Leden der Staten-Generaal,
Te midden van U, Leden der Staten-Generaal, kan Ik den toestand des Lands, al stemt veel tot erkentelijkheid, niet onverdeeld gunstig heeten.
De economische crisis, die zich over de geheele wereld doet gevoelen, heeft ook zoowel in het Rijk in Europa als in de overzeesche gewesten tot ernstige gevolgen voor het bedrijfsleven geleid. Hier te lande maken in het bijzonder verschillende takken van onzen land- en tuinbouw moeilijke tijden door. Groote krachtsinspanning en wijs beleid zullen met Gods hulp moeten voeren naar betere tijden.
Onder de voorzieningen, welke zullen moeten worden getroffen om de moeilijkheden te overwinnen, treedt de hervorming van de economische voorlichting op den voorgrond. Daar echter de crisis de geheele menschheid drukt, is zelfs van de best voorbereide en ten uitvoer gelegde maatregelen weinig vrucht te verwachten, indien zij niet door oprechte intemationale samenwerking in hun kracht worden versterkt. Ook met het oog hierop blijft Mijn voortdurende aandacht gericht op het bevorderen van betere internationale verhoudingen. De zeer vriendschappelijke aard van betrekkingen, die wij met andere Mogendheden onderhouden, vormt voor dit streven den onmisbaren grondslag.
Een donkere schaduw wordt door de ingetreden crisis geworpen over den toestand van ’s Rijks financiën. Niet alleen zal het gunstig verloop van de opbrengst der middelen, zooals dit in de laatste jaren werd gezien, een einde nemen, maar ook van een normale stijging der middelen zal eerlang geen sprake meer kunnen zijn. Anderzijds zullen de natuurlijke oorzaken, welke tot een normale stijging der uitgaven leiden, haar werking onverzwakt blijven behouden. Naast voortgezette versobering van ’s Rijks dienst door reorganisatie, zal daarom buitengewone beperking in het nemen van maatregelen, welke offers van ’s Rijks schatkist vergen, in de naaste toekomst plicht zijn.
In Nederlandsch-Indië openbaren de gevolgen van de crisis zich reeds in een sterke daling van de opbrengst der landsmiddelen. De uiterste zorg zal vereischt zijn om het evenwicht in de Indische begrooting te bewaren zonder de grondslagen van welvaart en volksontwikkeling aan te tasten.
Verschillende ontwerpen van wet zullen bij U aanhangig worden gemaakt.
Naast andere ontwerpen van justitieelen aard zal U een voorstel van wet betreffende de rechtsverhoudingen ten aanzien van handelsagenten en handelsreizigers worden aangeboden.
Een voorstel tot wijziging van het reeds eerder ingediend ontwerp van een cursuswet zal U spoedig bereiken.
Een ontwerp van wet tot herziening van de Lager Onderwijswet 1920, zal, naar Ik vertrouw, nog in dit zittingsjaar bij U worden ingediend.
Een wetsontwerp betreffende de rechtspositie der militairen kan spoedig worden tegemoet gezien.
Blijvende aandacht wordt geschonken aan de spoedige totstandkoming van verbeteringen in de wegen te land en te water en thans in het bijzonder aan den bouw van vaste bruggen over onze groote rivieren.
Een wetsontwerp inzake de bedrijfsraden nadert zijn voltooiing. Tegelijk daarmede zal worden ingediend een in ontwerp gereed zijnd voorstel betreffende de publiekrechtelijke regeling van de collectieve arbeidsovereenkomsten. Voorts zijn ontwerpen voor een nieuwe Veiligheidswet en voor een wijziging van de Stuwadoorswet voorbereid.
De ontwikkeling van de staatkundige verhoudingen in Nederlandsch-Indië vordert bij voortduring aandacht.
De invoering van de bestuurshervorming heeft over geheel Java en Madoera haar beslag gekregen. De geleidelijke doorvoering van die hervorming in de buitengewesten is in voorbereiding.
Het overleg omtrent wetgevende maatregelen om principieele beperking te brengen in het stelsel van arbeidsovereenkomsten onder strafbedreiging is zoover gevorderd, dat een desbetreffende ontwerp-ordonnantie eerlang in Indië in openbare behandeling zal kunnen komen.
De economische toestand van Suriname, welke ook den terugslag ondervindt van de daling der marktprijzen van de voornaamste landbouwvoortbrengselen van het gewest, blijft gedrukt. Die van Curaçao geeft reden tot voldoening.
Met den wensch, dat God Zijn zegen aan Uwen arbeid moge schenken, verklaar Ik de gewone zitting der Staten-Generaal geopend.