Troonrede 18 september 1979

Leden van de Staten-Generaal,

In de jaren tachtig, aan de vooravond waarvan wij nu staan, zullen zich waarschijnlijk ingrijpende veranderingen voltrekken in de internationale en de nationale samenleving.

Het proces van internationale arbeidsverdeling en verschuiving van produkties naar andere landen is in volle gang. Ook ontwikkelingslanden raken in dit proces betrokken. Zij klimmen daardoor op naar een minder ongunstige positie. Deze ontwikkeling is gewenst, maar stelt een nieuwe uitdaging aan onze veerkracht en vindingrijkheid. Immers, wij zouden toch al te maken krijgen met een slechts geringe economische groei. Er zal veel minder te verdelen zijn dan in de uitbundige jaren zestig en zelfs minder dan in het nabije verleden. Te meer dient zich dit vooruitzicht aan door het snel schaarser en dus duurder worden van energie Onder die omstandigheden zullen wij tevreden moeten zijn met de hoge welvaart die ons land al is ten deel gevallen. De geringe toeneming die nog

binnen het bereik ligt, zal vooral besteed moeten worden voor het scheppen van betere inkomensverhoudingen. Zo is er reden meer te betalen voor zwaar of onaangenaam werk en ook omgekeerd. Onze welvaart bestaat niet alleen uit de particuliere inkomens, maar ook uit de talrijke voorzieningen die de burgers van ons land van gemeenschapswege ten dienste staan. Willen we de totaliteit van die voorzieningen en ook de werkgelegenheid op peil houden, dan is matiging van de particuliere inkomens noodzakelijk. Blijft die matiging uit, dan betalen de gemeenschapsvoorzieningen het gelag ofwel de werkgelegenheid of misschien zelfs beide.

In het komende tijdvak valt er niet meer te ontkomen aan een keuze tussen enerzijds verhoging van uitgaven als, bij voorbeeld, voor woningbouw en stadsvernieuwing, onderwijs en milieu en anderzijds nog verdere verhoging van de particuliere consumptie.

In 1980 zullen bijna tienduizend woningwetwoningen meer in het bouwprogramma worden opgenomen dan in de meerjarencijfers was voorzien. Deze en andere inspanningen leggen een zware last op de rijksbegroting. De belastingplannen voor het komende jaar zijn echter zo ingericht dat de koopkracht van al degenen die van cen bescheiden inkomen moeten leven wordt ontzien. Om die koopkracht te behouden is geen reële loonsverhoging nodig. De regering stelt met bezorgdheid vast dat het deel van de bevolking dat deelneemt aan het arbeidsbestel, steeds kleiner wordt. Verdere maatregelen om de werking van de arbeidsmarkt te verbeteren zijn in voorbereiding. Vermenselijking van de arbeidsomstandigheden zal bestaande weerzin tegen het verrichten van beschikbare arbeid verminderen. Ook is het nodig in ons stelsel van sociale zekerheid, met behoud van de wezenlijke verworvenheden daarvan, correcties aan te brengen om te bewerkstelligen dat het alleen werkt voor wie en voorzover het is bedoeld.

De werkgelegenheid in de marktsector staat onder zware druk. De drastische stijging van de energieprijzen vormt een ernstige bedreiging. Nederland zal om een levensvatbare bedrijvigheid te behouden een aantal produkties geleidelijk moeten opgeven en veel meer aan innovatie moeten doen dan tot dusver. Binnenkort ontvangt U een daarop gericht beleidsplan. De invoering van micro-electronica in industrie en dienstverlening kan ingrijpende gevolgen krijgen. Een diepgaande bestudering daarvan is door het kabinet op gang gebracht. Het kabinet heeft een omvangrijk arbeidsplaatsenplan gemaakt. Bij de overheid zal een regeling voor vrijwillige vervroegde uittreding worden ingevoerd. Buiten de marktsector zullen tien- tot vijftienduizend arbeidsplaatsen voor werkzoekenden ter beschikking komen.

