De Koningin heeft mij opgedragen deze buitengewone zitting van de Staten-Generaal te openen.
Den dag, aan de stemming voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voorafgaande, hebben de Ministers, Hoofden der Ministeriëele Departementen, hunne portefeuilles ter beschikking van de Koningin gesteld.
De Koningin heeft hun verzoek in overweging genomen en de Ministers uitgenoodigd, zich inmiddels te blijven belasten met de behandeling en afdoening, zoo mogelijk, van de loopende zaken.
De Koningin hoopt, dat het U gegeven zij, in deze zitting, welke slechts kort van duur zal zijn, tot heil van ons Vaderland, onder Gods leiding, werkzaam te zijn.In naam der Koningin verklaar ik de buitengewone zitting van de Staten-Generaal te zijn geopend.