Troonrede van 7 oktober 1850

Mijne Heeren!

Ik heb gewild, dat reeds deze vergadering der Staten-Generaal geheel en al het uitvloeisel zoude zijn van de regten, welke de onlangs gevestigde instellingen aan het Nederlandsche Volk verzekeren. Het is Mij aangenaam, Mij van zijne nieuw gekozen Vertegenwoordigers omringd te zien. Onze betrekkingen met alle mogendheden blijven steeds van goede verstandhouding getuigen.

In de moeielijkheden, welke in Duitschland zijn ontstaan, volgen Wij, met opzigt tot Limburg, den weg, dien de tractaten en het belang van Nederland aanwijzen.

De buitenlandsche handel gaat vooruit. De jongste veranderingen onzer scheepvaartwetgeving zullen, Wij mogen er Ons mede vleijen, niet alleen eigene kracht, maar ook de banden van welwillendheid en vruchtbare gemeenschap met andere volken versterken.

De republiek van Venezuela heeft hare handels- en scheepvaarttractaten met Nederland, overeenkomstig hare tegenwoordige handels-politiek, opgezegd. De Regering tracht de nadeelen te keeren, welke uit dezen maatregel voor onzen handel zouden kunnen voortvloeijen. Intusschen is aan de bezwaren en vorderingen voldaan, welke van deze zijde bij die republiek uit anderen hoofde waren ingebragt.

De zee- en landmagt kwijten zich loffelijk van haren pligt.

De wetten op de bevordering, het ontslag en het op pensioen stellen der militaire officieren zullen weldra aan Uwe beraadslaging worden onderworpen.

Doelmatige vereenvoudiging van het beheer en de inrigtingen der Marine zal de middelen doen vinden, om, zonder benadeeling van het materieel, reeds in het volgende jaar de actieve zeemagt te vermeerderen.

Tot de vorming van een deugdelijk verdedigingsstelsel, sedert lang het voorwerp Mijner zorg, zijn voorbereidende maatregelen genomen, die een goeden uitslag beloven.

De toestand der kolonien en bezittingen van het Rijk in andere werelddeelen is over het algemeen bevredigend.

De koloniale geldmiddelen zullen, naar Ik hoop, in staat zijn tot eene hoogere bijdrage ten behoeve van het Moederland, dan waarop was gerekend.

In den loop dezer zitting zullen de wetsontwerpen tot regeling der koloniale belangen, overeenkomstig de Grondwet, worden aangeboden. Onze huishoudelijke toestand geeft reden tot tevredenheid en moed. Ten gevolge van den gezegenden oogst des vorigen jaars daalden de prijzen van vele der eerste levensbehoeften, hetgeen grootelijks tot verllgting der armoede heeft gestrekt.

Sommige oorden des Rijks hebben door de stormen en hoogen watervloed van den laatsten Winter zwaar geleden. Doch deze ramp, die andere eveneens bedreigde streken, dank zij der Voorzienigheid, heeft gespaard, deed de nationale weldadigheld in het schoonste licht uitkomen. Hare hulp, door Mij ingeroepen, kwam te gemoet waar tegemoetkoming noodig was, zoodat het verlies van hen, die zich zelven niet konden helpen, zooveel mogelijk is vergoed.

Zoo de oogst van dit jaar, volgens de voorloopige berigten, middelmatig is, wij mogen andere, meer duurzame, verschijnselen niet uit het oog laten.

De ontginning van gronden staat niet stil; over het algemeen gaat de landbouw in vermogen en kennis vooruit; ook de ambachts- en fabrieknijverheid vertoont ontwikkeling; onderscheidene takken staan gunstig; de middelen van vervoer te lande en te water breiden zich gestadig uit, en ondersteunen de toenemende levendigheid van het binnenlandsch verkeer. lk ben ernstig bedacht op bevordering onzer gemeenschap met naburige landen, door toepassing der inrigtingen en krachten, welke de hedendaagsche kunst aan de hand geeft. Ik wensch daartoe, nog in den loop dezer zitting, Uwe medewerking te vragen.

De staat onzer rivieren vordert voorziening en afdoende verbetering. Bij de voor te dragen rijks-begrooting wordt deze aangelegenheid in Uwe zorg bijzonder aanbevolen.

De wetten op het gemeente- en armbestuur, en de onteigening ten algemeenen nutte, zijn ontworpen. Deze ontwerpen, benevens die op het regt van vereeniging en vergadering, op de verantwoordelijkheid der Ministers, en op de nieuwe regterlijke inrigting, zullen U weldra worden voorgelegd. De nieuwe Provinciale Vertegenwoordiging, in alle gewesten zamengekomen, heeft de belangrijke taak, haar toevertrouwd, met ijver aanvaard. De gesteldheid der geldmiddelen is voldoende.

Genoegzaam alle bronnen van ’s Rijks inkomsten beantwoorden ruim aan de verwachting.

Deze omstandigheid, gepaard met de uitkomsten van een spaarzaam beheer, opent het uitzigt, dat, zonder onvoorziene voorvallen, het slot van de loopende dienst méér dan toereikend zal zijn om het nog overgebleven deel van het tekort van een vroeger dienstjaar te dekken.

Er zullen U wetten worden voorgesteld, zoo tot verbetering van het belastingstelsel, als ter uitvoering van artikelen 122 en 176 der Grondwet.

De behandeling van al deze veelomvattende en gewigtige onderwerpen zal, vertrouw Ik, worden geleid door dien geest van gemeen overleg, welke ons, met Hooger bijstand, in staat moet stellen om hetgeen het Vaderland van ons wacht te volbrengen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *