Mijne Heeren!
Wederom mag Ik Uwe Vergadering openen met een gevoel van dankbaarheid. Ons Vaderland, mild gezegend, handhaaft zich op zijne plaats onder de overige Staten.
Onze betrekkingen met alle Mogendheden dragen blijken eener wederzijds gewenschte vriendschap.
Onze Zee- en Landmagt gaan loffelijk voort, zich meer en meer in staat te stellen, ten allen tijde haar pligt te doen, en de middelen, welke door Uwe medewerking verstrekt zijn om het grondgebied des Rijks te beschermen, worden met zorg aangewend. Nieuwe verordeningen omtrent de grondwettige verpligting tot het dragen der wapenen worden sedert lang vereischt: eene wet tot regeling van de sterkte en de inrigting der Nationale Militie zal U eerlang ter overweging worden toegezonden.
De gezondheidstoestand der ingezetenen is verbeterd. Ik wensch dat de wettelijke regeling van de uitoefening der Geneeskunst, waarvan de ontwerpen U zullen worden aangeboden, tot bevordering van dit belangrijk gedeelte van het volkswelzijn zal strekken.
De Wetenschappen, vlijtig beoefend, vermeerderen steeds de kennis waaraan het maatschappelijk leven behoefte heeft; ook de Letteren en Kunsten blijven de volksbeschaving bevorderen.
De Landbouw, ondanks het nadeel door aanhoudende regens aan den te velde staanden oogst toegebragt, mag zich in ’t algemeen in overvloedige opbrengsten verheugen.
In het bedrijf van den Scheepsbouw is nog geen meer levendigheid, en in den toestand der reederijen geen verbetering gekomen. Door de Groote Visscherij daarentegen zijn aanvankelijk ruime voordeelen verkregen.
De Handel, hoewel eenige terughouding bij zijne ondernemingen een gevolg is van de onrust, die heerscht in ons werelddeel, levert vrij voldoende uitkomsten op, en bij fabrieken en trafieken wordt een streven waargenomen naar verhoogde en verbeterde werkzaamheid.
Waar deze belangen, gelijk ook het binnenlandsch en internationaal verkeer, ‘t welk in verband daarmede staat, regeling of uitvoering van Mijne Regering behoeven, is Mijne zorg bij voortduring daaraan gewijd.
Het onderzoek wacht U van een zeer vereenvoudigd Tarief van In- en Uitgaande Regten; en eene, nu meer dan ooit gewenschte vermindering der formaliteiten bij den doorvoer, zal, hoop Ik, eerlang tot stand komen. Met de werkzaamheden tot den aanleg van Spoorwegen is, nadat de Wet daartoe betrekkelijk was uitgevaardigd, onmiddellijk een begin gemaakt. Het telegraafnet is uitgebreid, en Noordholland met Friesland door een in zee gezonken kabel verbonden. De gunstige toestand der Schatkist veroorlooft Mij, U binnen kort een voorstel te doen tot het aanleggen van nieuwe waterwegen ter betere verbinding van Amsterdam en Rotterdam met de Noordzee.
De opbrengst van ’s Lands middelen mag, zoo op zich zelf als in vergelijking beschouwd met die van vorige jaren, voldoende genoemd worden. De toestand onzer Overzeesche Bezittingen is in alle opzigten bevredigend. Door den moed en de volharding Onzer Zee- en Landmagt is de onderwerping van Boni voltooid, en het Rijk van Banjermassing onder Ons regtstreeksch bestuur gebragt. Heeft het bezit van Nederlandsch-Indië, bij toeneming van bevolking en welvaart, op nieuw groote voordeelen opgeleverd, een aanmerkelijk deel daarvan wordt aangewend tot einder, waarvan nog meer ontwikkeling in die gewesten te hopen is. Dien invloed mag men verwachten van een vermeerderd, versneld en door kustlichten beter verzekerd verkeer in den Indischen Archipel, van nieuwe lnrigtingen voor het onderwijs, van eene krachtige verbetering der middelen van vervoer.
Het wets-ontwerp tot opheffing der slavernij in onze West-Indische Kolonien zal, gewijzigd, op nieuw aan Uwe beraadslagingen onderworpen worden.
Behalve deze onderwerpen, Mijne Heeren, zijn er andere, niet minder gewigtig, voor welker regeling Ik Uwe medewerking zal hebben in te roepen. Maar niet van onze overleggingen alleen heeft het Vaderland zijne toekomst te wachten. Moge het de goedertierenheid ondervinden van den Almagtigen God!
Ik verklaar de gewone Vergadering van de Staten-Generaal te zijn geopend.