Mijne Heeren,
De Koningin-Weduwe, Regentes van het Koninkrijk, heeft ons opgedragen deze zitting van de Staten-Generaal in naam der Koningin te openen.
De uitslag der jongste verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal, raadzaam geoordeeld om tot eene bevredigende regeling van het kiesrecht te komen, heeft het vorig Kabinet aanleiding gegeven tot het verzoek van zijne taak ontheven te mogen worden en het Ministerie dat in zijne plaats met de leiding van ’s lands zaken werd belast, ziet zich daartoe geroepen als gevolg van buitengewone verkiezingen, met het oog op een bepaald staatkundig vraagstuk uitgeschreven.,
Bij de bepaling der taak die het nieuw opgetreden Bewind zal hebben te vervullen, staat regeling van het kiesrecht op den voorgrond.
Die regeling zal, wil zij aan rechtmatige wenschen voldoen, op breeder grondslag moeten worden gebouwd, en behoort, naar het oordeel der Regeering, voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Provinciale Staten en de Gemeenteraden gelijktijdig te geschieden.
Eene herziening der wet op de personeele belasting, reeds lang in uitzicht gesteld, is te méér noodig geworden na de invoering van de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten.
Eene nadere regeling van de verhouding tusschen de Rijks- en gemeentefinanciën, gepaard met wijziging der bepalingen omtrent belastingheffing door de gemeenten, is mede te beschouwen als een dringende eisch des tijds, waaraan zal moeten worden voldaan.
Aan deze hoogst gewichtige, ofschoon beperkte, taak wenscht de Regeering in het bijzonder hare krachten te wijden; andere ontwerpen van wetgeving zullen mede naarmate ’s lands belang dit vordert, worden voorbereid en ingediend; waarbij echter rekening zal worden gehouden met de noodzakelijkheid dat daardoor, hetgeen in de eerste plaats moet worden afgedaan, niet worde vertraagd.
Moge, onder Gods zegen, onze gemeenschappelijke arbeid strekken tot heil van het Vaderland!
Door de Koningin-Weduwe, Regentes van het Koninkrijk, daartoe gemachtigd, verklaren wij deze zitting der Staten-Generaal in naam der Koningin te zijn geopend.