Troonrede van 21 september 1874

Mijne Heeren!

Met groote erkentelijkheid en welgevallen mag Ik, bij de opening van deze zitting, gewagen van de even algemeene als hartelijke feestvreugde, waarmede de 25 jarige gedenkdag van Mijne plegtige aanvaarding der regering, in ons geheele Vaderland en in onze Kolonien en Overzeesche bezittingen, is herdacht.

De zedelijke en stoffelijke belangen van het zoo naauw aan Mij en Mijn Stamhuis verbonden Nederlandsche Volk blijven het voorwerp Mijner gestadige zorgen.

Ik verheug Mij bij voortduring in onze zeer vriendschappelijke verhouding met alle Mogendheden.

De gezondheidstoestand is over het algemeen gunstig.

De uitzigten op een gezegenden oogst werden tot dusver niet beschaamd. Mag Ik op nieuw met lof gewagen van de pligtsbetrachting van zee- en landmagt, in het bijzonder hebben de zeemagt en het leger in Indie, bij de krijgsbedrijven op Sumatra, uitstekende diensten bewezen, en blijven zich aanspraak verwerven op Mijne hooge tevredenheid.

Dank zij de vrij algemeene welvaart, klom de opbrengst van bijna alle middelen van inkomsten, en mag de financiele toestand gunstig heeten.

Wel worden voor de meeste takken der openbare dienst telkens meer uitgaven vereischt, en zal voor de verdediging en de middelen van gemeenschap in de eerstvolgende jaren veel worden gevorderd, maar Ik vlei Mij, dat voor alsnog zonder buitengewone middelen in de behoeften zal kunnen worden voorzien.

Voor het vervolg blijft echter Mijne aandacht gevestigd op de verbetering der inkomsten.

De regeling van ’s Rijks Comptabiliteit zal bij U in overweging worden gebragt.

Voorstellen tot gedeeltelijke herziening en tot aanvulling van de Wetboeken en de Wet op de Regterlijke Organisatie, zullen U worden aangeboden. Inmiddels nadert de werkzaamheid tot voorbereiding van een Nederlandsch Strafwetboek hare voltooijing.

Het onderwijs gaat Mij steeds zeer ter harte; allereerst zal Uwe medewerking worden ingeroepen om de Wet op het Hooger Onderwijs tot stand te brengen; terwijl ook met ernst wordt overwogen, welke wijziging de wettelijke regelen omtrent andere takken van onderwijs behoeven.

Eene verbetering der Wet op de Nationale Militie is in behandeling.

Van groote openbare werken moet de voltooijing worden verzekerd; van andere de aanleg voorbereid.

Het zal Mij verheugen, indien vóór het einde dezer zitting de eerste beslissende stappen gedaan zijn tot aanwinst van grondgebied ten koste van een deel der Zuiderzee.

De berigten uit Atjeh doen Mij verwachten, dat door beleid en volharding de tegenstand tegen het Nederlandsch gezag zal worden overwonnen. De toestand in den Indischen Archipel is overigens bevredigend.

De cultures beloven eene goede opbrengst.

Het is Mijne bedoeling U spoedig een voorstel te doen ten aanzien van nieuwe Spoorwegen op Java.

In West-Indie zijn teekenen van vooruitgang waar te nemen; de financiele verhouding van die Kolonien tot het Moederland wordt gunstiger. Vele en gewigtige werkzaamheden wachten U in deze zitting.

Moge Gods zegen op Uwen arbeid rusten, en het welzijn des Vaderlands ons hoogste doel blijven.

Ik verklaar de gewone zitting der Staten-Generaal geopend.

Gepubliceerd door redactie

De redactie van Troonredes.nl is géén onderdeel van de RIjksvoorlichtingsdienst, Dienst Koninklijk Huis of anderszins een officieel kanaal van de Rijksoverheid. Deze website wordt onderhouden door vrijwilligers. De website is vrij van advertenties en bezoekersstatistieken worden lokaal verwerkt -dus niet via een derde partij. Er is geen commercieel belang bij deze website en er worden ook geen rechten aan de troonredes voorbehouden.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *