmomenten in het leven zomaar zien passeren en hoe extra onzeker de toekomst door de coronacrisis voelt. Die onzekerheid is er op het gebied van opleiding, wonen en werk. Tegelijkertijd is er de zorg over overkoepelende problemen als klimaatverandering, die door corona niet minder urgent worden. Deze brief raakt de kern van Prinsjesdag, want perspectief voor de toekomst begint altijd in het hier-en-nu. Dat is de spiegel die de volwassenen van morgen voorhouden aan de volwassenen van vandaag.

In dat besef maakt de regering de keuze in deze onzekere tijd niet te bezuinigen, maar juist te investeren in baanbehoud, goede publieke voorzieningen, en een sterkere economische structuur en een schoner land nu en straks. Op die pijlers rusten de plannen van de regering voor het komende jaar.

De Nederlandse economie en overheidsfinanciën zijn veerkrachtig. De laatste jaren is een financiële buffer opgebouwd waarvan we nu de vruchten plukken. Deze publieke spaarpot maakt de gezondheidseffecten van het coronavirus niet minder heftig, maar maakte de eerste directe economische gevolgen wel beter draagbaar.

Nu moeten we ons schrap zetten voor de gevolgen van een zware economische terugslag, die ook doorwerkt in de economie en overheidsfinanciën op lange termijn. Hoe precies, hangt af van de vraag tot wanneer en in welke mate het coronavirus ons in zijn greep blijft houden. Maar alle recente cijfers en ramingen zijn ongekend in vredestijd. Met een historische krimp van ruim 5 procent in 2020. Met een historische omslag van een overschot op de rijksbegroting naar een tekort van 7 procent in één jaar. En met een verdubbeling van de werkloosheid ook in één jaar. Onze belangrijkste handelspartners in Europa en wereldwijd hebben te kampen met een economische terugval die vaak nog groter is. Voor een open en op handel en export gericht land als Nederland is dat, zeker na brexit, een extra complicatie.

De internationale gevolgen van de coronacrisis kunnen moeilijk worden overschat, niet in economisch en niet in geopolitiek opzicht. Er lijken nog diepere groeven te worden getrokken tussen de grootste machtsblokken in de wereld. In het jaar van 75 jaar Verenigde Naties domineert helaas steeds vaker het nationale eigenbelang en is de multilaterale wereldorde verder onder druk komen staan. Voor de Nederlandse regering staat buiten kijf dat goed functionerende internationale instellingen en internationale samenwerking noodzakelijk zijn om problemen aan te pakken die geen land of regio alleen de baas kan. Dat geldt voor vraagstukken van vrede en veiligheid, voor de klimaatcrisis en de toekomst van onze energievoorziening, voor armoedebestrijding en nu ook voor de bestrijding van het coronavirus.

Ons land neemt hierin verantwoordelijkheid. Dat is zowel een morele plicht als welbegrepen eigenbelang. Nederland blijft steun geven aan de kwetsbaarste regio’s in de wereld, die zwaar door corona zijn getroffen. Daarnaast blijft de regering werken aan versterking van de operationele inzet van Nederlandse militairen. Het is duidelijk dat de wereld zich, over de coronacrisis heen, moet voorbereiden op de mogelijkheid van een volgende pandemie of een andere externe schok. Corona leert ons dat we ook internationaal samen sterker staan in een crisis als deze.

In Europees verband geldt dat de toenemende geopolitieke onzekerheid en de coronacrisis het belang van samenwerking en een eendrachtig optreden naar buiten toe alleen maar vergroten. De inbedding in de Europese Unie en de interne markt staan aan de basis van de Nederlandse welvaart, rechtszekerheid en veiligheid. Het is waar dat Europese samenwerking vaak gepaard gaat met stevige discussies, waardoor verschillen tussen landen soms worden uitvergroot. Toch brengen de overeenkomsten en de gedeelde belangen de lidstaten altijd weer bij elkaar. Zo werkt Nederland intensief samen met andere Europese landen om de ontwikkeling en beschikbaarstelling van een vaccin te versnellen. Met het Europees herstelfonds kunnen lidstaten voor de korte termijn de gevolgen van de coronacrisis beter opvangen en voor de lange termijn werken aan structurele economische hervormingen. Het is een vorm van solidariteit die twee kanten op werkt: van buren die elkaar vanzelfsprekend helpen in tijden van nood, maar die in eigen land ook stappen zetten en hervormen om bij een volgende crisis allemaal beter voorbereid te zijn.

In ons land konden met extra overheidsuitgaven de eerste gevolgen van de coronacrisis voor de bedrijven en de werkgelegenheid worden opgevangen. Voor de korte termijn is twee keer een pakket steunmaatregelen ingezet waarmee lonen zijn doorbetaald en faillissementen en grootschalige ontslagrondes zoveel mogelijk konden worden voorkomen. Het derde pakket, dat beschikbaar is vanaf 1 oktober, heeft een looptijd van negen maanden. Behoud van zoveel mogelijk banen blijft het doel. Maar na de fase van noodsteun is het nu ook belangrijk dat mensen door scholing en training de overstap kunnen maken naar sectoren waar een tekort aan personeel is, en dat bedrijven zich aan kunnen passen aan de nieuwe realiteit. Met een aanvullend pakket van bijna een half miljard euro voor kunst en cultuur onderstreept de regering het grote maatschappelijke belang van deze sector. De steun voor het openbaar vervoer wordt voortgezet, omdat veel mensen voor hun dagelijkse bezigheden afhankelijk zijn van bus, trein, tram en metro. Voor gemeenten komt bijna 800 miljoen euro extra beschikbaar, bijvoorbeeld voor buurthuizen, sociale werkvoorziening, culturele instellingen, en voor het coronaproof organiseren van de verkiezingen. Zo werken medeoverheden en Rijk als één overheid samen in deze crisis.

Met de zwaar getroffen Caribische delen van het Koninkrijk wordt gesproken over welke steun onder welke voorwaarden kan worden verleend. Het doel is de bevolking nu te steunen en bij te dragen aan toekomstige economische zekerheid en maatschappelijke stabiliteit. Humanitaire steun blijft steeds beschikbaar.

Bij de start van deze periode koos de regering voor versterking van publieke voorzieningen. Het belang hiervan is door corona eerder toe- dan afgenomen. Investeren in veiligheid, bestaanszekerheid en een aantrekkelijke leefomgeving draagt bij aan bestrijding van de crisis, aan de veerkracht van de economie en aan vertrouwen in de toekomst. In de plannen van de regering is dat op verschillende plaatsen zichtbaar.

Nergens wordt de verantwoordelijkheid voor de toekomst van onze kinderen en jongeren directer gevoeld en waargemaakt dan voor de klas en in de collegezalen. Het onderwijs heeft extra geld gekregen om in de grote steden volgende stappen te kunnen zetten in de aanpak van het lerarentekort. Na een uitzonderlijk voorjaar met lege klassen is ook 500 miljoen euro beschikbaar om onderwijsachterstanden weg te werken. Daarmee kunnen bijvoorbeeld extra bijlessen worden gegeven.

Met een bedrag van 5 miljard euro wil de regering de komende jaren de problemen rond stikstof aanpakken. Het geld dat nu beschikbaar komt, kan onder andere worden ingezet voor natuurherstel en de aanpassing van stallen. Dat is nodig voor de natuur, waarvan we allemaal genieten en die we moeten koesteren voor later. Het is nodig voor een gezonde en innovatieve toekomst van de Nederlandse landbouwsector, die ook in tijden van crisis zorgt voor een betrouwbare voedselvoorziening. En het is nodig om ruimtelijke ontwikkelingen in de sfeer van woningbouw en infrastructuur mogelijk te maken.

Opgeteld wordt bijna 2 miljard euro aan geplande investeringen voor infrastructuur, woningbouw en onderhoud en verduurzaming van rijksgebouwen naar voren gehaald. Goede mobiliteit schraagt de economie. Bouw en woningmarkt krijgen een steun in de rug door bouwprojecten eerder uit te voeren.

De vraag naar woningen blijft groot. Onder regie van het Rijk wordt de woningbouw versneld. Starters hoeven de komende vijf jaar geen overdrachtsbelasting te betalen. De regering stelt voor de huur te verlagen voor mensen met een laag inkomen in een dure corporatiewoning.

De rechtsstaat is het belangrijkste publieke bezit van de samenleving. Het is de basis onder een democratisch land dat sociaal en economisch sterk is en waarin kansengelijkheid als norm geldt. Een jaar geleden werd Nederland geschokt door de brute moord op advocaat Derk Wiersum. Op die dag werd eens te meer manifest hoezeer georganiseerde criminaliteit de maatschappij ondermijnt. Voor de niet-aflatende strijd daartegen is volgend jaar opnieuw extra geld beschikbaar, onder andere voor een nieuw gespecialiseerd team waarin de kennis en kracht van justitie, Belastingdienst en defensie worden gebundeld.

Een wezenlijke bedreiging voor de kwaliteit van de rechtsstaat is dat in ons land iemands huidskleur of naam nog te vaak bepalend is voor zijn of haar kansen. Dat is onaanvaardbaar. Het maatschappelijk debat hierover schuurt soms, maar kan ons ook verder brengen in de strijd tegen discriminatie, racisme en ongelijke behandeling. Bestaande verschillen overbruggen begint bij de bereidheid naar elkaar te luisteren.

De regering realiseert zich hoe cruciaal in het publieke domein het vertrouwen is in het handelen van de overheid zelf. De overheid moet naast mensen staan, niet tegenover mensen. Daarom is het zo belangrijk dat de inwoners van Groningen die door de aardbevingen zijn getroffen zo snel mogelijk kunnen rekenen op herstel van de geleden schade en versterking van hun huizen, en is de regering er alles aan gelegen de gedupeerde ouders in de toeslagenaffaire snel te compenseren. Investeren in de kwaliteit van de publieke dienstverlening blijft noodzakelijk.

Voor de lange termijn zijn in deze periode richtinggevende keuzes gemaakt in het Pensioenakkoord en het Klimaatakkoord. Als de noodzakelijke solidariteit tussen jong en oud ergens gestalte krijgt, dan wel rond deze twee thema’s. De uitwerking en uitvoering van beide akkoorden vraagt een lange adem. Het pensioen wordt persoonlijker en transparanter. Door nu te hervormen, kan er straks voor iedereen een goed pensioen zijn. De regering hoopt in 2021 het wetsvoorstel voor de vernieuwing van het pensioenstelsel in te dienen.

Het perspectief van het Klimaatakkoord en de Klimaatwet is een vermindering van de CO2 -uitstoot met minimaal 49 procent in 2030, op weg naar een klimaatneutraal Nederland in 2050. Later dit najaar verschijnt de eerste Klimaatnota. Voor komend jaar zitten er verschillende maatregelen in het vat, zoals een CO2-heffing voor de industrie, een kleiner aandeel van kolencentrales in de elektriciteitsproductie, en maatregelen om de circulaire economie, waarin afval weer grondstof wordt, te stimuleren.

Daarbovenop wil de regering een vliegende start maken met het Nationaal Groeifonds. Dit fonds is er voor het toekomstig verdienvermogen van ons land en daarmee voor de welvaart van morgen. Met het fonds wil de regering investeren in kennisontwikkeling, innovatie en infrastructuur. Dat laatste omvat naast wegen en spoor ook de digitale snelweg en de infrastructuur voor energie. De unieke schaal en de looptijd van het fonds maken het mogelijk Nederland welvarender, schoner en duurzamer over te dragen aan de jongeren van nu. Voor de komende vijf jaar is een bedrag van 20 miljard euro beschikbaar.

Tot slot is door het coronavirus nog duidelijker geworden hoe belangrijk het is ervoor te zorgen dat ook voor volgende generaties de beste zorg beschikbaar blijft. Uit vele internationale vergelijkingen blijkt dat de Nederlandse zorg van wereldklasse is. Maar dat neemt niet weg dat er een grens is aan de spankracht van de zorginstellingen en de mensen die er werken. Voor de korte termijn moeten we daar lessen uit trekken om voorbereid te zijn op een mogelijke tweede golf. Voor de lange termijn dringen zich andere lessen op, die bijvoorbeeld te maken hebben met de organisatie van de zorg en de werkdruk van het zorgpersoneel, de vraag of meer zorg op afstand mogelijk is en de noodzaak van preventie en zorginnovaties. Het kabinet komt met voorstellen om zoveel mogelijk mensen voor de zorg te behouden en nog meer mensen te verleiden voor deze sector te kiezen, bijvoorbeeld met meer doorgroeimogelijkheden, minder administratie en meer zeggenschap. De waardering voor de werkers in de zorg komt ook tot uitdrukking in een extra bonus voor extra inspanningen, dit jaar en volgend jaar.

Leden van de Staten-Generaal,

De coronacrisis stelt ons ernstig op de proef in alles wat van waarde is: gezondheid, werk, familie en vriendschappen. En we realiseren ons: juist nu wordt gezamenlijkheid en verantwoordelijkheid gevraagd. Bij elke generatie leven in deze tijd specifieke zorgen en vragen. Maar precies in de verbondenheid tussen generaties kan iedereen, jong en oud, op zijn of haar eigen plaats een bijdrage leveren om deze moeilijke periode te boven te komen. Onze belangrijkste zekerheid is dat Nederland economisch, sociaal en mentaal steeds veerkracht toont. De opdracht in het parlementaire jaar dat vandaag begint, is over deze crisis heen de toekomst te blijven zien en te blijven werken aan perspectief voor alle generaties. U mag zich in uw werk gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.

Troonrede 17 september 2019

17 september 2019

Leden van de Staten-Generaal,

Vandaag precies 75 jaar geleden begon operatie Market Garden. Na jaren van knechting en tirannie kwam de hoop op een betere toekomst die dag letterlijk van boven, in de vorm van duizenden geallieerde parachutisten. Ooggetuigen die op 17 september 1944 de lucht boven Eindhoven, Arnhem en Nijmegen donker zagen kleuren, zouden dat beeld nooit vergeten.

75 jaar later lijken vrijheid, democratie en een sterke rechtsstaat vanzelfsprekende waarden. Maar wie de wereld beschouwt, realiseert zich hoe bijzonder het is te leven in een land waarin mensen zich veilig kunnen voelen. Waarin vrijheid samengaat met verdraagzaamheid en verantwoordelijkheidsgevoel. En waarin mensen nog altijd iets voor een ander overhebben. Hoewel in het publieke debat en op social media tegenstellingen soms de boventoon lijken te voeren, is de dagelijkse realiteit voor de meesten van ons anders. Nederland blijft een land van vrijwilligers en van verstandige compromissen in het brede midden. Van jong tot oud, van werkvloer tot bestuurskamer en van Willemstad tot Amsterdam willen mensen meedoen en hun bijdrage leveren. Dat is wat ons bindt en wat we met elkaar moeten koesteren.

In die traditie is Nederland na de bevrijding met hard werken opgebouwd door de generaties voor ons. Behoud en versterking van alles wat is bereikt, is onze verplichting aan de generaties na ons. In het hart van het regeerakkoord ligt daarom de ambitie te bouwen aan een samenleving waarin mensen zich zeker voelen en vertrouwen in de toekomst kunnen hebben, houden of herwinnen.

Dat vertrouwen begint bij een sterke rechtsstaat die beschermt tegen criminaliteit, willekeur en machtsmisbruik. Bij waardevol werk en een fatsoenlijk inkomen. Bij gezondheid en goede, toegankelijke zorg. Bij een opleiding die kansen biedt. Bij een stevig sociaal netwerk van familie, vrienden, geloofsgemeenschappen en verenigingen. En bij een betaalbaar huis in een veilige buurt.

Vaak voeren we discussies aan de hand van cijfers. Maar de levens van ruim 17 miljoen individuele Nederlanders passen niet in een mal. Mensen volgen een opleiding, veranderen van baan, starten een onderneming, kopen een huis, gaan relaties aan, krijgen kinderen, of worden getroffen door ziekte of verlies van een dierbare. Het zijn dit soort keuzes en gebeurtenissen die grote impact hebben. Veel groter dan een koopkrachtcijfer, een macro-economisch groeipercentage of een belastingmaatregel. Geen enkel leven voegt zich naar de mediaan van een statistisch model.

Tegelijkertijd staat buiten kijf dat een sterke economie nodig is om met elkaar verder te bouwen aan een sterk Nederland. Goede voorzieningen kosten nu eenmaal geld, dat eerst moet worden verdiend. De vooruitzichten voor volgend jaar zijn nog altijd positief. Niet eerder hadden zoveel mensen betaald werk. De staatsschuld is onder controle en de lasten kunnen omlaag. Zowel de ramingen van de groei, als de koopkracht en het begrotingssaldo laten voor komend jaar plussen zien.

Maar de realiteit is ook dat Nederland de komende jaren in een fase van gematigder groei komt. Onze internationaal georiënteerde economie is kwetsbaar voor verstoringen op de wereldmarkt, vooral als gevolg van handelsconflicten. Bovendien werpt de dreigende brexit zijn schaduw vooruit. Daarmee geldt zowel voor de korte als de lange termijn een winstwaarschuwing, die dwingt tot nadenken over de vraag hoe Nederland in de toekomst zijn geld verdient en een land met goede voorzieningen kan blijven.

In het regeerakkoord is afgesproken publieke voorzieningen sterker te maken. Dat is over de volle breedte werk in uitvoering. Zo krijgen de medewerkers in de verpleeghuizen meer tijd en ruimte om persoonlijke aandacht te geven aan bewoners. Onze militairen kunnen met nieuw materieel hun werk beter doen. Er komen meer politieagenten. We investeren in wegen en spoor. In heel Nederland komen regionale plannen tot uitvoering om de leefbaarheid van het platteland te verbeteren en economische kansen te benutten. Samen met gemeenten en maatschappelijke organisaties is een groot offensief gestart om problematische schulden in gezinnen te voorkomen of terug te dringen. Er worden maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat mensen met een beperking makkelijker aan het werk kunnen komen. En ook in Caribisch Nederland verbeteren we de koopkracht en de infrastructuur en versterken we het bestuur.

De regering realiseert zich terdege dat niet elk vraagstuk met een financiële injectie meteen is opgelost. Zo is er een forse extra investering gedaan om het vak van leraar aantrekkelijker te maken, met een lagere werkdruk en meer werkplezier als resultaat. Ook zien we een toenemende belangstelling voor de pabo en voor zij-instroom in het primair onderwijs. Desondanks blijft het probleem van het lerarentekort nijpend. De regering blijft bevorderen dat nog meer mensen voor dit mooie beroep kiezen.

Met het pensioenakkoord en het klimaatakkoord verzetten we als land de bakens voor de middellange en lange termijn. Ook de generaties na ons hebben recht op een goed pensioen, schone lucht en een leefbaar land. De grote veranderingen die nodig zijn, vragen een vooruitziende blik – zoals ooit de ingrijpende besluiten om Nederland veilig te houden met de Afsluitdijk en de Deltawerken. Dat waren investeringen uit noodzaak, die ons de kennis en ervaring hebben opgeleverd om nu in eigen land en wereldwijd te werken aan waterveiligheid voor de 21e eeuw. De keuze voor een klimaatneutraal Nederland in 2050 is even noodzakelijk en even kansrijk. Schone lucht en nieuwe vormen van energie kunnen hand in hand gaan met duurzame landbouw, schone mobiliteit en kansen voor een innovatief bedrijfsleven.

De uitvoering van het pensioenakkoord en het klimaatakkoord start dit parlementaire jaar. U kunt voorstellen verwachten om de AOW-leeftijd minder snel te laten stijgen en ervoor te zorgen dat mensen gezond en werkend hun pensioen kunnen halen. Voor het klimaatakkoord geldt dat de doelen worden gehaald, terwijl de rekening eerlijk wordt verdeeld en niet alles ineens anders hoeft. We zetten nu de eerste stappen. Voor de industrie komt er een CO2-heffing. Huishoudens worden in staat gesteld de energietransitie stap voor stap mee te maken. De energiebelasting daalt en er komt een warmtefonds als stimulans voor huiseigenaren om te investeren in klimaatmaatregelen.

Een aantal concrete plannen voor de korte termijn komt boven op het regeerakkoord. Een land is niet statisch. Nieuwe urgente vraagstukken dienen zich steeds aan. Zo dwingt een gerechtelijke uitspraak over de uitstoot van stikstof te zoeken naar een nieuwe aanpak, waarbij ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk blijven. Een ander voorbeeld is het besluit knelpunten in de jeugdzorg aan te pakken met extra geld voor gemeenten. Om sneller en meer woningen te kunnen bouwen voor starters en middeninkomens, komt er een woningbouwimpuls en krijgen corporaties die meer sociale woningen bouwen een korting op de verhuurdersheffing. Met meer armslag voor de rechtspraak en het Openbaar Ministerie versterken we de rechtsstaat. Een laatste voorbeeld is het besluit de gaswinning in Groningen nog sneller terug te dringen dan eerder besloten. Mensen die in een huis wonen dat versterkt moet worden, mogen op meer urgentie rekenen en de regering investeert met het Nationaal Programma Groningen in de toekomst van het hele gebied.

Daarnaast wil het kabinet in de komende periode enkele lijnen voor de lange termijn uitzetten. Een belangrijke vraag is hoe de Nederlandse economie ook over twintig of dertig jaar duurzaam kan blijven groeien. Daarvoor komt de regering nog dit jaar met een breed opgezette groeiagenda en begin volgend jaar met een opzet voor een investeringsfonds. Het doel is specifieke projecten mogelijk te maken in de sfeer van kennisontwikkeling, innovatie en infrastructuur, die het fundament onder de economie van de toekomst sterker maken.

Grote vragen voor de lange termijn spelen ook in de zorgsector. Het is positief dat we gemiddeld steeds langer leven. Maar daarmee stijgt ook het aantal chronische aandoeningen en is er steeds meer zorg nodig, terwijl er grenzen zijn aan de beschikbaarheid van mensen en middelen. In deze periode worden al belangrijke stappen gezet. Bijvoorbeeld met gerichte maatregelen om meer mensen te laten kiezen en te behouden voor een carrière in de zorg. Met sectorbrede akkoorden om de groei van de uitgaven te beperken en de zorg beter te maken. En met het sportakkoord en preventieakkoord, die de toekomstige zorgvraag beïnvloeden. Maar er is meer nodig. De vraag voor de lange termijn is: hoe houden we de zorg goed en toegankelijk voor iedereen? Hoe zorgen we straks voor genoeg liefdevolle handen aan het bed en in de thuiszorg – de onmisbare mensen die dag en nacht beschikbaar zijn? En hoe passen we technische zorginnovaties op brede schaal toe? Voor de zomer van 2020 schetst de regering de contouren voor de toekomstige organisatie van de zorg.

Vertrouwen in de toekomst heeft ook te maken met de manier waarop mensen zich vertegenwoordigd voelen en met de kwaliteit van de publieke dienstverlening. Politiek en overheid moeten van iedereen zijn en er voor iedereen zijn. De ambitie is om op beide punten verbeteringen door te voeren.

In reactie op het advies van de staatscommissie parlementair stelsel doet de regering voorstellen voor de vernieuwing en vereenvoudiging van het kiesstelsel, met meer mogelijkheden voor kiezers om invloed uit te oefenen op wie er precies in de Tweede Kamer komt. Om de stem van jongeren luider te laten klinken, komt er een jongerenparlement.

De dienstverlening van de overheid moet veel hoger op de agenda. Uitvoeringsorganisaties als de Belastingdienst en het UWV zijn het gezicht van de overheid. Daar komen mensen de overheid tegen. Zij mogen eenvoudigweg verwachten aan het overheidsloket goed te worden geholpen. De oorzaken van de huidige problemen zijn divers: verouderde ICT, personeelstekorten en te veel te gedetailleerd beleid, waardoor de uitvoering te ingewikkeld wordt. Medewerkers van uitvoeringsorganisaties staan hierdoor soms voor een onmogelijke opgave en de menselijke maat verdwijnt uit het zicht. De structurele verbeteringen die nodig zijn, vragen tijd en een samenhangende aanpak, waarvoor de regering voorstellen zal doen.

Uiteraard realiseren we ons bij de start van de viering van 75 jaar bevrijding nog eens extra hoezeer welvaart en welzijn in Nederland afhangen van de internationale context. Onze bevrijders kwamen van over de grens. En de belofte van een betere toekomst die toen zo intens werd gevoeld, kreeg na de oorlog internationaal vorm en inhoud door nieuwe organisaties als de Verenigde Naties, de NAVO en de Europese Unie.

Die internationale inbedding heeft ons land veel gebracht. Het goed functioneren van de naoorlogse multilaterale wereldorde en internationale stabiliteit zijn cruciaal voor onze rechtsstaat en voor de kracht van onze economie. Het Nederlands belang en onze internationale verantwoordelijkheid om de waarden van vrijheid, democratie en rechtsstaat verder te brengen, liggen in elkaars verlengde. Die gedachte ligt ook ten grondslag aan het beleid op het terrein van ontwikkelingssamenwerking en de inzet van onze uitgezonden militairen. Mede dankzij hen leven wij al 75 jaar in vrede en veiligheid.

Maar datzelfde multilaterale systeem staat onder druk. De spelregels veranderen in snel tempo. De positie van landen als China en India als economische en politieke grootmachten en de opstelling van Rusland veranderen de geopolitieke verhoudingen. De oude en waardevolle partnerschappen met de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk krijgen ten dele een andere invulling. De vrije wereldhandel wordt bedreigd door protectionisme en handelsconflicten. Nederland en Europa moeten daarop zelfbewust en met realisme inspelen.

Voor de regering staat buiten kijf dat de trans-Atlantische samenwerking en de Europese Unie de hoekstenen zijn van het Nederlandse buitenlands beleid. Wel moet het naoorlogse multilaterale systeem in tal van opzichten dringend bij de tijd worden gebracht. Voorbeelden zijn de internationale bescherming van intellectueel eigendom, cyberveiligheid en de effectiviteit van de besluitvorming in de VN en de Wereldhandelsorganisatie.

Een blik op de wereldkaart laat zien dat een sterke en eensgezinde Europese Unie steeds noodzakelijker wordt om de belangen van de afzonderlijke lidstaten te bevorderen – zeker ook het Nederlands belang. Draagvlak en effectiviteit vragen een Unie die duidelijke prioriteiten stelt, gezamenlijke kansen grijpt en werkt aan grensoverschrijdende problemen die landen niet alleen kunnen oplossen. De Nederlandse prioriteiten komen herkenbaar terug in de nieuwe strategische agenda: veiligheid, een sterke en duurzame Europese economie, een gezamenlijk klimaatbeleid, eerbiediging van de rechtsstaat en niet in de laatste plaats een effectief migratiebeleid.

Het aantal migranten dat naar Europa komt is ten opzichte van 2015 weliswaar sterk gedaald. Maar de aanhoudende druk op de Europese buitengrenzen, het afschuwelijke lot van veel migranten die de Middellandse Zee proberen over te steken en de gebrekkige onderlinge solidariteit tussen de EU-lidstaten vragen nieuwe stappen. Ieder land moet zijn deel doen. Nederland vangt vluchtelingen, de mensen die onze hulp echt nodig hebben, altijd op en biedt hun de kans mee te doen, met alle rechten en plichten die daarbij horen. Juist daarom moet aan asielzoekers die geen kans maken op een status en van wie een deel overlast veroorzaakt, een halt worden toegeroepen. Ook hierin moet de EU gezamenlijk optreden, zeker in de richting van de landen van herkomst. Zo blijft het draagvlak voor een humaan en eerlijk asielbeleid intact.

Door de politieke en humanitaire crisis in Venezuela wordt ook het Caribische deel van het Koninkrijk geconfronteerd met de dreiging van grootschalige migratie en de economische gevolgen daarvan. Er is vanuit Nederland praktische hulp en bijstand beschikbaar.

Leden van de Staten-Generaal,

Een 96-jarige oud-Engelandvaarder, die als lid van de Prinses Irene Brigade deelnam aan de bevrijding van ons land, zei laatst het volgende: ‘Ik voel me verantwoordelijk om door te geven aan jongere generaties dat je in verzet moet komen als het nodig is.’ Het zijn de woorden van Rudi Hemmes. Als jonge man maakte deze held met gevaar voor eigen leven een keuze voor de toekomst van ons land. En nu, 75 jaar later, is het nog altijd de toekomst die hem drijft. Dat is niet alleen inspirerend – het is een opdracht aan ons allen. Op u, leden van de Staten-Generaal, rust daarbij een speciale verantwoordelijkheid. U mag zich in uw werk gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.

Troonrede 18 september 2018


Leden van de Staten-Generaal,

In het parlementaire jaar dat voor ons ligt, start de herdenking van 75 jaar bevrijding. In het najaar van 1944 werd de bezetter uit grote delen van Zuid-Nederland verdreven. Boven de grote rivieren duurde het nog een lange Hongerwinter voordat ook daar het Wilhelmus weer klonk.

Op herdenkingsmomenten als deze realiseren we ons hoe sterk het land is dat sindsdien is opgebouwd. Sterk in termen van welvaart, ondernemerschap en bestaanszekerheid. Sterk door de democratische waarden die verankerd zijn in onze rechtsstaat: gelijkwaardigheid, tolerantie, vrijheid en rechtszekerheid. En Nederland is sterk door de beschikbaarheid van zorg, onderwijs en een dak boven het hoofd. Zo vertelt de naoorlogse geschiedenis een verhaal van vooruitgang en verbetering. Ondanks perioden van neergang is de richting omhoog en vooruit.

De regering wil dit sterke land nog beter maken. De economische voorwaarden zijn daarvoor aanwezig. In 2019 groeit de economie voor het zesde jaar op rij. Naar verwachting neemt het nationaal inkomen volgend jaar met 2,6 procent toe en bedraagt het overschot op de rijksbegroting 1 procent. Hierdoor wordt de staatsschuld lager en is Nederland beter voorbereid op toekomstige economische schokken. De werkloosheid daalt naar een historisch laag niveau van 3,5 procent.

Daarmee is dit het moment om opnieuw richting te kiezen. Om keuzes te maken die ruimte en zekerheid bieden in het hier en nu en voor volgende generaties. Meer mensen moeten concreet merken dat het goed gaat: thuis, op het werk en in de wijk. Mensen moeten ook weer voelen dat de politiek er voor iedereen is. Er leven vragen: kunnen wij en onze kinderen blijven rekenen op goede zorg, een betaalbaar huis, een baan, goed onderwijs, een veilige buurt, een schone leefomgeving en een goed pensioen? En er is de vraag die niet in een rekenmachine past: leven we in Nederland wel voldoende met elkaar en niet te veel naast elkaar? Een steeds beter land is niet vanzelfsprekend, maar vergt permanent onderhoud en vernieuwing. Vertrouwen in de toekomst is werk in uitvoering.

Bouwen aan een hechte samenleving gaat iedereen in ons land aan. Vooropgesteld: er gaat veel goed. Nederland is een land van vrijwilligers, kerken en verenigingen, dat samenkomt rond bijzondere sportprestaties en op nationale feestdagen. Waar het niet goed gaat, wil de regering actie ondernemen. Dat is niet in één programma of wet te regelen, want een hechte samenleving omvat alle beleidsterreinen en alle bestuurslagen.

De regering neemt initiatieven om eenzaamheid onder ouderen tegen te gaan en kwetsbare groepen meer vaste grond onder de voeten te geven. We mogen niet berusten in het feit dat meer dan de helft van de 75+’ers zegt zich eenzaam te voelen. We mogen ook niet accepteren dat mensen met problematische schulden, personen met verward gedrag en een groeiend aantal zwerfjongeren aan de rand van de samenleving komen te staan. Samen met provincies, gemeenten en lokale instanties wil het Rijk brede coalities vormen om mensen uit hun isolement te halen en een nieuwe kans te geven.

De regering investeert ook in historisch besef en culturele diversiteit. Erfgoed en cultuur laten ons zien waar we vandaan komen, houden ons een spiegel voor in het heden en zijn zo van grote betekenis voor de toekomst van ons land. Er komt in deze kabinetsperiode 325 miljoen euro extra beschikbaar voor erfgoed. Het budget voor cultuur stijgt met een bedrag dat oploopt naar 80 miljoen euro per jaar vanaf 2020. Daarmee komt er meer ruimte voor nieuw artistiek talent en wordt het mogelijk dat alle kinderen tijdens hun schooltijd een museum bezoeken.

Bouwen aan een hechte samenleving gaat uiteraard ook over integratie. In de voorstellen voor een nieuw inburgeringsstelsel kunnen en moeten statushouders direct aan het werk gaan en zo snel mogelijk goed Nederlands leren. Werk en taal zijn immers de kortste weg naar volwaardig meedoen in de samenleving.

Voor de kracht van de samenleving is het positief dat mensen volgend jaar meer te besteden krijgen, zowel de brede middengroep van mensen met een modaal inkomen als ouderen en uitkeringsgerechtigden. De lonen in ons land stijgen. Mensen vinden weer een baan, maken carrière of gaan meer uren werken. En door een modernisering van ons belastingstelsel gaat werken meer lonen. De belasting op consumptie gaat iets omhoog, waardoor ruimte ontstaat voor lagere lasten op arbeid. Per saldo houden huishoudens de komende jaren meer over.

De gunstige economie biedt ruimte om de sociaaleconomische structuur van ons land sterker en moderner te maken. Het wetsvoorstel Arbeidsmarkt in balans heeft als doel dat het voor werkgevers minder risicovol wordt mensen een vast contract aan te bieden. De regering wil daarnaast schijnzelfstandigheid tegengaan. Zzp’ers die bewust kiezen voor het ondernemerschap wordt niets in de weg gelegd. Omdat een moderne arbeidsmarkt rekening houdt met persoonlijke omstandigheden, wordt het geboorteverlof voor partners verlengd van twee dagen tot maximaal zes weken. Nog teveel mensen met een arbeidsbeperking staan ongewild langs de kant. De regering start een breed offensief om aan hen meer kans te geven op een volwaardige baan. Werken moet lonen, ook voor deze groep.

Het huidige pensioenstelsel maakt collectieve verwachtingen van mensen steeds minder waar. De stijgende levensverwachting, veranderingen op de arbeidsmarkt en de aanhoudend lage rente hebben kwetsbaarheden aan het licht gebracht. De regering wil samen met sociale partners werken aan een pensioenstelsel dat deze kwetsbaarheden niet kent en dat tegelijkertijd sterke elementen als de collectieve uitvoering en risicodeling handhaaft.

Nederland heeft van oudsher een goed vestigingsklimaat en dat moet zo blijven. Ook daarom blijven we de komende jaren investeren in onderwijs, innovatie en wetenschap, en een aantrekkelijke woonomgeving. Voor een inhaalslag in infrastructuur is in deze kabinetsperiode 2 miljard euro extra beschikbaar. Daarmee worden fileknelpunten aangepakt, de verkeersveiligheid verbeterd en het openbaar vervoer versterkt. Met fiscale maatregelen vergroten we de aantrekkingskracht van ons land voor grote en kleinere bedrijven. De vennootschapsbelasting wordt lager en de dividendbelasting wordt afgeschaft. We willen echte bedrijvigheid belonen en alleen bedrijven naar ons land halen die wat toevoegen aan onze economie. Belastingontwijking, zoals in het geval van brievenbusfirma’s, wordt daarom tegengegaan.

De gunstige economie biedt ook ruimte om te investeren in voorzieningen en vakmensen die de basis vormen onder een sterk land. Dat doen we met oog voor verpleegkundigen én hun patiënten en cliënten. Met verbeteringen voor leraren én leerlingen. Met aandacht voor meer agenten én veiligheid op straat. Met erkenning van de grote betekenis van het werk van onze militairen in binnen- en buitenland. En met waardering voor onze boeren, tuinders en vissers, die onder soms moeilijke omstandigheden zorgen voor ons voedsel.

Het kabinet komt met gerichte maatregelen om landbouw en natuur meer met elkaar te verbinden. Daarnaast komt er een fonds voor jonge boeren die het bedrijf van hun ouders willen overnemen.

In het vorige begrotingsjaar is al extra geld vrijgemaakt voor zorg aan ouderen, zodat zij kunnen vertrouwen op voldoende tijd, aandacht en goede zorg, thuis of in het verpleeghuis. Die trend zet door. Het extra bedrag voor de ouderenzorg loopt in deze kabinetsperiode op naar ongeveer 3 miljard euro per jaar. Ook onze kinderen en kleinkinderen hebben recht op goede en voor iedereen toegankelijke zorg. Daar moeten we nu aan werken, want de groep ouderen wordt groter en de ontwikkeling van nieuwe medische technieken en medicijnen staat niet stil. In de collectieve uitgaven gaat nu van elke euro al meer dan 25 cent naar de zorg. Daarom zijn met de ziekenhuizen, huisartsen, wijkverpleegkundigen en de ggz nieuwe akkoorden gesloten over de kwaliteit en een beheerste kostengroei.

Om beter te kunnen voldoen aan de grote vraag naar technisch personeel krijgen vmbo-scholen met een technisch profiel extra geld. Het kabinet investeert daarnaast fors extra in voor- en vroegschools onderwijs, zodat de jongste kinderen met het risico op een achterstand meer aandacht krijgen. Om het nijpende lerarentekort aan te pakken, is geld vrijgemaakt voor hogere salarissen in het primair onderwijs, verlaging van de werkdruk en halvering van het collegegeld in de eerste twee jaar van de lerarenopleiding. Het lerarentekort vraagt ook de komende jaren om actie en samenwerking van alle partijen in het onderwijs.

De bestrijding van grootschalige en georganiseerde criminaliteit vraagt meer aandacht. Nederland is een rechtsstaat waar criminelen niet de dienst uitmaken. We berusten dus niet in verloedering, in criminele afrekeningen en in drugscriminaliteit die in sommige delen van ons land industriële vormen aanneemt. Er komen ruim 1100 agenten bij, van wie het merendeel in de wijken gaat werken. Een groeiend probleem is de vermenging van onder- en bovenwereld. Met een speciaal fonds dringen we deze zogeheten ‘ondermijning’ terug. Daarnaast komt extra geld beschikbaar voor cybersecurity, omdat het nodig is de digitale infrastructuur van ons land te beveiligen.

Onze militairen hebben binnen en buiten de landsgrenzen een belangrijke taak om Nederland veilig te houden. Na jaren van bezuinigen zet de trendbreuk van hogere defensie-uitgaven in 2019 en daarna steviger door. Het gaat om een bedrag dat oploopt naar 1,5 miljard euro extra per jaar aan het einde van deze kabinetsperiode. Dat is een verhoging van de defensiebegroting met 17 procent. Met deze noodzakelijke investering kan de krijgsmacht haar grondwettelijke taak het Koninkrijk te beschermen beter uitvoeren.

Een groot probleem is de oververhitte woningmarkt. Vooral in de grote steden zijn betaalbare woningen schaars en komen starters er niet of nauwelijks tussen. Er is grote behoefte aan woningen met een huur van 700 tot 1000 euro per maand. De regering slaat de handen ineen met gemeenten, woningcorporaties en bouwers. Het gezamenlijke doel is de bestaande woningvoorraad beter te benutten, uitwassen op de huurmarkt tegen te gaan en een inhaalslag te maken in de bouw van nieuwe huizen. De ambitie is om per jaar gemiddeld 75.000 woningen te bouwen. Het spreekt vanzelf dat de problemen niet met één druk op de knop zijn op te lossen. Maar het is wel noodzakelijk het tij te keren.

Datzelfde geldt voor het klimaatbeleid. Net zoals deze generatie volgende generaties niet mag opzadelen met een onhoudbare staatsschuld, mogen we ook geen milieuschuld doorgeven. De realiteit is dat het klimaatbeleid raakt aan onze hele manier van wonen, werken en leven. Tegelijkertijd biedt een ambitieus klimaatbeleid kansen voor de innovatiekracht van Nederland. In de zomer presenteerden vertegenwoordigers van de industrie, energiesector, landbouw, natuurorganisaties en logistieke bedrijven een voorstel voor hoofdlijnen van een klimaatakkoord. Bij de uitwerking staat voorop dat de omslag naar schonere energiebronnen en productiemethoden voor iedereen in ons land haalbaar en betaalbaar moet zijn. Deze grote bocht kunnen we alleen met elkaar maken. Het parlementaire initiatief voor de klimaatwet laat zien dat dit mogelijk is.

De urgentie van de energietransitie is alleen maar groter geworden na het besluit om de gaswinning in Groningen zo snel mogelijk af te bouwen naar nul. Met dit besluit wil de regering recht doen aan de inwoners van het aardbevingsgebied. Natuurlijk zijn hiermee niet ineens alle problemen opgelost. Daarom zet de regering concrete vervolgstappen om de schade te vergoeden en de regionale economie te versterken.

Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen kunnen veel doelen alleen samen bereiken. De energietransitie, de veiligheid op straat, de zorg voor een vitaal en leefbaar platteland, maar ook de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling – het vraagt allemaal om bestuurlijke samenwerking. De rol van de medeoverheden wordt groter en belangrijker. De groei van het gemeente- en provinciefonds helpt hen alle taken goed te kunnen blijven uitvoeren.

Leden van de Staten-Generaal, de naoorlogse geschiedenis bewijst dat bouwen aan een sterk Nederland niet kan zonder de blik naar buiten te richten. In de inbedding van ons land in internationale structuren ligt de basis voor blijvende welvaart en veiligheid. Vanuit dit dragend principe is Nederland actief lid van de NAVO, de VN, de EU en organisaties als de Wereldhandelsorganisatie.

De multilaterale wereldorde die na de Tweede Wereldoorlog is opgebouwd staat onder druk. De bedreigingen voor de internationale rechtsorde en de vrije wereldhandel zijn legio, zowel in de ring rond Europa als verder weg. Het is een direct Nederlands belang om een bijdrage te leveren aan een stabiele internationale omgeving. De Nederlandse militairen, die zich daar onder de moeilijkste omstandigheden voor inzetten, hebben onze onvoorwaardelijke steun.

Tot 1 januari 2019 is het Koninkrijk der Nederlanden lid van de Veiligheidsraad. In die rol leggen we de nadruk onder andere op modernisering van de VN-organisatie en VN-missies en op meer aandacht voor het voorkomen van conflicten. De Nederlandse ontwikkelingssamenwerking wordt gedragen door de beproefde combinatie van hulp en handel. Er komt extra geld en aandacht voor hulp aan vluchtelingen, voor opvang in de regio, voor onderwijs in ontwikkelingslanden en voor ondersteuning bij het realiseren van klimaatdoelstellingen.

Het dichtstbij zijn onze partners in de Europese Unie, met wie we samen werken aan veiligheid, stabiliteit en welvaart voor alle inwoners van de lidstaten. Het lidmaatschap van de EU maakt ons land sterker in een wereld waarin machtsverhoudingen verschuiven en oude allianties niet meer vanzelfsprekend zijn. Het is een Nederlands belang dat Europa zich collectief sterk blijft maken voor vrije wereldhandel en tegen de dreiging van importtarieven en andere handelsbelemmeringen.

Voor de Europese Unie wordt 2019 een intensief jaar met een nieuwe Europese Commissie en een nog onvoorspelbare brexit. De Nederlandse regering blijft zich met een positieve agenda sterk maken voor een betere EU, die zich richt op kerntaken en afspraken nakomt. Gezamenlijk moeten we de interne markt verder verdiepen en de euro sterker maken. Samen staan we pal voor de rechtsstaat. En alleen samen kunnen we de onrust aan de buitengrenzen van Europa en het migratievraagstuk effectief aanpakken.

In Koninkrijksverband heeft de wederopbouw van Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba hoge prioriteit na twee vernietigende orkanen in 2017. De komende jaren wordt hiervoor ruim 600 miljoen euro vrijgemaakt. Met de regeringen van Curaçao en Aruba werkt Nederland aan concrete verbeteringen. Bijvoorbeeld door meer Nederlandse bedrijven te interesseren om op Curaçao te investeren en door de verbetering van de jeugdhulpverlening op Aruba te ondersteunen. De gezamenlijke kustwacht heeft een cruciale rol in het beheersen van migratiestromen en de rechtshandhaving. Op Bonaire, Sint Eustatius en Saba neemt de regering concrete maatregelen om de armoede terug te dringen. De werkgeverslasten in Caribisch Nederland worden met 5 procent verlaagd, waardoor het minimumloon en de uitkeringen met 5 procent kunnen stijgen. Daarnaast is 30 miljoen euro beschikbaar voor armoedebestrijding, infrastructuur en economische ontwikkeling. Zo blijven we samen vorm geven aan een Koninkrijk waarin we elkaar terzijde staan.

Leden van de Staten-Generaal,

Honderd jaar geleden vonden in Nederland de eerste verkiezingen plaats na de invoering van het algemeen mannenkiesrecht en het systeem van evenredige vertegenwoordiging. Traditionele stromingen verloren terrein. De scheidslijnen van de verzuiling tekenden zich scherper af dan daarvoor. En zowel ter linker- als ter rechterzijde dienden zich nieuwe, vaak kleine fracties aan. Het confessionele kabinet-Ruijs de Beerenbrouck dat in september 1918 aantrad, in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog, steunde op precies de helft van het aantal zetels in de Tweede Kamer. Desalniettemin wist het met de invoering van de achturige werkdag en het algemeen vrouwenkiesrecht wezenlijke verbeteringen door te voeren. Daarom vieren we in 2019 honderd jaar kiesrecht voor alle Nederlanders.

Ieder tijdsgewricht is uniek. Maar misschien mag één parallel met het heden wel getrokken worden. Het kabinet realiseert zich dat er bij de uitvoering van het regeerakkoord geen vanzelfsprekende grote meerderheden zijn. Er is wel de Nederlandse traditie dat we met elkaar een sterk land stap voor stap steeds beter maken. In die traditie wil de regering werken, samen met u en samen met iedereen in ons land.

In ons democratisch bestel rust daarbij een speciale verantwoordelijkheid op u, leden van de Staten-Generaal. U mag zich in uw werk gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.

Troonrede 19 september 2017

 Leden van de Staten-Generaal,

Op Prinsjesdag zijn alle ogen traditioneel gericht op Den Haag. Maar vandaag zijn ons hart en onze gedachten in de eerste plaats bij de inwoners van Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius, die zo zwaar getroffen zijn door de verwoestende kracht van orkaan Irma. Wij allen leven intens mee. Juist in deze moeilijke omstandigheden wordt de onderlinge verbondenheid in het Koninkrijk zichtbaar. Van vele kanten is er steun uitgesproken en wordt hulp geboden. De regering zal doen wat in haar vermogen ligt om de acute nood te lenigen. Het Caribisch deel van het Koninkrijk staat er bij de wederopbouw niet alleen voor.

Kijkend naar Nederland zien we aan het einde van deze kabinetsperiode veel positieve ontwikkelingen. Meer mensen hebben een baan. Meer mensen kopen een huis. Ondernemers investeren meer. En we zien na moeilijke jaren weer een bloeiende economie en een gezonde schatkist. Toch merkt niet iedereen de economische groei voldoende in het dagelijks leven. Het is daarom belangrijk dat meer mensen gaan profiteren van de economische voorspoed.

Daarnaast zien we dat er in de wereld om ons heen veel aan de hand is. Denk aan alle oorlogen en gewapende conflicten die de wereld teisteren, aan de dreiging van het terrorisme en aan migratie. Ook in de geopolitieke verhoudingen verandert er het nodige.

Dat Prinsjesdag dit jaar plaatsvindt in een tijd van kabinetsvorming betekent dat terughoudendheid geboden is bij het indienen van nieuwe voorstellen. Dat ontslaat de regering niet van de plicht te doen wat in het landsbelang is. Bijsturing is altijd nodig om in te kunnen spelen op actuele ontwikkelingen.

Mede dankzij de constructieve opstelling van veel partijen in de Staten-Generaal is het fundament onder Nederland de afgelopen jaren sterker geworden. Ons land staat er stukken beter voor dan bij de start van het kabinet in 2012. Dat is het resultaat van de internationaal aantrekkende conjunctuur, maar ook van het aanpassingsvermogen, het harde werken en de veerkracht van de Nederlandse bevolking.

Na jaren van tegenwind groeit de economie weer sinds 2014. Aan het begin van deze kabinetsperiode was er nog sprake van een krimp van 1 procent. Dit jaar en volgend jaar is de verwachte groei 3,3 en 2,5 procent. Veel relevante seinen staan op groen: de export, consumptie en bedrijfsinvesteringen groeien. Het overschot op de rijksbegroting loopt verder op.

Een baan hebben of werkloos zijn, maakt een groot verschil in het leven van mensen. Daarom is het zo positief dat steeds meer mensen betaald werk hebben. De werkloosheid daalt in hoog tempo tot naar verwachting 4,3 procent volgend jaar. Maar hoe goed alle cijfers en prognoses ook zijn, niet iedereen profiteert daarvan. Er zijn nog steeds mensen die moeite hebben om iedere maand de huur te betalen en rond te komen of die zich zorgen maken over hun baanzekerheid. De regering heeft ervoor gezorgd dat alle groepen, ook sociale minima en ouderen, in 2018 in ieder geval hun koopkracht behouden.

In een open en internationaal georiënteerde samenleving als de onze is het buitenland altijd een invloedrijke factor. De tendens van de laatste jaren is helaas dat de internationale instabiliteit toeneemt. Het is een trend die zich versterkt lijkt door te zetten en die de levens van mensen direct en indirect beïnvloedt.

De internationale verwevenheid van ons land is vaak verrijkend. Nederlanders gaan in grote aantallen in het buitenland op vakantie. We staan wereldwijd in contact via sociale media. En we verdienen een groot deel van ons geld over de grens.

Globalisering is een gegeven waarop we als land moeten inspelen. Veel Nederlanders plukken er de vruchten van. Maar dat geldt niet voor iedereen en niet op alle terreinen. Zo moeten mensen steeds vaker concurreren met werknemers uit andere landen, waarbij soms niet voor iedereen dezelfde spelregels gelden of worden gehanteerd.

Spanningen elders in de wereld monden vaak uit in oorlog en geweld. Dat geweld komt soms heel dichtbij. Het meest bedreigend zijn de terroristische aanslagen in landen om ons heen. Plekken die bijna iedereen kent, kunnen zomaar veranderen in plaatsen van angst, verdriet en menselijk leed: de Promenade des Anglais, Westminster Bridge, de Ramblas. Toch moeten wij ons niet door angst laten regeren. Het beste antwoord op terrorisme is dat we vasthouden aan onze manier van leven. De betrokken veiligheidsdiensten zijn zeer alert en doen er alles aan om aanslagen te voorkomen. Bestrijden van radicalisering vraagt zowel om preventieve als repressieve acties, van aandacht op scholen tot intrekken van het Nederlanderschap.

De kracht van onze manier van leven is dat ieder mens, ongeacht afkomst of overtuiging, in Nederland zichzelf kan zijn binnen de gedeelde waarden van de rechtsstaat. De regering investeert op tal van manieren in maatschappelijke samenhang, in integratie, in de naleving van wetten en in de versterking van onze gedeelde normen en waarden. Een verbonden samenleving is bovenal een gedeelde verantwoordelijkheid en een permanente opdracht waarin gezinnen, scholen, verenigingen, kortom wij allen, een eigen en belangrijke rol hebben.

Om onze nationale veiligheid en welvaart te waarborgen werkt Nederland samen in de Europese Unie, de NAVO, de Verenigde Naties en andere internationale verbanden. Alleen samen met anderen kunnen we immers de vele internationale opgaven het hoofd bieden. Daarom is de uittreding uit de Europese Unie van een natuurlijke bondgenoot als het Verenigd Koninkrijk een teleurstellende stap, waar we zorgvuldig mee om dienen te gaan. In Brussel blijft Nederland zich hard maken voor een Europese Unie die oplossingen biedt voor vraagstukken op terreinen als veiligheid, migratie en klimaat en energie.

Zo moeten de afspraken uit het klimaatakkoord van Parijs worden verankerd in een stevig Europees klimaat- en energiebeleid. Het tegengaan van klimaatverandering is per definitie een internationale opgave, waaraan ieder land moet bijdragen. In Nederland voeren we het Energieakkoord onverkort uit. Hierin staat de reductie van CO2-uitstoot centraal.

In 2018 is het Koninkrijk lid van de VN-Veiligheidsraad. Dit lidmaatschap onderstreept onze blijvende inzet voor stabiliteit wereldwijd, met alle middelen die ons ter beschikking staan: diplomatie, ontwikkelingssamenwerking en de inzet van militairen.

Het uitzenden van onze militairen is een grote verantwoordelijkheid die past in de internationale traditie waar Nederland voor staat en die in ons belang is. De Nederlandse mannen en vrouwen die zich, ook ver van huis, inzetten voor vrede en veiligheid, verdienen onze steun en ons grote respect. De Nederlandse militaire inzet blijft primair gericht op de bredere ring van instabiliteit rond Europa, omdat die Nederland en zijn bondgenoten het meest raakt. Onlangs heeft de regering u voorstellen gedaan om de lopende missies in Litouwen, Afghanistan en Mali, en de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS en de bestrijding van piraterij in 2018 voort te zetten.

Om enkele urgente knelpunten aan te kunnen pakken, gaat er extra geld naar veiligheid en terrorismebestrijding. De inlichtingendiensten worden in staat gesteld meer personeel te werven. De Koninklijke Marechaussee krijgt middelen om de grensbewaking te versterken, onder andere op de luchthaven Schiphol. Om de toenemende risico’s en dreigingen in de digitale wereld beter het hoofd te kunnen bieden, komt er extra geld om op te treden tegen cyberspionage, cybersabotage en cybercriminaliteit.

Veiligheid en stabiliteit vormen ook in het Caribisch deel van het Koninkrijk de basis voor groei en welvaart. Daarom komt er extra geld voor de kustwacht en worden de inspanningen om de grensoverschrijdende en ondermijnende criminaliteit tegen te gaan, voor vier jaar voortgezet. Goed onderwijs en armoedebestrijding zijn essentieel bij het werken aan structurele verbetering van de situatie in het Caribisch deel van het Koninkrijk. De regering biedt waar mogelijk praktische ondersteuning aan lokale initiatieven. De recente afspraken over armoedebestrijding met de nieuwe regering van Curaçao zijn hiervan een voorbeeld.

De regering voelt de blijvende en bijzondere verantwoordelijkheid om recht te doen aan de onschuldige slachtoffers van vlucht MH17. Op 17 juli jongstleden, exact drie jaar na het neerhalen van het vliegtuig, kwamen hun nabestaanden bijeen in het herinneringsbos in Vijfhuizen, waar 298 bomen herinneren aan de slachtoffers. Onlangs hebben alle betrokken landen besloten dat de volgende stap, de strafrechtelijke vervolging en berechting van de daders, zal plaatsvinden in Nederland. Vanaf 2018 is daarvoor geld gereserveerd.

Voor de verpleeghuiszorg is volgend jaar meer geld beschikbaar. Het doel is om meer liefdevolle zorg te kunnen bieden aan de meest kwetsbare ouderen ,door de inzet van meer personeel. Dit komt tegemoet aan een breed levende wens in de samenleving en in de Staten-Generaal. Om te voldoen aan de normen voor kwaliteit in verpleeghuizen, wordt in 2018 een eerste stap gezet met een budgetverhoging van 435 miljoen euro.

Goed onderwijs voor alle kinderen is belangrijk en leraren maken daarin het verschil. Daarvoor verdienen zij waardering. De regering investeert 270 miljoen euro in de verbetering van en nieuwe afspraken over de arbeidsvoorwaarden in het primair onderwijs.

De gaswinning in Groningen is in deze kabinetsperiode met meer dan de helft gereduceerd en per 1 oktober aanstaande wordt de productie verder teruggebracht. Maar er is meer nodig om recht te doen aan de getroffen Groningers. Een schadefonds en een nieuw schadeprotocol zijn in voorbereiding. De regering realiseert zich dat de grote zorgen van de mensen die wonen in het aardbevingsgebied in Groningen niet zomaar zijn weggenomen.

Leden van de Staten-Generaal,

Op Prinsjesdag kijken we naar de stand van zaken in ons land, om van daaruit het beleid verder vorm te geven. Het is altijd een momentopname en nooit een eindbeeld. Voor de regering ligt er een permanente opdracht om te werken aan groei en een beter leven voor iedereen die in ons land woont. Dat past ook bij onze geschiedenis, waarin we met elkaar telkens weer de weg omhoog hebben weten te vinden.

Op de drempel van de volgende kabinetsperiode start vandaag een nieuw parlementair jaar, waarin het programma van een volgend kabinet bepalend zal zijn voor uw werk. Nederland is een coalitieland. Door samenwerking is in de achter ons liggende periode veel bereikt en er is veel om op verder te bouwen. U hebt daarin als volksvertegenwoordigers een bijzondere verantwoordelijkheid. U mag zich gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.

 

Troonrede 20 september 2016

Leden van de Staten-Generaal,
Nederland heeft de laatste jaren weer vaste grond onder de voeten gekregen. De financieel-economische crisis ligt achter ons. Wij leven in een welvarend en aantrekkelijk land, ook in vergelijking met andere landen, en beschikken over goede voorzieningen, een goede infrastructuur en een sterke rechtsstaat. We hebben heel veel om trots op te zijn en op verder te bouwen.

Tegelijkertijd zijn in de maalstroom van alledag onrust en onbehagen kenmerken van deze tijd. Met alles wat er wereldwijd speelt, is het begrijpelijk dat we ons als samenleving zorgen maken en sterker gaan hechten aan het vertrouwde en bekende. De internationale dreiging van terrorisme, de instabiliteit aan de buitengrenzen van Europa, het vluchtelingenvraagstuk en de economische onzekerheden op de wereldmarkt zijn immers reële problemen met een grote impact op het dagelijks leven.

Het is echter niet voor het eerst in de geschiedenis van ons land dat we oplossingen moeten zoeken voor bedreigende en onvoorspelbare ontwikkelingen. Het is ook niet voor het laatst dat we die oplossingen gezamenlijk zullen vinden. De onlangs overleden oud-premier Piet de Jong, die de verstandige omgang met onrust en verandering bijna tot kunst wist te verheffen, sprak in zijn tijd regelmatig over de noodzaak van ‘bestendige vooruitgang’. Hij zei eens: ‘Het is een taak van de regering uit te kijken naar wat de toekomst moet worden en zo tijdig als mogelijk is aanpassingen tot stand te brengen die nodig zijn om de kansen te grijpen die de toekomst biedt.’

Deze kabinetsperiode is gestart vanuit de overtuiging dat gezonde overheidsfinanciën en een sterke economie het fundament vormen onder een goed en solidair sociaal stelsel, goede zorg en goed onderwijs en een hoge kwaliteit van andere publieke voorzieningen voor volgende generaties. Bij alle grote veranderingen die zich hebben voorgedaan, is de doelstelling van het regeringsbeleid onveranderd gebleven: zorgen voor een toekomst waarin vooruitgang, innovatie en economische groei samen kunnen blijven gaan met bescherming, solidariteit en omzien naar elkaar – in de beste tradities van ons land.

Enkele jaren geleden stonden deze verworvenheden onder druk. De economie kromp, het begrotingstekort was bijna 4 procent en het aantal mensen op zoek naar werk piekte op 700.000, ongeveer 8 procent van onze beroepsbevolking. Daarnaast waren de huizenprijzen fors gedaald, dreigde de AOW onbetaalbaar te worden en stegen de zorgkosten jaar op jaar veel sneller dan het nationaal inkomen.

Dat ons land er nu beduidend beter voor staat dan een aantal jaren geleden en weer meedoet in de kopgroep van Europa, is een collectieve prestatie. Politieke tegenstellingen werden overbrugd en verschillende maatschappelijke belangen zijn met elkaar verenigd. Nog niet eerder werden zoveel grote hervormingen tegelijk in gang gezet, vaak met steun van oppositiepartijen en maatschappelijke organisaties. Dat gebeurde in de zorg en het onderwijs, op de arbeidsmarkt en de woningmarkt, en in de AOW, de energiesector en de financiële sector. Daarbij is veel gevraagd van iedereen. Velen brachten financiële offers en er is een groot beroep gedaan op de bereidheid veranderingen te accepteren in het dagelijks leven. Zonder het doorzettingsvermogen, het harde werken en de ondernemerszin van de Nederlandse bevolking was het resultaat minder positief geweest.

Sinds enkele jaren groeit de Nederlandse economie weer bestendig. De verwachte groei voor 2017 komt, ondanks de brexit, uit op 1,7 procent. De woningmarkt is aangetrokken en de kostenstijgingen in de zorg zijn ingeperkt. Het begrotingstekort daalt volgend jaar naar 0,5 procent en ook de staatsschuld daalt snel richting 60 procent van ons nationaal inkomen.

Daarmee komt er weer ruimte om te bewegen. Bij minder mensen staat de hypotheek onder water, waardoor verhuizen gemakkelijker wordt. Huurders krijgen meer financiële ruimte door een verhoging van de huurtoeslag. Ondernemers die vertrouwen in de toekomst hebben, investeren eerder in werknemers en in de vernieuwing van hun bedrijf. En gezinnen krijgen meer te besteden.

Steeds meer mensen vinden weer werk. Na 2014 kwamen er in ons land meer dan 225.000 banen bij. Stap voor stap is de werkloosheid teruggedrongen naar 5,8 procent. Het is positief dat meer werkzoekenden boven de 45 jaar een baan vinden. Het aantal jongeren dat werk heeft, ligt op het hoogste niveau in zeven jaar tijd. De afspraken met werkgevers over meer banen voor mensen met een arbeidsbeperking worden voortvarend uitgevoerd. De arbeidsparticipatie groeit ook doordat steeds meer Nederlanders actief mee willen en kunnen doen op de arbeidsmarkt. Dit betekent wel dat het aantal werklozen minder snel terugloopt dan gehoopt. Daarom heeft de aanpak van de werkloosheid – in het bijzonder de langdurige werkloosheid – nog steeds hoge prioriteit.

Met de sociale partners heeft de regering een aantal gerichte maatregelen afgesproken. Zo worden de regels voor seizoenswerk versoepeld en krijgen werkloze 50-plussers intensievere ondersteuning bij het vinden van werk. Het minimumjeugdloon vanaf 21 jaar wordt in twee stappen afgeschaft, omdat jongeren ook een volwaardig loon verdienen. Werkgevers krijgen hiervoor compensatie om negatieve effecten voor de werkgelegenheid tegen te gaan.

De risico’s en onzekerheden voor onze open en internationaal georiënteerde economie komen vooral uit het buitenland. Lagere groeicijfers in grote opkomende markten als China en Brazilië hebben hun weerslag op ons. Er zijn door de aangekondigde brexit ook nieuwe onzekerheden in Europa, die Nederland rechtstreeks raken. Het Verenigd Koninkrijk is een belangrijke handelspartner en de brexit kost banen, ook in ons land. Het doel van de regering is dat de economische relaties sterk blijven.

Voor de open Nederlandse economie is samenwerking in Europa cruciaal. Nederland blijft zich in de Europese Unie richten op groei en banen. Een stabiele euro, een krachtige en slagvaardige bankenunie en een sterke en eerlijke interne Europese markt, met een gelijk loon voor hetzelfde werk op dezelfde plek, zijn direct in het belang van ons land.

Door de positieve financieel-economische ontwikkelingen ontstaat langzaam maar zeker weer ruimte voor groei van inkomens en voor gerichte investeringen in de toekomst. Het is verheugend dat de koopkracht dit jaar en komend jaar opnieuw groeit voor werkenden, ouderen en mensen met een uitkering. Zo zorgt de regering opnieuw voor een evenwichtige koopkrachtverdeling. De zorgtoeslag gaat omhoog. Met een impuls van 200 miljoen euro wordt voor jonge ouders de drempel verlaagd om gebruik te maken van de kinderopvang, waardoor het gemakkelijker wordt om werk en gezin te combineren. Het is belangrijk dat kinderen die dreigen op te groeien in armoede deel kunnen nemen aan schoolreisjes, lid kunnen worden van een sportclub en de mogelijkheid krijgen op muziekles te gaan. Daarvoor komt 100 miljoen euro beschikbaar. Voorgenomen bezuinigingen in de langdurige ouderen- en gehandicaptenzorg ter grootte van een half miljard euro worden geschrapt. In het onderwijs komt extra geld beschikbaar om gelijke kansen te bevorderen. De tegemoetkoming voor specifieke schoolkosten in het mbo, bijvoorbeeld voor werkkleding, gereedschap en software, gaat omhoog.

Grote investeringen in energietransitie, verduurzaming, bereikbaarheid en onderwijs zijn gewenst. Ook het midden- en kleinbedrijf moet financiering kunnen krijgen voor nieuwe groei. De regering komt met voorstellen om deze investeringen waar nodig beter te ondersteunen.
Investeren in de toekomst betekent ook problemen aanpakken zoals die zich voordoen in het aardbevingsgebied in de provincie Groningen. De gevolgen zijn ingrijpend en de regering wil samen met alle getroffen Groningers werken aan oplossingen. Door de gaswinning te halveren ten opzichte van 2012 en woningen en andere gebouwen te versterken, worden veiligheidsrisico’s beperkt.

De gevolgen van de klimaatverandering nopen tot forse investeringen en innovaties in duurzame energiebronnen, zoals wind, water en zonlicht. Afspraken over een betaalbare en schone energievoorziening zijn vastgelegd in het Energieakkoord. Deze ontwikkeling is niet alleen goed voor het milieu, maar levert ook banen op en kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven.

Vanwege de veiligheidssituatie, dichtbij en elders in de wereld, trekt de regering in 2017 opnieuw extra geld uit voor de krijgsmacht, de politie, de rechtspraak en het Openbaar Ministerie. Sinds 2014 is het defensiebudget stapsgewijs verhoogd, oplopend tot structureel 870 miljoen euro extra in 2020.

De criminaliteitscijfers in Nederland dalen gestaag en de regering blijft investeren in verbetering van de veiligheid. Met de begroting voor 2016 kwam voor veiligheid al een structureel bedrag van 250 miljoen euro extra beschikbaar. Vanaf 2017 komt daar structureel 450 miljoen euro bij. Hierdoor krijgen de mensen die zich iedere dag opnieuw inzetten voor onze veiligheid meer ruimte voor de uitvoering van hun taken: van de wijkagent tot speciale eenheden voor contraterrorisme, van de officier van justitie tot de gevangenisbewaarder.

In het achter ons liggende jaar werd de wereld opnieuw opgeschrikt door afschuwelijke jihadistische aanslagen, die onnoemelijk veel verdriet en menselijk leed veroorzaken. Onder andere Frankrijk, België, Duitsland en Turkije werden hard geraakt.

Wij mogen en zullen op geen enkele manier toestaan dat terroristen onze vrijheid, onze veiligheid en onze democratische waarden bedreigen. Het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme kent een mix van preventieve en repressieve maatregelen. Het kabinet wil de voedingsbodem voor radicalisering in Nederland wegnemen, onder andere door actief burgerschap op scholen te bevorderen. Uitreizen wordt moeilijker voor jihadgangers en hun uitkeringen worden stopgezet. Zij worden strafrechtelijk vervolgd en riskeren intrekking van het Nederlanderschap na een veroordeling.

Samenwerking in Europa bij de bestrijding van terrorisme is cruciaal. Binnen de Europese Unie werkt ons land intensief aan een betere informatie-uitwisseling tussen Europese inlichtingen- en opsporingsdiensten, gemeenschappelijke grensbewaking, de aanpak van financieringsstromen en verbetering van de cybersecurity.

Buiten Europa blijft Nederland met militaire, humanitaire en politieke middelen een bijdrage leveren aan de strijd tegen ISIS in de brandhaarden Syrië en Irak. Onze militairen en hulpverleners daar en elders op de wereld verrichten in moeilijke omstandigheden belangrijk werk ten dienste van internationale stabiliteit en mensen in verdrukking.

In nauwe samenwerking met de Caribische delen van het Koninkrijk heeft de regering succesvol campagne gevoerd voor het tijdelijke lidmaatschap van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Hervorming van de Verenigde Naties is voor de regering een belangrijk thema. Inhoudelijk ligt de prioriteit bij een geïntegreerde benadering van vrede, veiligheid en ontwikkeling, bij conflictpreventie en bij bescherming van burgers.

Oorlog en terreur drijven onschuldige mensen van huis en haard, een onzekere toekomst tegemoet. Tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie in de eerste helft van 2016 is veel in gang gezet om de vluchtelingenstroom uit Syrië en andere kwetsbare landen onder controle te brengen. Dat beleid steunt op drie pijlers: wegnemen van redenen om te vluchten door het verbeteren van leefomstandigheden en tegengaan van geweld ter plekke, opvang in de regio, en bestrijden van mensensmokkel via levensgevaarlijke routes over zee. Nederland helpt onder andere met 260 miljoen euro voor verbetering van de opvang in de regio.

In maart 2016 zijn met de Turkse regering afspraken gemaakt om de vluchtelingenstroom in te dammen en beter te reguleren. Het aantal mensen dat op een afschuwelijke manier verdrinkt bij geïmproviseerde overtochten tussen Turkije en Griekenland en het aantal asielzoekers dat naar Europa komt, is hierdoor substantieel gedaald. De verdere uitvoering van deze afspraken vraagt in de komende periode de nodige aandacht.
Nederland is een land dat iedereen die daarvoor in aanmerking komt, de kans biedt te integreren in onze samenleving en iedereen die hier woont, zich thuis te laten voelen. Aan asielzoekers die naar Nederland komen, wordt een fatsoenlijke, maar sobere opvang geboden. Vorig jaar is dat gelukt dankzij de inspanningen van gemeenten, hulpinstanties en veel vrijwilligers. Wie in Nederland een toekomst wil opbouwen, moet bereid zijn de taal te leren en een actieve bijdrage te leveren. We verwachten dat iedereen zich bewust en positief verbindt aan ons land en onze manier van leven. De verplichte participatieverklaring treedt in 2017 in werking. Participatie en integratie worden onder meer bevorderd door asielzoekers in de gelegenheid te stellen vrijwilligerswerk te doen.

Het past bij het karakter van Nederland dat in veel wijken en gemeenten allerlei particuliere initiatieven worden genomen om asielzoekers bij de samenleving te betrekken. Tegelijk is het logisch dat in de samenleving ongerustheid bestaat over de komst van grote groepen vluchtelingen. We vragen ons af of de verschillen in cultuur en normen en waarden niet te groot zijn en voorzieningen niet te zeer onder druk komen te staan.
In Nederland is lang gestreden voor een aantal democratische waarden, waaronder de scheiding van kerk en staat, de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst. In ons land zijn mannen en vrouwen gelijk voor de wet en maken we geen onderscheid naar ras, geloof of seksuele geaardheid. Iedereen die in ons land wil wonen, moet deze waarden respecteren en naleven. Van niemand wordt gevraagd de eigen herkomst of cultuur te verloochenen, maar aan grondwettelijk vastgelegde normen kan niet worden getornd en tegen intimidatie en geweld wordt hard opgetreden.

Leden van de Staten-Generaal,
Nederland is een sterk land in een instabiele wereld. In de laatste jaren zijn gezamenlijk resultaten bereikt die maken dat wij met vertrouwen vooruit mogen kijken. Het is niet verstandig om de problemen en internationale onzekerheden waarvoor Nederland zich gesteld ziet, te onderschatten. Maar de geschiedenis leert ons dat ‘bestendige vooruitgang’ mogelijk is door samen toe te werken naar oplossingen, in eigen land en met onze internationale partners.

Dit tekent ook uw werk in het parlementaire jaar dat vandaag begint. U mag zich gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.

Troonrede 15 september 2015

Leden van de Staten-Generaal,
Nederlanders zijn steeds in staat de bakens te verzetten als omstandigheden daarom vragen.

Tijdens de crisis van de afgelopen jaren hebben we die kracht opnieuw gezien. En met resultaat. De economie is weer aan het groeien. Dankzij de inzet en het doorzettingsvermogen van ondernemers, werknemers en veel anderen in de samenleving staat Nederland er in sociaal-economisch opzicht relatief goed voor. Het herstel wordt niet alleen gedragen door de export, maar ook door factoren als een groeiende consumptie, aantrekkende bedrijfsinvesteringen en een krachtig herstel in belangrijke sectoren als de bouw en de woningmarkt.

Voor het eerst in lange tijd komen de groeiprognoses weer boven de twee procent en ontwikkelen de overheidsfinanciën zich in de goede richting.
Bij al deze redenen om de toekomst positief en met vertrouwen tegemoet te zien, is er geen aanleiding om achterover te leunen. De werkloosheid is nog te hoog. Het aantal banen neemt weliswaar toe, maar te veel mensen kunnen nog geen werk vinden.
Met de voorgenomen veranderingen in het belastingstelsel wil de regering een impuls geven aan banengroei en de koopkracht van mensen. De loonkosten voor werknemers die het minimumloon of net iets meer verdienen, worden verlaagd. Daarmee wordt het financieel aantrekkelijker om bijvoorbeeld schoonmakers, onderwijsassistenten en caissières in dienst te nemen of te houden.

Een lagere inkomstenbelasting stimuleert de consumptie en daarmee de werkgelegenheid. Hierdoor, en door de beschikbare loonruimte in de private en publieke sector, wordt koopkrachtverbetering mogelijk voor alle werkenden. Voor gepensioneerden en mensen met een uitkering blijft de koopkracht op peil.

Het is belangrijk dat iedereen het herstel gaat voelen, zodat mensen weer met groeiend optimisme naar de toekomst durven kijken. Nederland is van oudsher een land met een evenwichtige inkomensverdeling en een grote, sterke middenklasse. Generaties groeiden op in de overtuiging dat zij zichzelf konden verbeteren door te ondernemen, te studeren, te werken en maatschappelijk actief te zijn.

Nu de economie aantrekt en er voorzichtig ruimte ontstaat voor herstel van koopkracht en werkgelegenheid, kan het vertrouwen terugkeren dat ook toekomstige generaties het beter krijgen.
De regering draagt daaraan bij door de kwaliteit en toegankelijkheid van voorzieningen zeker te stellen. In Nederland moeten mensen kunnen rekenen op goede zorg, hoogwaardig en toegankelijk onderwijs, adequate sociale voorzieningen en een solide pensioenstelsel. Samen met een goed functionerende woningmarkt en arbeidsmarkt stelt dit mensen in staat vorm te geven aan hun toekomst. De noodzakelijke hervormingen van de laatste jaren zijn hierop gericht. Ze zijn met breed politiek draagvlak tot stand gekomen en komen tegemoet aan de behoefte aan keuzevrijheid, zelfstandigheid en maatwerk.

Veel maatregelen zijn net ingegaan. De grote opgave is nu om ze goed en zorgvuldig uit te voeren, met aandacht voor onbedoelde en ongewenste gevolgen, zeker voor de meest kwetsbaren. De regering werkt daar de komende jaren intensief aan. Waar mensen in de knel komen, zijn aanpassingen nodig, zoals bij het persoonsgebonden budget.

Iedereen wil gezond en zelfstandig oud worden. Als dat op enig moment niet meer kan, willen mensen kunnen rekenen op goede ondersteuning en zorg, voor een waardige oude dag. Er komt structureel 210 miljoen euro beschikbaar om de zorg in de verpleeghuizen te verbeteren en ruimte te maken voor meer persoonlijke aandacht.

Dit najaar presenteert de regering een werkprogramma waarin zij de plannen voor het toekomstige pensioenstelsel verder uitwerkt. Het is belangrijk dat alle werkenden de mogelijkheid hebben een goed pensioen op te bouwen. Het stelsel kan transparanter, eenvoudiger en persoonlijker worden, met een juiste balans tussen keuzevrijheid en risicodeling.

Jonge ouders krijgen in een veeleisende periode van hun leven meer ruimte om werk en gezin te combineren. De kinderopvangtoeslag gaat omhoog. Er komen extra plekken voor peuteropvang die betaalbaar zijn voor alle ouders. Het bevallingsverlof voor vaders wordt verlengd.

Een belangrijk resultaat van het hervormingsbeleid is dat het hoger onderwijs er ongeveer 4000 docenten bij krijgt en nog enkele honderden onderzoekers met een onderwijstaak. Voor studenten betekent het fors meer persoonlijke aandacht, intensievere begeleiding en een betere entree op de arbeidsmarkt. Deze investering in onderwijskwaliteit wordt betaald uit geld dat vrijkomt door de invoering van het studievoorschot voor studenten.

In november 2015 presenteert de regering de Nationale Wetenschapsagenda, die wordt opgesteld in nauwe samenwerking met topwetenschappers en vooraanstaande ondernemers. Het doel is om de sterke punten van de Nederlandse wetenschap uit te bouwen en keuzes te maken die zorgen voor een herkenbaarder profiel van instellingen. Dit geeft niet alleen een impuls aan de internationale positie van onze universiteiten, maar ook aan de innovatie- en concurrentiekracht van onze industrie en andere kennisintensieve sectoren.

Al deze maatregelen, hervormingen en investeringen dragen bij aan verder economisch herstel en aan het behoud van de hoge kwaliteit van de Nederlandse samenleving.

Die kwaliteit heeft ook een immateriële kant. Mensen maken zich zorgen over onderwerpen als de verruwing in de samenleving en de onderlinge omgangsvormen. In Nederland gaan tolerantie en veel ruimte voor het individu traditioneel samen met een sterk ontwikkelde solidariteit en onderlinge betrokkenheid. Die gedeelde waarden vertegenwoordigen een groot maatschappelijk kapitaal. Ze zorgen ervoor dat alle inwoners van het Koninkrijk zich in vrijheid kunnen ontplooien, zich beschermd weten en zich thuis kunnen voelen.

Deze gekoesterde manier van leven staat ook centraal tijdens de gezamenlijke viering van 200 jaar Koninkrijk. Samen met de Caribische delen van het Koninkrijk blijft Nederland werken aan een goede toekomst.
De overheid heeft een voorbeeldfunctie bij het uitdragen van gedeelde waarden. De integriteit van het openbaar bestuur mag niet ter discussie staan.

De overheid stelt regels en handhaaft die om de openbare orde en veiligheid te bewaken. Waar onder- en bovenwereld vermengd raken, wordt dit aangepakt. Daarvoor komt extra geld beschikbaar.

Waarden zijn echter niet alleen een zaak van de overheid, maar ook van alle inwoners van ons land. Wie het eigen belang of de eigen overtuigingen boven alles stelt, beperkt de ruimte voor een ander en zet collectieve waarden en verworvenheden onder druk. Juist de normale en respectvolle omgang met elkaar vraagt om alertheid en een actieve houding van ieder van ons, zoals dat past in de lange Nederlandse traditie van verantwoordelijk burgerschap. Dit geldt zeker wanneer agenten, wegwerkers, ambulanceverpleegkundigen en anderen die met hart en ziel werken voor de publieke zaak, te maken krijgen met verbaal of fysiek geweld.

De dreiging van radicalisering en terroristische aanslagen in Europa zet de samenleving onder druk. Hierdoor komt niet alleen de veiligheid van mensen in het geding, het is ook een voedingsbodem voor onderling wantrouwen en een gevaar voor de sociale cohesie in ons land. We moeten voorkomen dat conflicten in het buitenland een polariserend effect hebben in onze samenleving. Het is cruciaal dat we ons tegen deze dreiging wapenen. Het kabinet reserveert daarom structureel extra geld om de operationele taak van de veiligheidsdiensten, het verzamelen en analyseren van informatie, en het preventiebeleid te versterken.

De dreiging van een terroristische aanslag is geen geïsoleerd probleem, maar een direct gevolg van de opkomst van jihadistische stromingen in Syrië, Irak en andere landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Daarnaast is de instabiliteit in de ring rond Europa in het afgelopen jaar verder toegenomen door de Russische annexatie van de Krim en het conflict in Oost-Oekraïne. Ook andere brandhaarden bedreigen de internationale rechtsorde, bijvoorbeeld in Mali, Jemen en Afghanistan. Al deze ontwikkelingen raken direct en indirect aan onze veiligheid en vrijheid.

Het meest prangend is de situatie van de grote aantallen mensen die in vaak onveilige en overvolle boten en op andere manieren naar Europa gaan om hier asiel te vragen. De schrijnende beelden van mensen op drift die dagelijks tot ons komen vanuit onder meer Kos en Calais, leggen een scala aan problemen en persoonlijk leed bloot, waarvoor geen gemakkelijke en snelle oplossingen bestaan. Deze problemen zijn ontstaan door militaire conflicten, politieke instabiliteit, schendingen van mensenrechten, armoede en gebrek aan kansen en toekomst.
De vluchtelingenstroom groeit en duldt geen afwachtende houding.

De huidige situatie creëert spanningen in Europa. Dit vraagt om scherpe keuzes voor beperking van de instroom en een betere verdeling over de lidstaten. Er is een integrale aanpak nodig die rekening houdt met alle relevante factoren. Het gaat dan onder meer om internationale conflictbeheersing, opvang in de regio, het tegengaan van mensensmokkel, een strenge maar rechtvaardige asielprocedure in elk land, een effectief terugkeerbeleid en perspectief op integratie voor mensen die niet kunnen terugkeren naar het land van herkomst. Alleen zo kan recht worden gedaan aan het humanitaire aspect en aan het maatschappelijk draagvlak in Nederland en andere Europese landen.

De regering kiest in het buitenlands beleid met overtuiging voor internationale samenwerking en een geïntegreerde aanpak, onder andere in EU-, NAVO- en VN-verband. Militaire en juridische acties moeten samengaan met samenlevingsopbouw, versterking van de rechtsstaat, diplomatie in de regio, noodhulp en handelsbevordering.
Voor de NAVO geldt dat de lidstaten ervoor willen zorgen dat het bondgenootschap sneller in staat is op dreigingen vanuit iedere windrichting te reageren. Daarvoor zijn aanpassingen nodig; in de politieke besluitvorming en in militair opzicht. De regering stelt vanaf 2016 structureel extra geld beschikbaar voor de krijgsmacht, van 220 miljoen euro volgend jaar tot 345 miljoen in latere jaren. Dit geld wordt onder meer besteed aan verdere verbetering van de operationele inzetbaarheid. Daarnaast komt er structureel extra geld beschikbaar voor de Nederlandse deelname aan militaire missies. De manier waarop Nederlandse militairen zich inzetten voor vrede en veiligheid, maakt indruk en wekt bewondering.

Veiligheid en migratie zijn twee internationale hoofdthema’s die ook het Nederlandse EU-voorzitterschap in de eerste helft van 2016 zullen tekenen. Als voorzitter wil Nederland een pragmatische bruggenbouwer zijn. Alleen samen zijn we in staat onze collectieve veiligheid te garanderen, onze gedeelde waarden te beschermen en het welzijn en de welvaart van de inwoners van Europa het best te dienen. Voor ons land zijn economische groei en zoveel mogelijk nieuwe en volwaardige banen belangrijke aandachtspunten. Daarvoor is een innovatief Europa nodig met een goed functionerende interne markt en open handelsrelaties met de rest van de wereld. Andere onderwerpen die tijdens het voorzitterschap aandacht zullen vragen, zijn de positie van Griekenland en het Britse referendum over het lidmaatschap van de EU. Het uitgangspunt van de regering blijft een Europa dat beter functioneert en zich richt op hoofdzaken.

Een belangrijk podium waarop de EU zich als eenheid moet presenteren, is de VN-klimaattop in Parijs in december 2015. Samen met de andere EU-lidstaten is de Nederlandse inzet gericht op een aanzienlijke vermindering van de uitstoot van schadelijke stoffen ten opzichte van het niveau van 1990. Nederlandse multinationals hebben nu al een internationale voorbeeldfunctie op het terrein van duurzame bedrijfsvoering, kennis en kunde. De regering stelt bedrijven in staat fiscaal aantrekkelijker te investeren in milieuvriendelijke technieken.

Tegengaan van klimaatverandering en verduurzaming van de economie zijn grote, overkoepelende thema’s.

De gevolgen voor toekomstige generaties zijn heel direct en concreet. Dat geldt zeker voor ons land, dat voor een groot deel onder de zeespiegel ligt.Waterveiligheid heeft daarom hoge prioriteit. Op veel locaties wordt de komende jaren gewerkt aan versterking van dijken en duingebieden. Dat gebeurt vaak op de meest innovatieve manieren. Zo worden bij de vernieuwing van de Afsluitdijk veiligheid, natuurontwikkeling en energieopwekking gecombineerd. Projecten als deze verstevigen de goede internationale reputatie en positie van onze watersector en leveren een bijdrage aan onze toekomstige energievoorziening.

Eerder dit jaar is besloten minder gas te winnen in Groningen vanwege de aardbevingen. De Nationaal Coördinator Groningen stelt samen met de inwoners van het gebied een plan op voor de versterking van woningen. De verminderde beschikbaarheid van gas maakt de afspraken uit het Energieakkoord over de ontwikkeling van nieuwe vormen van energie extra belangrijk. In december 2015 brengt het kabinet een rapport uit met een strategische visie op de energievoorziening in Nederland.

Leden van de Staten-Generaal,
Nederland is een stabiel en aantrekkelijk land om in te leven. Ervoor zorgen dat dit zo blijft, vraagt om ieders inzet en om blijvend investeren in de samenleving. In een instabiele internationale omgeving en een samenleving in verandering dienen zich continu nieuwe vraagstukken aan.

De komende periode staat voor de regering in het teken van bijdragen aan internationale stabiliteit en werken aan verder economisch herstel, aan groei van de werkgelegenheid en aan een goede uitvoering van de ingezette hervormingen. Zo blijft Nederland een land dat iedereen kansen en vertrouwen in de toekomst biedt.

Daaraan werkt de regering samen met u.

U mag zich gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.