De toeneming van het energieverbruik moet door besparingen sterk worden getemperd. Dezer dagen krijgt U het eerste deel van de nota Energiebeleid. Daarin worden verstrekkende maatregelen aangekondigd. De aardgasprijzen moeten worden verhoogd. Verder moet ons land minder afhankelijk worden van de invoer van olie. Dat vergt, naast besparing, het benutten van andersoortige energie. De beslissing over het al dan niet in ruimere mate toepassen van kernenergie in ons land, zal met de grootste zorgvuldigheid worden voorbereid. De komende maatschappelijke discussie staat hierbij centraal.

Dat het gebruik van kernenergie huiver wekt komt mede doordat ons land zo dicht bevolkt is. Dit stelt hoge eisen aan de zorg voor mens en milieu en aan de inrichting van de ruimte. U hebt al nota’s ontvangen over de Waddenzee, over de landelijke gebieden en over de toekomstige structuur van verkeer en vervoer. Het kabinet acht duidelijkheid geboden over de toekomst van de Markerwaard. Het zal zijn voorlopig oordeel hierover binnenkort formuleren. Ook zal het kabinet in de komende maanden zijn oordeel kenbaar maken over de toekomstige behoefte aan luchthavens in ons land. Landbouwgrond is schaars geworden en de structuur van de bedrijven moet worden versterkt. Op til is de indiening van een wetsontwerp dat, mede ter beteugeling van de prijzen, een stelsel invoert van landbouwkundige toetsing bij overdracht van landbouwgronden.

In alle hoog geïndustrialiseerde landen wordt het leefmilieu bedreigt. Het moet ons een deel van onze welvaart waard zijn, die bedreiging af te wenden. Voorstellen voor nieuwe wetgeving omtrent milieugevaarlijke stoffen en bodembescherming zullen het volgend jaar worden ingediend. Ons land is vol, ten dele overvol. Dat wreckt zich ook in het wegverkeer. Het aantal slachtoffers van verkeersongevallen daalt gelukkig, maar is nog onaanvaardbaar hoog. Het kabinet zal U straks een Tweede Meerjarenplan Personenvervoer aanbieden dat voor het eerste traject van de jaren tachtig onder meer aangeeft, wat er kan worden gedaan ten behoeve van het openbaar vervoer en de wegenbouw. Intussen vindt het opheffen van gevaarlijke knopen in het wegverkeer voortgang. In de Nederlandse samenleving neemt het aantal mensen van vreemde taal en cultuur snel toe. Vooral in de grote steden schept dat problemen. Het gaat om goede huisvesting voor buitenlandse werknemens en vele anderen, om aangepast onderwijs en om blijvende werkgelegenheid. Maar er is ook een geestelijke opgave: in het leven van alle dag de verdraagzaamheid te betrachten die we anderen plegen voor te houden. De rijksbegroting voor het komende jaar getuigt van de prioriteit die de regering aan het beleid ten aanzien van de minderheden toekent.

De maatschappij zo in te richten dat een ieder een eerlijke kans op persoonlijke ontplooiing krijgt, is overigens niet een taak die alleen betrekking heeft op mensen van vreemde herkomst. In de jaren tachtig zal de vraag van vrouwen om een plaats in het arbeidsbestel veel groter worden. Mede daarom wil het kabinet deeltijdarbeid bevorderen. Het wil ook de mogelijkheden van opleiding en bijscholing verruimen. Voorts zal het de weg effenen naar de oprichting van een open universiteit.

Onze wetgeving bevat nog een aantal bepalingen die onderscheid maken tussen mannen en vrouwen en ook tussen gehuwden en ongehuwden. Tot het wegnemen van ongerechtvaardigde verschillen zullen nadere initiatieven worden genomen. Ook aan de achterstelling van het buiten het huwelijk geboren kind zal een einde worden gemaakt.

Recht doen aan de waardigheid van de mens houdt meer in dan zorg dragen voor zijn welzijn. Daartoe is het ook nodig ieder in staat te stellen, persoonlijke verantwoordelijkheid te dragen voor eigen welzijn en dat van anderen. Het besef van die verantwoordelijkheid verschraalt wanneer te gemakkelijk en uitsluitend de gemeenschap wordt aangewezen om in tekorten aan welzijn te voorzien. Bij het dragen van persoonlijke verantwoordelijkheid horen inspraak en medezeggenschap. De ontwikkeling daarvan zal zieh voortzetten, vooral nu meer vorming en onderwijs steeds meer burgers gaan bereiken. Het kabinet neemt in die ontwikkeling een actief aandeel. Zo zal in het komende parlementaire jaar een aanvang worden gemaakt met decentralisatie van de maatschappelijke dienstverlening. Ook zal het kabinet dan zijn standpunt bepalen over het democratisch en doelmatig functioneren van gesubsidieerde instellingen.

Om haar groeiende taken naar behoren te kunnen vervullen heeft de overheid steeds meer informatie nodig., De bewerking van de vele gegevens door computers houdt gevaren in voor de persoonlijke levenssfeer van de burgers. Door middel van nadere regels zal de wet die levenssfeer moeten veiligstellen.

In onze hoogst ingewikkelde samenleving raakt menige burger op zoek naar zijn recht het spoor bijster. Onze wetgeving is weliswaar vrijgevig in het aanreiken van middelen tot rechtsbescherming, ook tegen de overheid, maar de rechtzoekende weet er vaak geen raad mce. Dat maakt de verlening van rechtshulp steeds belangrijker. Een voorontwerp van wet daaromtrent is in aantocht. In grote delen van de wereld ontberen mensen zelfs nog wat nodig is om in leven te kunnen blijven. Dienstvaardigheid vooral jegens de armste landen behoort voorrang te behouden, ook in de minder overvloedige jaren die voor ons liggen. Onlangs is gebleken, hoezeer het lot van de vluchtelingen in Zuid-Oost-Azië ons allen beroert. De regering biedt een helpende hand bij het lenigen van hun nood, door mensen op te nemen in ons land en door het verstrekken van financiële hulp. De onderlinge afhankelijkheid van de staten zal, zowel binnen Europa als daarbuiten, bij voortduring toenemen. In de jaren tachtig zal de Europese Gemeenschap door de toetreding van eerst Griekenland en later Portugal en Spanje worden verruimd. Het thans rechtstreeks gekozen Europese Parlement behoort meer zeggenschap te krijgen. Het aantal echte democratiedn in de wereld is klein. In tal van landen vinden schendingen plaats van de rechten van de mens en is van werkelijke vrijheid tot persoonlijke ontplooiing nauwelijks sprake. Ook uit ons buitenlands beleid blijkt dat wij daarin niet willen berusten.

Van vitale betekenis is de zorg voor internationals vrede en veiligheid in het kader van het Atlantisch Bondgenootschap en van de Verenigde Naties. Bij het nemen van beslissingen over modernisering van tactische nucleaire wapens, waarvoor de Alliantie binnen afzienbare tijd wordt geplaatst, zal het kabinet in zijn streven de afhankelijkheid van kernwapens te verminderen, grote aandacht schenken aan wapenbeheersing.

Veel respect heeft de regering voor de plichtsbetrachting waarmee onze militairen hun vredestaak in Libanon vervullen.

Over de mogelijkheden tot herziening van de verhoudingen tussen de Nederlandse Antillen, de eilanden van de Nederlandse Antillen en Nederland zal de Koninkrijkswerkgroep naar verwach-

ting in het komende jaar rapport uitbrengen.

Ook zal in dat jaar de indiening van de reeks van wetsontwerpen tot herziening van de Grondwet worden voltooid.

Leden van de Staten-Generaal,

Onder een economisch ongunstig gesternte hervat U vandaag Uw werkzaamheden. Zware beslissingen moeten worden genomen. De regering biedt U in de toelichtingen op de heden in te dienen begroting een samenstel van plannen aan waarmee gepoogd wordt het hoofd te bieden aan de problemen van nu en van de naderende toekomst. Het is echter niet alleen de overheid die geroepen is om die problemen op te lossen. Zij is daartoe alleen ook niet in staat. De burgers van ons land zullen hiertoe ook moeten bijdragen.

De regering vertrouwt erop dat het overleg met U, de volksvertegenwoordiging, zal worden gevoerd in een geest van verantwoordelijkheid en van saamhorigheid vooral met de zwaksten in ons eigen land en over onze grenzen.

Van Uw inzicht en volharding zal veel worden gevraagd. Moge dat werk worden gedaan in het vertrouwen dat velen U wijsheid toewensen en om zegen voor U bidden.

Hiermee verklaar ik de zitting der Staten-Generaal geopend.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *