Abdicatierede 29 april 1980

Toespraak van Hare Majesteit Koningin Juliana ter gelegenheid

van haar Abdicatie in het Koninklijk Paleis op de Dam te

Amsterdam op 30 april 1980.

Ik heet U allen welkom, zeer geachte aanwezigen, lieve familie en bovenal onze dochter Beatrix.

Ik treed af, en zij treedt aan. Zij neemt mijn taak, het Koningschap, over, een taak, die ik noem: mooi, en zwaar. Zij is daartoe bereid, zij is daartoe ook uitnemend voorbereid. Het is beter voor het Koninkrijk en voor ons allen, Nederlanders, dat een frisse, nieuwe kracht mijn plaats gaat innemen. Ik ben blij met mijn opvolgster. Zij zal het goed doen. Dat zij deze overdracht ook innerlijk aanvaardt, stemt mij diep dankbaar jegens haar.

Binnen het kader van haar grondwettelijke mogelijkheden zal Koningin Beatrix haar eigen stijl ontplooien. Zij zal daarenboven veel moeten, en ook kunnen, opbrengen op de haar aangewezen plaats.

Zij begint evenwel haar regeringsperiode in een heel moeilijk tijdsgewricht. Om de naaste en de verdere toekomst tegemoet te zien kost iedereen, daartoe geroepen, moed en veel verbeeldingskracht, vooral door de beperktheid van onze mogelijkheden in de internationale samenleving. De problemen en de zorgen zijn groot. De komende jaren lijken van beslissend belang te worden voor de mensheid.

God zegene onze dochter op haar verdere levenspad.

Bewust hebben wij, haar ouders, haar een naam gegeven, die een wens inhoudt, en die betekent: “Zij, die gelukkig maakt”. Moge deze wens ruim bewaarheid worden, dan zal zij daardoor ook zelf geluk ervaren.

Bij al mijn goede wensen voor haarzelf en haar taakvervulling zeg ik haar nu:

begin er aan.

Mag ik nu de Directeur van het Kabinet verzoeken de acte van abdicatie voor te lezen.

29 april 1980

Doe mee met de conversatie

1 reactie

  1. hij werd geconstrueerd op 29/4.
    Inderdaad voorgelezen op 30/4.
    vr.gr.
    Casper.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *