Troonrede van 21 oktober 1839

Edel Mogende Heeren!

Bij de opening Uwer tegenwoordige zitting kan Ik weder de verzekering geven, dat Mijne betrekkingen met de vreemde Mogendheden bij voortduring door onderlinge gevoelens van vriendschap en welwillende belangstelling worden gekenmerkt.

Het tractaat van handel en scheepvaart met de Vereenigde Staten van Amerika, en dat van handel met de Staten van het Duitsch Tolverbond, in den aanvang van dit jaar door Mij gesloten, verschaffen nieuwe waarborgen voor de uitbreiding van den bloei van Nederland.

Van Mijne zijde worden alle pogingen aangewend, om de geheele uitvoering van het tractaat met Belgie te verzekeren en te bespoedigen. De voorstellen, welke lk aan het Duitsche Bondgenootschap heb gedaan, nopens eene vergoeding in grondgebied voor het afgestane gedeelte van het Groothertogdom Luxemburg, zijn bereids aangenomen. Mijn Minister van Buitenlandsche Zaken zal aan U Edel Mogenden opening geven van de wijze, waarop dat onderwerp is geregeld geworden.

Hierdoor is het tijdstip geboren, om over te gaan tot de wijzigingen der Grondwet, die door de scheiding van Nederland en Belgie noodzakelijk zijn geworden. Eene voordragt tot dat einde zal aan U Edel Mogenden worden aangeboden.

Ten gevolge van het tractaat met Belgie zijn er maatregelen genomen, om de krijgsmagt zoo veel mogelijk op den voet van vrede terug te brengen. Met dat oogmerk zijn de vrijwillige korpsen en de overige vrijwilligers der zee- en landmagt voor hunne bewezene diensten bedankt, en de mobiele schutterijen ontbonden, werd het leger te velde opgeheven, en is ontslag verleend aan de manschappen van die ligtingen der nationale militie, welke hunnen vijfjarigen diensttijd hadden volbragt. In het aanstaande voorjaar zal dit met de ligting van 1835 mede het geval zijn.

Aan een groot gedeelte der lotelingen van latere ligtingen is het gewoon verlof toegestaan.

Door een en ander nadert men het standpunt, waarop de nationale militie zich in gewone tijden moet bevinden, en zal het niet meer noodig zijn in de volgende ligting door eene bijzondere wet te voorzien.

Ik kan van deze maatregelen niet gewagen zonder U Edel Mogenden te

doen deelen in het gevoel van goedkeuring en erkentenis, hetwelk Mij bezielt, wanneer lk terugzie op de eervolle wijze, waarop de Nederlandsche krijgsmagt zich in de afgeloopen jaren van hare pligten heeft gekweten, en welke een even treffend als heilzaam voorbeeld van trouw en vaderlandsliefde heeft opgeleverd.

Het binnenlandsch bestuur blijft aan deszelfs vereischten beantwoorden. Granen en veldgewassen waren over het algemeen minder overvloedig dan gewoonlijk; maar werden den landbouwer tot hoogere prijzen afgekocht. Handel en scheepvaart bloeijen. In het fabrijkwezen en daarmede in verband staande nuttige ondernemingen heerschte buitengewone levendigheid en kennelijke streving tot vooruitgang.

Voor het openbaar onderwijs wordt met zorg gewaakt. Wenschelijke verbeteringen worden niet uit het oog verloren. In wetenschappen en kunsten wordt steeds vooruitgang opgemerkt.

De voortzetting der land- en water-communicatien heeft geregeld plaats. De droogmaking van den Zuidplas van Schieland kan, wat de ontlediging van water betreft, gezegd worden voltooid te zijn.

Weldra zal een aanvang, worden gemaakt met de werken die betrekking hebben tot de droogmaking van het Haarlemmer-meer.

De voorspoed der Oost-Indische bezittingen is steeds toenemende.

Op de belangen Onzer West-Indische volkplantingen blijft Mijne aandacht gevestigd.

De gewone staats-uitgaven zijn door de toegestemde middelen gedekt.

De regelmatige heffing dier middelen wordt door de algemeene welvaart verzekerd.

Het openbaar crediet heeft zich staande gehouden.

Behalve de begrootings-wetten, zal er aan U Edel Mogenden eene wet worden onderworpen tot regeling van andere financiele aangelegenheden, in verband met de bijdragen uit de overzeesche bezittingen, waaromtrent U Edel Mogenden openingen zullen ontvangen, welke, zoo wel voor het tegenwoordige, als voor het toekomende, gunstige uitkomsten aanwijzen. De regeling van de overschrijving van dat gedeelte der publieke schuld, hetwelk, volgens het tractaat van Londen, ten laste van Belgie moet komen, heeft niet die vorderingen gemaakt, welke Ik had gewenscht.

De vrijdommen voor land-ontginningen en land-verbeteringen zullen, naar lk verwacht, in deze zitting ter sprake gebragt kunnen worden.

De nieuwe Nederlandsche Wetgeving is in alle de gewesten met het beste gevolg, zonder eenige stremming voor de dienst der justitie ingevoerd. Hare werking gedurende ditjaar is met den meest gewenschten uitslag bekroond. Het eerste boek van het Wetboek van Strafregt zal aan U Edel Mogenden worden voorgelegd. Dit gewigtig werk zal met ijver kunnen worden voortgezet, zoodra de uitslag der beraadslagingen over de beginselen, in dat eerste boek vervat, zal bekend zijn.

Bij de gewigtige belangen, welke Ons gemeenschappelijk overleg zullen vorderen, vinden U Edel Mogenden weder ruime gelegenheid, om bewijzen te geven van bedachtzaamheid en vaderlandsliefde; eigenschappen, door welke, – lk herdenk zulks met genoegen, – deze Vergadering zich, ook in de moeijelijkste oogenblikken, heeft gekenmerkt. De trouw van het Nederlandsche Volk, uitblinkende door liefde jegens zijne Vorsten en gehecht aan zijne instellingen, zal ten steun zijn aan onze vereenigde pogingen tot bestendiging van deszelfs wezenlijk geluk. En wanneer wij daarmede verbinden een eerbiedig vertrouwen op den zegen des Allerhoogsten, zal het Rijk der Nederlanden bevestigd worden, en, hoewel binnen engere grenzen beperkt, eene waardige plaats blijven bekleeden in de rij der Staten.