Troonrede 21 september 1982

Leden der Staten-Generaal,

Een Troonrede, uitgesproken onder verantwoordelijkheid van een demissionair kabinet, kan geen beschrijving bieden van plannen en initiatieven waarmee de regering in het nieuwe parlementaire jaar vorm denkt te geven aan het te voeren beleid. Wel past een beschouwing over de problemen waarin ons land verkeert en een aanduiding van de maatregelen welke, met het oog op de ernst en de omvang van die problemen, naar het oordeel van het kabinet zonder verwijl moeten worden genomen om uitzicht te openen op economisch herstel.

De wereldeconomie vertoont tekenen van een ernstige stagnatie. De produktie groeit niet meer, de wereldhandel nauwelijks. De werkloosheid loopt scherp op. In de Europese Gemeenschap is tien procent van de beroepsbevolking zonder werk.

Nederland deelt in die algemene malaise, maar in ons land wordt het probleem van het tekort aan werkgelegenheid nog verscherpt doordat de beroepsbevolking en daarmede de vraag naar werk hier veel sneller groeit dan elders in West-Europa.

Weliswaar ligt voor het volgend jaar enig herstel in de lijn der verwachting, maar dit zal bij lange na niet voldoende zijn om een einde te maken aan de toeneming van de werkloosheid. Het ziet er naar uit dat het herstel van de werkgelegenheid nog vele jaren zal vergen. Het zal zaak zijn gedurende een reeks van jaren met volharding en geduld een beleid te voeren, gericht op het inperken van de collectieve uitgaven en daarmee op het beteugelen van de voortdurende stijging van collectieve lasten en het verminderen van het financieringstekort van de overheid. Anders raakt het bedrijfsleven steeds meer in de verdrukking.

Zonder herleving van de bedrijvigheid, zich uitend in investeringen, kan er geen duurzaam herstel van werkgelegenheid komen. Het kabinet heeft besloten de lasten die op de bedrijven drukken met één miljard gulden te verminderen. De Maatschappij voor Industriële Projekten, opgericht om de industrialisatie van ons land te versnellen, zal hopeiijk over enkele maanden van start kunnen gaan. Dezer dagen heeft U nota’s ontvangen die een nieuw beleid in het vooruitzicht stellen ter aanmoediging van het midden- en kleinbedrijf. Sommige van de daarin beschreven maatregelen komen ook de land- en tuinbouw ten goede.

In de regeringsverklaring heeft het interimkabinet aangekondigd dat het de indiening in september zou bevorderen van een volwaardige begroting, ofschoon de vorming van een nieuw kabinet dan intussen ter hand zou zijn genomen. Sedertdien is het nog duidelijker geworden dat een solide begroting voor 1983 niet mag uitblijven.

Als het financieringstekort van de overheid niet met krachtige hand wordt aangepakt, zullen de overheidsfinanciën onbeheersbaar worden.

Mocht het tekort op het huishoudboekje van de overheid op het huidige peil blijven, dan zal het rijk binnen korte tijd van elke vijf gulden die het te besteden heeft er één moeten uitgeven ter betaling van de rente op de staatsschuld.

Dat zou onvermijdelijk ten koste gaan van uitgaven ten behoeve van collectieve voorzieningen. Bovendien maakt de overheid door steeds meer op de kapitaalmarkt te lenen het voor de bedrijven steeds moeilijker aan middelen te komen om te investeren.

De ontwerp-begroting die U heden wordt aangeboden bevat dan ook ingrijpende maatregeten. Die zijn nu nodig om een financiële ontreddering straks te voorkomen.

Het kabinet heeft de nodige besparing op de collectieve uitgaven zoveel mogelijk gezocht buiten de overheidsinvesteringen, zulks om een directe aantasting van werkgelegenheid te vermijden.

Zo is op het totale budget voor volkshuisvesting en stadsvernieuwing niet bezuinigd. Binnen die begroting is voor de stadsvernieuwing meer geld beschikbaar gesteld.

De nodige bezuinigingen zijn vooral gevonden in de inkomens die uit gemeenschapsmiddelen worden betaald. Volgens de nu bekende gegevens dienen naar het oordeel van het kabinet de inkomens in de collectieve sector in 1983 te worden gehandhaafd op het peil dat eind 1982 zal zijn bereikt.

Op de organisaties van werkgevers en werknemers doet de regering een klemmend beroep om een overeenkomstige matiging te betrachten.

Mocht dit beroep niet in voldoende mate worden gevolgd, dan zal het kabinet ter zake zijn eigen verantwoordelijkheid moeten nemen. Degenen die voor hun levensonderhoud echt op één minimuminkomen zijn aangewezen zullen in 1983 een tegemoetkoming ontvangen die hun koopkracht zover mogelijk veilig stelt.

Onze zieke economie kan nict bij toverslag weer op de been worden gebracht. Genezing is zeker mogelijk, maar vergt vertrouwen en zal geruime tijd duren. Nationale remedies zijn ontoereikend. Daarom is erjuist nu alle reden om de samenwerking in de Europese Gemeenschap te verdiepen.

Zolang zich echter nog geen structureel herstel voordoet, moeten we ons tot het uiterste inspannen om de werkloosheid, met al het persoonlijk leed en maatschappelijk onheil dat daardoor wordt veroorzaakt, zoveel mogelijk in te perken. In het bijzonder geldt dit voor de werkloosheid onder jongeren.

Aanpassingen in het onderwijs, met name de invoering van kort middelbaar beroepsonderwijs, kunnen ertoe bijdragen dat meer jonge mensen een opleiding krijgen die hun een betere kans biedt op een plaats in het arbeidsbestel.

Het kabinet wil in het komend overieg met de organisaties van werkgevers en werknemers bespreken hoe het arbeidsvoorwaardenbeleid dienstbaar kan worden gemaakt aan de bestrijding van de werkloosheid. . Dat gesprek zal onder meer moeten gaan over de mogelijkheden het beschikbare werk over meer mensen te verdelen.

Zonder een grondige herziening wordt ons stelsel van sociale zekerbeid onbetaalbaar en zouden ook de wezenlijke verworvenheden ervan in gevaar kunnen komen. Daarop afgestemde adviesaanvragen aan de Sociaal-Economische Raad en aan de Emancipatieraad zijn in voorbereiding.

Ook ter beteugeling van de kosten van de gezondheidszorg zijn structurele ingrepen nodig. Het gaat er hierbij niet alléén om de voortgaande stijging van de premies tot staan te brengen. Het gaat er ook om een herschikking van de uitgaven mogelijk te maken ten behoeve van de zorg buiten de ziekenhuizen en betere voorzieningen voor zwakzinnigen en geestelijk gestoorde mensen. Daarop gerichte voorstellen heeft het kabinet ontwikkeld.

Tot een herschikking van overheidsuitgaven noopt ook de verandering in het leeftijdspatroon van onze bevolking: minder kinderen, meer bejaarden. De voorzieningen voor bejaarden zullen uitgebreid moeten worden. Ook voor onze medeburgers die tot de culturele minderheden behoren, zal meer gedaan moeten worden.

De bescherming van de natuur en het milieu zal eveneens meer kosten vergen en ook daarvoor moeten door besparingen elders gelden worden vrijgemaakt. De begroting voorziet in extra uitgaven voor het bestrijden van bodemverontreiniging. De uitvoering van het op milieubehoud en veiligheid gerichte Oosterscheldeproject vindt onverminderd voortgang.

Nederland is een rechtsstaat. Dat betekent dat de bestuurders en de burgers zich hebben te schikken naar de rechtsregels die onze democratie heeft voortgebracht. Eigenmachtig optreden kan niet worden geduld, zeker niet wanneer dat met geweldpleging vergezeld gaat.

De reorganisatie van de politie moet spoedig haar beslag krijgen. De regering bereidt een wetsontwerp voor om, in afwachting van die reorganisatie, de toeneming van het aantal politiekorpsen te beletten.

Tot de kenmerken van de rechtsstaat behoort voorts dat de burger zonder nodeloze belemmering recht kan verkrijgen. De organen van rechtspraak en rechtshandhaving raken evenwel overbelast.

Bij het maken van wettelijke regelingen en het beschikbaar stellen van rechtsmiddelen, zal hiermee, ter wille van de kwaliteit van de rechtsbedeling, meer dan tot dusver rekening gehouden moeten worden.

De reorganisatie van de rijksdienst, gericht op de verbetering van de kwaliteit van het bestuur, vindt gestage voortgang. Het kabinet zal U binnenkort een aantal gedachten ontvouwen over de decentralisatie van overheidstaken.

De regering hecht grote waarde aan het behoud van een intensieve samenwerking binnen de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie en in het bijzonder tussen de Verenigde Staten en de Europese bondgenoten. In het nabije verleden hebben zich verschillen van inzicht ontwikkeld, met name over het verrichten van technologisch hoogwaardige leveranties aan de Soviet-Unie. Die meningsverschillen kunnen en moeten in een geest van wederzijds respect worden opgelost.

Zij mogen geen afbreuk doen aan het besef dat de democratieën ter weerszijden van de Atlantische Oceaan wezenlijke waarden gemeenschappelijk hebben en ter veiligstelling daarvan op elkaar aangewezen blijven.

Bij de viering van twee eeuwen verbondenheid met de Verenigde Staten is hieraan terecht veel aandacht besteed.

Kan West-Europa zich erover verheugen in vrede en vrijheid te leven, elders in de wereld worden veel mensen door oorlog en geweld getrofren. Vooral de toestand in het Midden-Oosten blijft zorgwekkend.

De bewoners van Libanon betalen wel een heel zware tol. Nederland draagt naar vermogen bij tot het tegengaan van geweld in het Midden-Oosten. Nederlandse militairen dienen zowel in de Sinai-woestijn als in Libanon.

Binnen het beraad van de Europese Tien tracht Nederland een politieke oplossing naderbij te brengen. Het vooruitzicht daarop is onlangs verbeterd, dank zij het recente initiatief van de President van de Verenigde Staten en het bemoedigende antwoord daarop gegeven door de Arabische topconferentie te Fez.

Niet alleen doordat oorlogsgeweld ons bespaard is gebleven zijn wij bevoorrecht. Wij zijn ook een welvarend land, ondanks de economische moeilijkheden die wij nu doormaken.

Tal van ontwikkelingslanden, die het toch al zwaar te verduren hadden, worden door de teruggang in de wereldeconomie onevenredig zwaar getroffen.

Bijna een kwart van de bevolking van onze aarde kan niet of nauwelijks voorzien in zijn allereerste levensbehoeften. In die schrijnende nood te helpen voorzien blijft de regering als een zaak van hoge prioriteit beschouwen. Onze inspanning ten behoeve van ontwikkelingssamenwerking blijft op een peil van tenminste anderhalf procent van het netto nationaal inkomen gehandhaafd. Een rechtvaardiger wereldeconomische ordening tot stand te brengen blijft geboden.

Om vrede en veiligheld te bewaren is een deugdelijke defensie nodig. Maar het is ook een gebiedende noodzaak te blijven werken aan tweezijdige wapenbeheersing en ontwapening.

Van vitaal belang zijn de onderhandelingen in Genève tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie over het verminderen van de nucleaire bewapening in Europa en daarbuiten. Hoe die onderhandelingen te doen slagen moet de maatstaf van het beleid zijn.

Het kabinet wil onze krijgsmacht zo goed mogelijk inrichten en toerusten ook voor het verrichten van vredesoperaties, bij voorkeur onder het gezag van de Verenigde Naties.

Leden der Staten-Generaal,

Onze samenleving kan door de toenemende werkloosheid onder spanning komen te staan. Van de werkenden wordt een steeds hogere bijdrage verwacht aan de voorziening in het levensonderhoud van de werklozen. Van de langdurig werklozen wordt gevraagd solidair te blijven met een samenleving die hen niet in staat stelt zich volledig te ontplooien.

Meer dan voorheen wordt nu een wissel getrokken op het besef van de burgers en hun organisaties verantwoordelijk te zijn voor elkaar. Verantwoordelijkheidszin en saamhorigheidsbesef te wekken ligt buiten de macht van de overheid. Die moeten komen uit de burgers zelf. De geschiedenis leert echter dat het Nederlandse volk juist in tijd van tegenspoed die kwaliteiten weet te tonen.

Door het vertrouwen dat de burgers U hebben geschonken draagt U, volksvertegenwoordigers, een bijzondere verantwoordelijkheid voor het welzijn van ons land. De problemen, waarvoor Nederland thans gesteld is, te helpen overwinnen is een veeleisende taak.

U moge die taak vervullen in het vertrouwen dat velen U wijsheid toewensen en om zegen voor U bidden.

Hiermee open ik de zitting van de Staten-Generaal.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *